Ben Nemery
Gewoon Hoogleraar Toxicologie & Arbeidsgeneeskunde en Voorzitter Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg, Faculteit Geneeskunde, K.U.Leuven
Aan de vooravond van zijn pensionering (emeritaat?) schreef Kris Merckx zijn memoires van “dokter van het volk”, meteen ook het verhaal van meer dan 35 jaar Geneeskunde voor het Volk. De stijl van het boek is bijzonder vlot en opmerkelijk vrij van de (vroegere) militante partijtaal. In het boek verneem je dus meer over het idealisme en de diepmenselijke ervaringen – met vreugdes en frustraties – van de auteur en zijn kameraden, dan over de maatschappelijke analyses die ten grondslag lagen aan de oprichting en de verdere spectaculaire ontwikkeling van de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk.
Met begrijpelijke nostalgie blikt de auteur in een eerste deel terug naar de “nieuwe wind” van de late jaren 60. Hij beschrijft hoe de schokkende confrontatie met slachtoffers van beroepsziekten enerzijds, en solidariteitsacties met mijnwerkers en scheepsbouwers anderzijds, hem ertoe hebben aangezet een carrière aan de universiteit de rug toe te keren om, samen met anderen, in een Hobokense arbeiderswijk een origineel experiment in de eerstelijnsgezondheidszorg te beginnen.
De reacties van het establishment bleven niet uit. Immers, in het tweede deel van het boek wordt het grimmige maar soms ook hilarische gevecht met de Orde van Geneesheren verteld.
In het derde deel, “arbeid en gezondheid”, geeft Kris Merckx toe dat Geneeskunde voor het Volk dit thema pas laat op een structurele manier heeft aangepakt. Het vierde deel handelt over “milieu en gezondheid” en daar heeft Geneeskunde voor het Volk van in het begin een zeer belangrijke en actieve rol gespeeld. Eerst in het bekendmaken en dan het helpen terugdringen van de loodvervuiling in Hoboken. In die hoofdstukken, en trouwens in het ganse boek, valt het op hoe Kris Merckx bijzonder mild en soms zelfs positief is voor zijn ideologische tegenstanders. Dit boek is dus allesbehalve een “afrekening” met het verleden.
Deel 5 handelt over de internationale dimensie van Geneeskunde voor het Volk. Eerst komen er korte maar enthousiaste beschrijvingen van de bijdrage van artsen van Geneeskunde voor het Volk in verschillende landen van de wereld. Nadien komen er beschouwingen over de “hele wereld in onze wachtzaal”, waarbij de auteur zijn bezorgdheid uit over de pijnlijke verglijding van de maatschappij naar intolerantie en racisme, zelfs bij zijn eigen achterban. Toch blijft Kris Merckx optimistisch geloven in de mens.
In het zesde deel, komt het kiwimodel voor een rationeler en goedkoper geneesmiddelenbeleid naar voren als een ander merkwaardig succesverhaal van Geneeskunde voor het Volk. Kris Merckx geeft toe dat het, vooral in het begin, niet altijd zo gemakkelijk was om een correcte dosering te vinden tussen een soms te koortsachtig activisme en deskundigheid (“academisme”). Dankzij een stevig uitgebouwde theoretische en praktische argumentering heeft Dr. Dirk Van Duppen bewezen dat “rood en expert” wel degelijk samen kunnen gaan. Zo zijn de groepspraktijken van Geneeskunde voor het Volk stilaan uitgegroeid tot wat sommigen de “vijfde faculteit geneeskunde” in Vlaanderen hebben genoemd!
Het laatste deel en het nawoord bevatten ontroerende bladzijden over de inzet van tientallen mensen, vaak vrijwilligers, voor de uitbouw en professionalisering van praktijken van Geneeskunde voor het Volk in Vlaanderen, Brussel en Wallonië.
Meer dan 35 jaar later mag het wetenschappelijk en politiek experiment waarmee Kris Merckx samen met anderen in Hoboken begon, als geslaagd worden beschouwd.’