Mijn eerste ‘signeersessies’ op de Boekenbeurs

‘En hoe verloopt het op de Boekenbeurs?’.
Deze vraag is mij in de voorbije dagen het vaakst gesteld. Het valt mij op hoeveel de mensen zich daar wel bij fantaseren.
‘Zit je daar dan tussen zo’n hele rij auteurs achter een heel lange tafel te signeren?’.
Neen, die toestanden zijn alleen voorbehouden voor de reuzen (of zijn het eerder monopolies) uit de uitgeverswereld Meulenhof, De Standaard uitgeverij, Lannoo, Roularta books… En hun auteurs zitten er ook maar in grote getale op de drukste dagen (op zaterdag en zondag en op 11 november).
Een andere vraag is: ‘En staan ze dan in rijen aan te schuiven om te signeren?’.
Ook hier is enig realisme op zijn plaats. Zelfs op zaterdag en zondag zie je alleen files (in volgorde van grootte) voor VTM-kok Piet Huysentruit (SOS Piet), Goedele Liekens (‘Ons seksboek’, maar minder dan voor ‘Het vaginaboek’ en ‘Het penisboek’ van de vorige jaren – boeken waarvan ik enig nut overigens wel erken) en voor Pieter Aspe (maar ook al minder, laat de crisis zich voelen?). Bij de nummer vier, beursanalist Paul D’Hoore, is het opvallend rustiger dan vorig jaar. D’Hoore heeft dan ook pech met zijn boek. Het was blijkbaar al geschreven vóór het uitbreken van de financiële crisis en draagt als titel… ‘Rijk in honderd dagen’. ‘Blut in honderd dagen’, zou in deze tijden, voor heel wat kleine beleggers, die hij en anderen de beurskriebels hebben doen krijgen, meer van toepassing geweest zijn.

Zelf signeer ik dus op bepaalde uren aan het kleine tafeltje van de overigens ruime EPO-stand. Daar kunnen hoogstens twee auteurs tegelijk zitten, meestal voor een of anderhalf uur. Ik ben al een paar keer na 16 uur, als de collega’s er mee stoppen, vrijwillig wat bij gaan klussen (sorry, ‘signeren’). Ik vind het namelijk leuk. Je wordt regelmatig aangesproken door een boel mensen die je ooit, in de voorbije veertig jaar, wel ergens ontmoet hebt. En je krijgt interessante reacties op je werk.

‘Mijn lezerspubliek’ (sic)

Volgende vraag: ‘En wie koopt je boek zo al?’.
Wel, zelf vind ik dat ‘mijn lezerspubliek’ – grapje, ik zal me wel hoeden voor ijdeltuiterij – best interessant is.
Op de eerste plaats zijn er de mensen die een of andere band met Hoboken of Antwerpen hebben. Hoewel heel wat mensen uit de regio, zeker uit Hoboken, het boek al buiten de Boekenbeurs gekocht hebben. Alleen al in onze plaatselijke groepspraktijk zitten we, na drie weken, bijna aan tweehonderd boeken.
Het tweede ‘lezerssegment’ bestaat uit mensen met een rode en/of syndicale achtergrond: ‘Het is voor mijn vader. Die is ABVV-secretaris geweest en altijd een rooie zoals jij. Hij is van de Kempen en heeft Dirk Van Duppen nog gekend.’ Tegelijk ook heel wat mensen, zowel van ACV als ABVV: ‘Omdat ik je zo vaak op betogingen ben tegengekomen.’ Of christelijk geïnspireerde mensen die me – ten onrechte – bijna heilig verklaren.
Een derde groep ‘kopers’ zijn jongeren. Niet zelden van, of in contact met onze jongerenorganisatie Comac. Dat was ook al zo op het feest van Che Presente op 26 oktober in Brussel waar ik exact vijftig boeken verkocht en signeerde – na een muisarm van het uittikken van het boek krijg ik straks ook nog een frozen shoulder (stijve schouder) van het signeren. Bij de jongeren zijn er ook die zich nog geen mening vormden, maar zich willen informeren. Een Limburgse eindejaars pol&soc van de KUL of een moeder die het koopt voor haar dochter die dezelfde studies volgt.
Segment vier zijn mensen uit de zorg- of sociale sector. Sociale werkers. ‘Ik zet me, net als jullie dokter Harrie Dewitte, in voor de strijd tegen de industriële vervuiling’. Of: ‘Ik werk met kansarme scholieren, in welke gevaarlijke arbeidsomstandigheden ze die durven sturen, daar zou zelfs jij van op kijken.’ Daarnaast uiteraard verplegers en verpleegsters en – aangename verrassing – verschillende huisartsen. Met de lijn van het boek, dat de besognes en belangen onderstreept die we met deze collega’s delen, zit het blijkbaar goed.

Eeuwige schrijversroem. Tot het examen Nederlands voorbij is?

Vijfde lezersgroep is ‘de generatie van ‘68′. Niet alleen diegenen die het gedachtegoed van toen min of meer zijn blijven aanhangen, maar toch ook een pak die achteraf (terug) naar rechts afsloegen. Donderdagavond 6 november, als de boekenbeurs open blijft tot 22 uur, had ik wat dat betreft een meevaller. Professor emeritus arbeidsrecht Roger Blanpain, tevens ex-Volksuniesenator, stelde zijn boek voor en signeerde een paar stands verder. Hij had zowat zijn hele Leuvense academische vriendenkring uitgenodigd en die ontmoetten zo ook mijn tafeltje op hun weg. Een inmiddels 80-jarige professor van mij, een ex-studiegenote, gewezen studentenleiders…: ze kwamen me toch allemaal eens groeten. En ze vertrokken allen met een of meer boeken. Ik ben tenslotte niet voor niets jarenlang recordverkoper van Solidair geweest. Een van die kopers, inmiddels CD&V-personaliteit, lachtte: ‘Ik zal maar een zakje vragen, want als sommigen mij met dat boek zien rondlopen…’. Een voorganger van mij, als voorzitter van het Leuvense Faculteitenkonvent, vertelde me hoe hij een groot zakenadvocaat was geworden. Ik vroeg hem of hij die pagina in Humo (Het gat van de wereld) had gezien. Niet die van twintig-in-een-dozijn over Koekelberg, maar die betere over ‘Enkele titels die we graag op de Boekenbeurs hadden aangetroffen’, zoals ‘Maurice Lippens, Verantwoord ondernemen – Met een voorwoord van Jo Lernout’. Neen, maar hij kon er toch ook mee lachen. Een fin-de-sciècle-lachje?

U ziet, het kan best leuk zijn voor een auteur op de Boekenbeurs. Bijvoorbeeld ook op woensdagmiddag. Je kan dan signeren dat het een lieve lust is. Voor al die scholieren die er, voor de les Nederlands, zoveel mogelijk namen moeten verzamelen. De meest originele handtekeningenjagers vragen je om te tekenen op je geboortedag op een verjaardagskalender. Zo weet ik nu ook wanneer Dimitri Verhulst verjaart. En hang ik nu wellicht samen met hem op in het klaslokaal of een scholierenkamer. Eeuwige schrijversroem. Tot het examen Nederlands voorbij is?

Gelukkig zijn er dingen die wat zwaarder wegen. Zoals al die patiënten of vrienden die me zegden dat ze al hele hoofdstukken in een ruk uitlazen. Omdat het een deel van hun eigen geschiedenis is. Of omdat ze hun eigen situatie zo sterk in de verhalen van onze patiënten en artsen herkennen. Maar daarover meer in een volgende blog-bijdrage.

Advertentie

2 reacties »

  1. elllly said

    en na zo een signeersessie fietst kameraad kris dan naar het middelheim ziekenhuis om te kijken hoe het met mijn nierfalende grootvader is. De brave man was zo blij met de verduidelijking van zijnen toestand na de uitleg van dokter Kris, dat nu ook de doelgroep ‘joodse diamantairs’ aan Kris’ lezerspubliek kan worden toegevoegd.

    allee, kris ik ben blij dat ge ook aan den blog zijt en facebook en al die andere web2.0-toestanden. moge het een motivatie voor ons allen zijn om de gvhv-website volgend jaar in een nieuw kleedje te steken.

  2. Bart Desmedt said

    Kris,
    Je boek bijna in één ruk uitgelezen (te vlug eigenlijk) en ik moet zeggen dat ik er enorm veel plezier aan beleefd heb. Ik volg de PVDA al van eind jaren ’70 en herinner me dan ook één en ander. Zoals die keer toen de fli… pardon, de politie een koude douche kreeg en ook het tumult dat ontstond toen men je gek wou verklaren. Er uit geleerd heb ik ook : dat het soms loont om koppig te blijven doorgaan maar ik heb ook het nut gemerkt van een stevig ideologisch fundament. Heel erg bedankt Kris enne … Volgend jaar nog eentje ?

RSS feed for comments on this post · TrackBack URI

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: