Over vergoedingen en privileges van provinciale toppolitici en het PVDA-alternatief terzake

Vind u het normaal dat het jaarsalaris van de provinciale toppolitici, de gedeputeerden, actueel 101.852 euro bruto bedraagt? Dat zij daarbovenop jaarlijks nog een belastingvrije onkostenvergoeding ontvangen van 25.573 euro? En in principe nog eens tot 50 procent van hun basisjaarsalaris, dus ruim 45.000 euro, extra mogen bijverdienen via mandaten in raden van bestuur en directiecomités? En dat zij luxedienstwagens gebruiken waarvan de kostprijs voor leasing en brandstof tussen de 13.000 en 20.000 euro per jaar en per wagen kost?
Of vind u dat de PVDA gelijk heeft met het wetsvoorstel dat haar Kamerleden in mei 2017 hebben ingediend om de vergoedingen voor politici te begrenzen tot 6.000 euro bruto per maand of maximaal twee maal het mediane loon in België? En dat het ook kan met veel bescheidener dienstwagens? Oordeel zelf. De hieronder gepubliceerde gegevens zijn officieel en werden door mij als provincieraadslid opgevraagd.

Van bij ons aantreden in de provincieraad van Antwerpen in 2013 hebben wij bij de budgetbesprekingen, als alternatief voor de vele asociale besparingen, posten aangegeven waar er volgens ons wél op kan en moet bespaard worden. Een daarvan zijn de te hoge uitgaven voor de zes toppolitici, de gedeputeerden. Hun salarissen, onkostenvergoedingen, mogelijke bijverdiensten uit mandaten zijn te hoog en hun dienstwagens veel te duur. Zie hierover de tekst van mijn tussenkomst over de begroting 2014 en de daarbij horende illustraties (inclusief een korte videopresentatie op het einde).

In november 2017 vroeg ik om een actualisering van de gegevens over deze door ons betwiste uitgaven voor de gedeputeerden. Op 22/11/2017 kreeg ik van de griffie een officieel antwoord met de uitgaven gedaan in 2016. U vindt drie facsimile’s uit dat antwoord, respectievelijk over de wedden, de onkostenvergoeding en de dienstwagens. Bij de twee eerste hebben we wel de bedragen ingevuld zoals ze, vanaf 1 oktober 2018, na indexering van kracht zijn. Deze laatste zijn ons meegedeeld in een officiële mail van 26/9/2018. Het derde document over de dienstwagens bevat nog altijd de cijfers over het jaar 2016. Als een van de gedeputeerden staat daar dan ook nog Bruno Peeters vermeld. Peeters is sinds vorig jaar als gedeputeerde vervangen door zijn N-VA-partijgenoot Jan De Haes.
Nu de cijfers en hun implicaties

De basisbezoldiging

gedeputeerden 1 weddes

Aan de basisjaarwedde van 91.337 EUR dient dus nog toegevoegd te worden:
+ Vakantiegeld. Dit bedraagt 92 % van het maandsalaris of 7.002 EUR
Het maandsalaris bedraag immers € 91.337 : 12 maanden = € 7.611
+ Eindejaarstoelage. Deze bedroeg in 2017 = 3.511 EUR

deputatie 2013

De deputatie in de periode 2013-2017: Vlnr. Rik Röttger (spa.), Ludwig Caluwé (CD&V), Inga Verhaert (sp.a), Bruno Peeters (N-VA), Peter Bellens (CD&V) en Luk Lemmens (N-VA). Rechts: gouverneur Cathy Berx (niet verkozen, aangesteld).

Een tweede belangrijk onderdeel van de vergoedingen voor gedeputeerden is, net zoals voor volksvertegenwoordigers:

De belastingvrije onkostenvergoeding

gedeputeerden 2 onkosten

Die onkostenvergoeding komt dus neer op een extraatje van 2.131 EUR netto per maand. Veel mensen verdienen dat niet eens als salaris. Die vergoeding dient in principe om extra kosten voor kledij, kapper enzovoort te betalen maar daaraan 25.573 EUR per jaar besteden lijkt even onwaarschijnlijk als onverantwoord.

Een totaal jaarinkomen van 127.000 euro dat kan oplopen tot 172.000 euro

Een optelsom van hogergenoemde bedragen levert volgend resultaat op voor het jaarinkomen van de gedeputeerden
Totaal jaarinkomen:
Basisjaarsalaris                              € 91.337
+ vakantiegeld                                € 7.002
+ eindejaarstoelage                        € 3.511
subtotaal salaris per jaar bruto:                     101.852 €

+ de belastingvrije onkostenvergoeding
2.131,13 per maand x 12 =                                   25.573 €

TOTAAL JAARINKOMEN:                                    127.425 €
waarvan 25.573 € belastingvrij
+ mogelijkheid tot 50% van het jaarsalaris (= 45.000 euro) extra bij te verdienen door mandaten in Raden van Bestuur en directiecomités van instellingen, intercommunales… ->
Het jaarinkomen kan dus oplopen tot………… 172.425 €

Of en voor hoeveel gedeputeerden dit jaarinkomen de wettelijk toegelaten grens van 172.000 euro bereikt, of hoeveel elk van hen daar eventueel onder zit, heeft men ons nooit willen preciseren – ‘transparantie’, weet u. Toen ik hierover in het eerste jaar een vraag stelde antwoordde eerste gedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) mij geïrriteerd: “U hoeft dat detail toch niet te kennen. Wij dienen ons te houden aan die wettelijke grens van 50% bovenop de jaarbezoldiging.” Toevallig het antwoord dat ook heel wat Franstalige PS- en andere politici gaven toen hen ten tijde van de Publifinschandalen gevraagd werd naar de zitpenningen die ze voor die extra mandaten in intercommunales en andere instellingen en bedrijven ontvingen: “Wij houden ons aan de plus 50%-grens”. En regelmatig sneerde hij dan naar mij dat ik gedreven zou zijn door ‘sociale afgunst’. Mijn oud-medestudenten artsen zouden de eersten zijn om hem te antwoorden dat, indien dat mijn motief zou zijn, ik dan beter mijn opleiding van specialist had afgemaakt. Op een van de reünies van ons promotiejaar meende de toenmalige spreker er zelfs een (niet door iedereen geapprecieerd) ‘grapje’ over te moeten maken: “Een van ons jaar heeft de PVDA opgericht, maar de meesten van ons zijn slimmer geweest en hebben een BVBA opgericht”.
Nu, vermits alle gedeputeerden, wel een paar een betaalde mandaten extra uitoefenen kan men er van uitgaan dat hun bruto maandinkomen ruim boven de 10.000 euro ligt, waarvan 2.131 euro belastingvrij (de onkostenvergoeding).

Dure luxedienstwagens

Een ander privilege waarop zeker heel wat zou kunnen bespaard worden zijn de dienstwagens.
De kostprijs daarvan bedroeg voor leasing en brandstof op jaarbasis tussen de 13.000 en 20.000 euro per jaar zoals u hier kan zien.

gedeputeerden 3 dienstwagens

deputatie 2018

Deputatie van Antwerpen 2018: Jan De Haes (N-VA, 3de van links) vervangt Bruno Peeters.

Toen ik deze cijfers aan een schoonmaakster toonde reageerde ze: “13.000 euro per jaar voor leasing, voor die prijs hebben wij ons een auto gekocht waarmee we tien jaar gaan proberen doen”. De gedeputeerden hebben nu dus elk de beschikking over een dienstwagen met chauffeur. Dat kan verantwoord zijn hoewel er landen zijn (o.a. Zweden) waar ook toppolitici bij voorkeur het openbaar vervoer moeten nemen en/of beroep doen op een pool van dienstwagens en chauffeurs.
Maar in elk geval is er geen enkele behoefte om als dienstwagens te kiezen voor zeer dure modellen van Mercedes, BMW, Lexus en Volvo zoals nu gebeurt. Op deze post kan minstens de helft bespaard worden zonder dat men veel inboet aan comfort en mogelijkheid tot doornemen van dossiers onderweg.

Speciaal faveurke voor de N-VA-provincieraadsvoorzitter

Kris Geysen

Kris Geysen (N-VA), provincieraadsvoorzitter

U bemerkt onderaan in tabel 3 dat er ook voor de voorzitter van de provincieraad van Antwerpen, Kris Geysen van N-VA, een dienstwagen wordt geleased. Kostprijs in 2016 9.339,47 euro plus 1.779,57 euro voor brandstof, samen 11.000 euro. In 2015 bedroeg dat samen nog 15.000 euro. Door onze niet aflatende kritiek is er allicht wat ‘zuiniger’ mee omgesprongen. In het antwoord op een schriftelijke vraag hierover kan u in dit Bulletin van Vragen en Antwoorden op blz. 1787 vernemen dat de provincieraadsvoorzitter met zijn dienstwagen (uiteraard zonder chauffeur) 27.455 kilometer aflegde in 2015 en 27.051 kilometer in 2016.
Omdat deze dienstwagen beschouwd wordt als een ‘forfaitaire vergoeding’ moet de voorzitter niet verantwoorden hoeveel van die kilometers voor zijn functie werden afgelegd en hoeveel voor privédoeleinden. Maar het is nogal wiedes dat die laatste het leeuwenaandeel vormen. Voorzitter van de provincieraad is immers een eerder ceremoniële functie waarbij men de vergadering voorzit en in goede banen leidt. In de praktijk is het een bijjob voor iemand die elders, meestal fulltime, een professionele job uitoefent. Buiten de verplaatsingen naar commissie- en raadsvergaderingen (waar ook gewone raadsleden naar toe gaan en conform de regels bij de overheid reiskosten voor vergoed krijgen) houdt deze functie niet zoveel extra verplaatsingen in (behoudens enkele plechtigheden en een paar vergaderingen van de Vereniging van Vlaamse Provincies). In elk geval geen 27.000 kilometer per jaar.
Dit privilege van een dienstwagen voor de voorzitter bestaat alleen in onze provincie en nog een andere, niet in de drie andere. Waarom moet onze provincieraadsvoorzitter een dienstwagen hebben, die hij naar believen ook voor eigen gebruik kan aanwenden?
In West-Vlaanderen antwoordde de provincieraadsvoorzitter op een vraag van Apache waarom haar jaarlijkse persoonlijke representatievergoeding zo hoog moet zijn (17.960 euro bruto)?: “Ik betaal daar onder meer mijn verplaatsingen voor de provincie mee”. Onze voorzitter trekt, net als haar ook die 17.960 euro bovenop de dubbele zitpenningen van 418 € bruto voor elke raadszitting en ook voor elke zitting van het vast bureau (die soms op een kwartier of minder gedaan zijn) naast zijn gewone vergoedingen van 209 euro bruto per bijgewoonde commissie.
Aan dat extra faveurke voor de provincieraadsvoorzitter van Antwerpen (dat ook in Oost-Vlaanderen bestaat) zit een verhaal vast. Het werd ingevoerd in een vorige legislatuur om een liberale mandataris te ‘compenseren’ die naast de post van gedeputeerde had gegrepen. In ruil kreeg hij de job van provincieraadsvoorzitter maar met een dienstwagen er bovenop. “De N-VA die beloofde de dingen te veranderen liet dat toch maar flink bestaan toen zij aan de beurt was.” In die termen lichtte een mandataris van een met N-VA rivaliserende partij mij in 2013 in over het voortbestaan van die onverantwoord dure privilege onder het ‘nieuwe’ bewind.
Ondanks onze jaarlijkse weerkerende vraag weigerde het huidige provinciebestuur van N-VA, CD&V en sp.a om hiermee komaf te maken.

 

Het wetsvoorstel Van Hees-Hedebouw: maximum 6.000 euro bruto, all-in

Als alternatief voor deze privileges en verspillingen hebben wij in de provincieraad voorgesteld zich te conformeren naar het voorstel dat de PVDA-PTB-volksvertegenwoordiges Marco Van Hees en Raoul Hedebouw in mei 2017 in de Kamer neerlegden. De volledige tekst en motivering kan u hier lezen. Het artikel 3 van dit wetsvoorstel luidt:

wetsvoorstel vergoed politici 2

De onderstreepte passages geven de kern weer van het PVDA-PTB-wetsvoorstel inzake vergoedingen voor ministers, staatssecretarissen en volksvertegenwoordigers.

Samengevat kom het hier op neer:
– de invoering van een maximum plafond voor politieke functies van 2x het mediane loon in België bedragen. Dat is actueel 2976 euro bruto per maand, maal 2 is dat 5952 euro. Met zo’n loon kan men meer dan behoorlijk rond komen. Dus het betekent niet dat we politici tot een armoedig bestaan veroordelen, allesbehalve.
– deze bezoldiging is all-in. Dat betekent dat ze ook de vergoeding insluit voor andere mandaten in raden van bestuur van intercommunales enzovoort. Die extra’s worden afgeschaft.
– afschaffing van de belastingvrij forfaitaire onkostenvergoeding van 2000 €, wel nog uitbetaling van gecertifieerde onkostennota’s.
Uit dit voorstel kan je opmaken dat onze partij bij dit voorstel zelf ook geld verliest.
Want nu geven onze parlementsleden en ander mandatarissen, wat zij boven een werkersloon van circa 2000 euro netto verdienen, integraal af aan de partij. Door dit wetsvoorstel zullen de verkozenen van alle partijen, dus ook de onze, minder verdienen dan nu. In het geval van onze verkozenen betekent dat dat ze allicht 2000 euro per maand minder zullen kunnen afdragen aan de partijkas dan ze nu doen. Maar juist is juist.
“Het doel is immers”, zo besloot ik mijn pleidooi hierover in de provincieraad, ‘dat de inkomens van politici, hoewel nog altijd hoger dan het gemiddelde, nauwer aanleunen bij die van het gewone werkende volk. Dan zullen zij het ook wat voelen als de BTW voor elektriciteit van 6 naar 21% gaat, of als er een indexsprong wordt opgelegd. Met een bescheidener maar nog altijd goed inkomen zullen de politiek en haar functionarissen door het volk gewaardeerd en vertrouwd worden ipv gewantrouwd en vaak terecht bekritiseerd. Is het dat niet wat we allemaal samen zouden moeten willen?”.
Ja, het klopt dat het wetsvoorstel tot nu toe van geen enkele partij in de Kamer steun heeft gekregen. Maar niets belet een provinciebestuur en –raad om het zelf al bij wijze van voorbeeld in te voeren.
Trouwens in een land als Zweden bestaat al een gelijkaardige regeling.
Daarover meer in de aparte interventie die ik daarover in december 2017 ook in de provincieraad hield (publicatie in volgend blogartikel).

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: