Provinciebestuur van Antwerpen neemt slechte start met asociale ‘lineaire besparing van 3 procent’

'Nicoleke' en Kris, PVDA+ in provincieraad van A.

‘Nicoleke’ en Kris, PVDA+ in provincieraad van A.

‘Het provinciebestuur van Antwerpen neemt een slechte start met haar lineaire besparing van 3 % en buigt voor de profileringsdrang en de aankondigingspolitiek van N-VA.’ Dat was samengevat het oordeel dat ik namens de fractie van de PVDA+ naar voor bracht in het debat van de provincieraad over de begroting 2013. Een debat over een voorlopige begroting die in mei onderuit zal gehaald worden met een begrotingswijziging die over het hele jaar nog een besparing van 3 procent wil realiseren. Mijn toespraak hieronder bevat een pittig stuk over de N-VA-demagogie rond de gelijktijdige vermindering van de partijdotaties met 3 procent. De provincie Antwerpen geeft daar namelijk drie maal meer aan uit dan de zogezegde ‘Franstalige potverteerders’ van Luik. En de N-VA bedient zichzelf drie maal guller dan… de Parti Socialiste.

Hier volgt de tekst van de toespraak die ik op 30 januari hield bij de opening van de meerdagenzitting over de provinciale begroting voor 2013. Met redactionele toevoeging van enkele tussentitels en foto’s.

Mevrouw de gouverneur,
Mijnheer de voorzitter,
Mevrouw en heren van de deputatie
Collega’s raadsleden,
Geachte aanwezigen,

Een zin uit het slotwoord van gouverneur Cathy Berx in haar openingsrede mag dan wel niet in haar bij die gelegenheid uitgegeven oranje boekje opgenomen zijn, ik heb hem wel degelijk gehoord: ‘Ik hoop dat deze provincieraad levendige debatten zal houden over de te nemen strategische keuzes’.
De meerdagenzitting die we vandaag aanvatten over de begroting 2013 nodigt daar alvast niet toe uit. Op 8 januari kondigde hoofdgedeputeerde Luk Lemmens immers bij verrassing voor 2013 een lineaire besparing van 3 procent aan op alle departementen. Elke visie of oriëntatie hoe en waar die besparingen gaan gerealiseerd worden ontbrak. Dat moet allemaal nog uitgezocht worden en zal pas in mei van dit jaar voorgelegd worden in een begrotingswijzing. Daarmee is het huidige begrotingsdebat herleid tot een schijndebat over een schijnbegroting.

De PVDA+ zal zich dan ook toespitsen op de kern van de zaak: de 3% lineaire besparingen die men de departementen – dus de bevolking en het personeel – maar ook u raadsleden, in mei in de maag wil splitsen.
Samengevat komt ons oordeel hierop neer: Het nieuwe provinciebestuur van N-VA, CD&V en sp.a neemt, met haar op 8 januari bekend gemaakte voornemen om lineair 3 procent te besparen op alle departementen, zowel vanuit democratisch, sociaal als bestuursmatig oogpunt een bijzonder slechte start. In het bijzonder bezondigt de N-VA zich, als leidende kracht van de nieuwe coalitie, aan aankondigingspolitiek met als doel zich te profileren als dé neoliberale besparingspartij.

Samen met Nicole Naert, oud-ACOD-vakbondssecretaris (ministerie van Financiën), vorm ik de PVDA+-fractie in de provincieraad van Antwerpen. Voorlopig nog een 'kleine' fractie, maar we legden de nieuwe coalitie van N-VA, CD&V en sp.a wel al flink het vuur aan de schenen. Mét reden.

Samen met Nicole Naert, oud-ACOD-vakbondssecretaris (ministerie van Financiën), vorm ik de PVDA+-fractie in de provincieraad van Antwerpen. Voorlopig nog een kleine fractie, maar we legden de nieuwe coalitie van N-VA, CD&V en sp.a wel al flink het vuur aan de schenen. Mét reden.

Besparingsplan verzwegen in bestuursakkoord

Waarom is dit een slechte start vanuit democratisch oogpunt?
Niet alleen wij, maar ook verschillende raadsleden van de meerderheidspartijen, waren verrast toen hoofdgedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) op de Verenigde Raadscommissies de 3-procent-besparingsmaatregel aankondigde. Dhr. Lemmens verspreidde het bericht daarover aan de pers nog vóór hij u, de raadsleden, er officieel van in kennis stelde. Hij gaf er interviews over – aan ATV, Het Nieuwsblad,… – vóór u er weet van kreeg. Ook de vakbonden van het personeel werden vooraf op geen enkele wijze geïnformeerd of geconsulteerd. Nog straffer was dat het provinciebestuur, in het bestuursakkoord en het debat dat we daarover op 20 december hielden in de provincieraad, met geen woord heeft gerept over haar drastische besparingsplan. Nochtans waren die plannen al overeengekomen vóór de verkiezingen bij de onderhandelingen over het voorakkoord tussen N-VA, CD&V en sp.a dat tot de huidige bestuurscoalitie heeft geleid. Dat konden we op zondag 15 januari vernemen in De Zevende Dag uit de mond van de heer Jan Jambon. Die verklaarde daar dat hij ‘het als medeonderhandelaar van dit voorakkoord moeilijk gehad had om de andere partijen te overtuigen om ook 3% in te leveren op de partijdotaties’. Het verzwijgen van de al lang geplande lineaire besparing komt neer op kiezersbedrog. Het laattijdig informeren van de provincieraad en hem, zonder debat, voor voldongen feiten stellen dat is, zoals onze voorzitter Peter Mertens gisteren ook al in het debat over het nieuwe stadsbeleid van Antwerpen stelde: de democratie op haar kop zetten. Dat de coalitiepartners CD&V en sp.a dit besparingsplan mee verzwegen hebben illustreert hoe diep hun leidingen wel willen buigen voor de N-VA ‘om er toch maar bij te zijn’. Wij hopen dat er zich in alle meerderheidspartijen stemmen zullen durven verheffen tegen deze ondemocratische gang van zaken.

‘Lineair’ besparen = bluf

Waarom is deze aanpak slecht vanuit bestuursmatig en sociaal oogpunt?
Om te beginnen, weet iedere bestuurder met enige ervaring dat een ‘lineaire’ besparing die alle departementen op gelijke wijze treft gewoon niet uitvoerbaar is. In de wandelgangen wordt dat trouwens volop toegegeven. Je hebt immers enerzijds departementen waar de personeelskosten zwaar doorwegen. Daar moet men – gelukkig maar – rekening houden met het statuut van de vast benoemde personeelsleden en de steun van de vakbonden aan de verdediging van de werkgelegenheid van de contractuelen. Anderzijds heb je departementen, zoals cultuur, welzijn en andere, waar de subsidies aan verenigingen en initiatieven overwegen. Die zijn sinds altijd al gemakkelijker prooien voor de aanhangers van de neoliberale besparingsdrift zoals die welke nu ons provinciebestuur in hun greep hebben. Wij zien het dan ook als onze taak om vanaf nu tot mei het verzet te stimuleren en te steunen van al deze verenigingen die het slachtoffer dreigen te worden van deze asociale besparingen. Zowel het personeel als de bedreigde sociale, ecologische, culturele en andere verenigingen en projecten kunnen op onze steun rekenen.

Bij navraag door onze fractie blijkt bovendien dat het provinciebestuur zelf nog niet het minste concrete idee heeft hoe en waar ze die 3 procent gaat besparen, behalve dan de 3% reductie van de partijdotaties – daarover straks meer. Wij vernemen dat het provinciebestuur de saneringsoperatie gewoon doorschuift naar de departementshoofden. Die hebben de opdracht gekregen zelf maar uit te dokteren hoe ze die fameuze lineaire 3%-besparing gaan realiseren.

Aan de collega’s van de meerderheidspartijen

Ik richt mij nu tot de vele raadsleden, ook van de dominante meerderheidspartij, van wie ik in de commissies gezien heb dat zij als werkende mensen, soms al tientallen jaren, met hun voeten in de realiteit staan. Als gezondheidswerkers – verplegers, huisarts en andere – als leraren, ambtenaren, bedrijfsleider enzovoort.
Vindt u, collega’s en vrienden, het goed bestuur als de politieke verantwoordelijken aan uw directies zeggen ‘zoek zelf maar uit hoe u 3% en mettertijd zelfs 15% kan besparen’? En dat zonder zelf enige visie mee te geven of zonder enige discussie met u aan te gaan?
Is dat soort aankondigingspolitiek de ‘verandering’ die u wil en waarvoor u uw kiezers, met succes, hebt warm gemaakt?
Kan u nog altijd uw partijvoorzitter bijtreden als hij alle partijen – op de niveaus waar hij zelf nog niet deelneemt – beschuldigt van slecht bestuur terwijl het beleid waarmee hier van start wordt gegaan minstens even slecht is?

Stad en provincie A als proefterreinen van N-VA

Ik denk dat u, samen met ons, alle redenen hebt om u zorgen te maken over de met luide trom aangekondigde besparingsvoornemens. Niet in het minst omdat de opgave extra moeilijk wordt door het plan die 3 procent besparing ook al voor het hele begrotingsjaar 2013 te realiseren. Aangezien de concrete maatregelen pas bij de begrotingswijziging van mei zullen voorgelegd worden – en we moeten nog zien of dat zal lukken – kunnen zij ten vroegste vanaf juni in voege treden. Om op de resterende 7 maanden toch een besparing van 3% op jaarbasis te bereiken in 2013 zou men dus in de uitgaven van de meeste departementen 5 % of meer moeten snoeien. Sommigen van u, die ook beheersverantwoordelijkheid op hun werk dragen, beseffen allicht welke menselijke schade zo’n kille cijferoefening kan aanrichten.

Voor de PVDA+ is het duidelijk: De aangekondigde lineaire besparing van 3 procent is in hoofdzaak politiek geïnspireerd. Ze dient vooral de profileringsdrang van de N-VA. Met het oog op de verkiezingen van 2014 wil die partij tonen dat het haar menens is met de neoliberale verandering die ze beloofde, dat zij eens zal gaan snoeien in het overheidsapparaat in de overheidsuitgaven. Hoe en waar dat zien we nog wel. De partij verkondigt nu al dat ze zowel de stad als de provincie Antwerpen hiervoor als proefterreinen wil gebruiken. Getuige de aanmatigende aansporing van hoofdgedeputeerde Luc Lemmens tot de andere provinciebesturen om ‘het Antwerpse voorbeeld te volgen. ‘En’, zo voegde hij er aan toe, ‘als zij niet volgen zal Antwerpen het alleen doen’.

3 procent ‘minder’ voor partijdotaties: demagogie

En ja, dan was er die fameuze gelijktijdige aankondiging dat men ook 3 procent gaat besparen op de dotaties voor de politieke partijen. Is dat dan geen verandering? Neen, het is niet meer dan een demagogische camouflagetruc. Die dotaties bedroegen 1 miljoen euro op een totaal budget van 240 miljoen € en zouden nu zakken tot 970.00 euro. De daarmee gerealiseerde besparing van 30.000 euro is natuurlijk veel minder ingrijpend dan de drie procent en meer die men op de overige 239 miljoen uitgaven wil realiseren. Die slaan op de uitgaven voor voorzieningen, voor personeel en subsidies voor onderwijs, cultuur, welzijn, milieu, vrije tijd, werkgelegenheid, diversiteit enzovoort. Die besparingen gaan veel meer mensen en verenigingen echt pijn doen. Tegen 2015 wil men zelfs komen tot een totale jaarlijkse besparing van 20 miljoen euro.
Want eerlijk hoe hard zal de grootste partij van dit halfrond, de N-VA het voelen als haar provinciale dotatie daalt van 350.000 naar ‘maar’ 340.000 euro? Weegt die vermindering met 10.000 euro per jaar op tegen de tientallen of meer personeelsleden of verenigingen die uw besparingswoede gaan betalen met het verlies van hun job of de korting van hun subsidies?

N-VA bedient zich 3 maal guller dan PS van Luik

Los van een debat ten gronde over de wenselijkheid en voorwaarden voor een transparante en democratische publieke financiering van de partijen, wil ik bij deze vermindering van de provinciale partijdotaties nog een kanttekening maken en wel een met communautaire inslag. Maar dan in een andere richting dan we in Vlaanderen gewoon zijn te horen.

Wel, indien ons provinciebestuur echt op de partijdotaties had willen besparen, had ze een voorbeeld kunnen nemen aan – jawel – het provinciebestuur van Luik. Die heeft, in tegenstelling tot de Antwerpse deputatie, 12 jaar geleden geen extra provinciale financiering van de partijwerkingen ingevoerd. Luik beperkt zijn dotaties aan de partijen, vertegenwoordigd in de provincieraad, tot een subsidiëring van de fractiewerking met 3.720 euro per raadslid en per jaar. Met 56 provincieraadsleden – in de vorige legislatuur waren dat er nog 84 – besteedt de provincie Luik dus 208.320 euro aan partijfinanciering. Bij een gelijkaardige regeling zou onze provincie, die 67 % meer ingeschreven kiezers heeft dan Luik, dus in totaal 325.000 euro per jaar mogen besteden aan partijfinanciering of slechts 35% van de huidige 970.000 euro. Met haar ‘ingekrompen’ budget voor partijfinanciering geeft de provincie Antwerpen dus nog altijd bijna drie maal meer uit dan die zogezegde potverterende Walen en Franstaligen van Luik. En bedient de N-VA zich als grootste partij met bijna 36% van de stemmen ook bijna drie keren beter in vergelijking met wat de PS, met ook bijna 35% van de stemmen, in de provincie Luik opstrijkt. Indien het provinciebestuur dus echt iets grondigs op het vlak van provinciale partijfinanciering had willen veranderen, had ze tweeëntwintig maal meer kunnen besparen door – jawel – het Luikse voorbeeld te volgen. Maar daar hebben de grote veranderaars in onze provincie voor gepast. Net zoals het voor het beperken van de raadscommissies – en de bijhorende zitpenningen en werkingskosten – tot 6 zoals in Oost-Vlaanderen of 5 zoals in Luik.

Geachte collega’s,

In onze commentaar op het bestuursakkoord hebben wij al belicht welke grote rol de bankencrisis, en in het bijzonder het Dexia-debacle, speelt in de verslechtering van de financiële toestand van de gemeenten en provincies.
Ik wil ook nog twee andere oorzaken in het licht stellen.
De eerste is de systematische vermindering van het aandeel van het Provinciefonds in onze financiering. Waar het Provinciefonds in 1990 nog goed was voor 19,7% van de provinciale ontvangsten is dat nu nog maar voor 9,7%. De meest stabiele financieringsbron werd zo, net als bij de gemeenten, aangetast. Het verlies werd ondermeer gecompenseerd met een verdubbeling tussen 1980 en 2010 van de opcentiemen op de onroerende voorheffing, de grondbelasting .

Staatshervorming en… staatsverrommeling

Een tweede niet onbelangrijke factor van onze problemen is te zoeken bij de rits staatshervormingen die men meende te moeten doorvoeren in ons landje van amper een voorschot groot. Even terzijde: indien China in verhouding tot het aantal inwoners evenveel ministers zou tellen als België nu zou dat land 130.000 ministers moeten hebben. De staatshervormingen hebben fel bijgedragen tot de nu algemeen erkende staatsverrommeling. Het regionale bestuursniveau is er tussengekomen en heeft zichzelf altijd maar meer opgeblazen. Vooral het provinciale maar ook de andere lokale bestuursniveaus kwamen daarbij in de verdrukking. De Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten haalde in juni 2010 nog scherp uit tegen ‘de vervanging van het Belgisch centralisme door een nieuw Vlaams centralisme’. Het in april 2011 goedgekeurde Witboek over de Interne Vlaamse Staatshervorming zou orde op zaken stellen. Maar het ACV Openbare Diensten stelde in diezelfde maand nog: ‘Dit witboek kan de vele beloften niet waarmaken: het zal leiden tot meer verrommeling, een grotere complexiteit en minder draagvlak voor de Vlaamse besturen. Het traject interne staatshervorming is een parlementaire democratie onwaardig.’
Ook op de voorbereidende commissievergaderingen hebben wij gezien hoeveel vraagtekens, verwarring, onzekerheid deze aan gang zijnde interne staatshervorming voor de departementen teweeg brengt. Hoeveel tijd en energie dit hele proces opslorpt. Het doet elk zinnig mens beseffen dat de zevende confederalistische – in feite separatistische – staatshervorming waarvan sommigen de inzet willen maken van de verkiezingen van 2014 ons naar een avontuur leidt met nog meer bestuurlijke chaos. En met even gevaarlijke als schadelijke conflicten tussen de gemeenschappen van ons land. En dat in een tijd waarin de economische crisis elke dag steeds meer mensen hun gerechtvaardigde hoop op een goed leven voor hen en hun kinderen ontneemt.

Geachte collega’s,

Het echte begrotingsdebat zal dus plaats vinden in mei. Van nu tot dan zullen wij oproepen en ijveren om de geplande asociale lineaire besparing van 3 procent tegen te houden en om te keren.

Sociale noden vragen om meer geld

Ja, er zijn allicht posten in het provinciale budget waarop kan en mag bespaard worden. Maar die besparingen moeten dan dienen om beter tegemoet te komen aan de grote noden op het vlak van huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, milieu, tewerkstellings- en antidiscriminatiebeleid, cultuur enzovoort, die nu ondergefinancierd zijn. Het totale pakket moet niet verminderen maar vermeerderen. We gaven onze remedies daarvoor al aan: de invoering van een miljonairstaks, de oprichting van een echte openbare bank, de opheffing van het bankgeheim voor strijd tegen de grote fiscale fraude en andere maatregelen die de superrijken doen betalen.

Ondermeer een dokwerker die zich na zijn vroege shift in werkpak naar het Provinciehuis spoedt om de eedaflegging van 'zijn' mandatarissen bij te wonen. Dat hadden ze daar nog niet zo vaak gezien.

Ondermeer een dokwerker die zich na zijn vroege shift in werkpak naar het Provinciehuis spoedt om de eedaflegging van ‘zijn’ mandatarissen bij te wonen. Dat hadden ze daar nog niet zo vaak gezien.

Bij de bespreking van het bestuursakkoord duidden wij ook al aan welke initiatieven wij steunen en willen versterken en welke nieuwe initiatieven wij willen ontwikkelen met de bestaande en met nieuwe financiële middelen. Wij gaven ook aan welke al lang bestaande, maar nu versterkte, negatieve tendensen wij willen terugdraaien. Dan hebben we het op de eerste plaats over de voortschrijdende verzelfstandiging en uitbesteding als onderdeel van een proces van of een stap naar privatisering. Een evolutie die overigens geen besparingen meebracht maar een aanzienlijke toename van de uitgaven voor de verzelfstandigde provinciebedrijven, zoals we in de ons bezorgde documenten kunnen lezen. En ook op het vlak van performantie is het geen succes. Zo vernamen we dat daarom de schoonmaak van het Provinciehuis opnieuw in eigen beheer zal worden gedaan. En de rocamboleske ruzie over Pennezakkenrock tussen de provincie en het organisatiebureau Relax Vof, aan wie het de voorbije jaren was uitbesteed, toont waar we met outsourcing kunnen uitkomen. Ook tegen de afbouw van de werkgelegenheid bij de provincie, en van de statutaire tewerkstelling in het bijzonder, verzetten wij ons met klem.

Verklaring van ons stemgedrag

Tegen de maand mei, en zeker tegen de begrotingsslag van 2014 – die fameuze ‘oorlog 14-18’ – zullen wij onze alternatieven nog beter uitwerken. Wij erkennen dat wij als jonge fractie nog veel te leren hebben over de uitgebreide en versnipperde provinciale taken en initiatieven. Maar, dankzij vragen en hulp van de mensen op het terrein, kunnen we snel vooruitgaan. Omwille van onze voorlopige relatieve onbekendheid met het terrein zullen wij ons bij de bespreking van de verschillende begrotingsposten gereserveerd opstellen. Bij de algemene stemming over deze begroting zullen we ons onthouden. Ook al omdat wij alles willen toespitsen op het tegenhouden en omkeren van de echte plannen die in mei aan de orde gaan zijn. Op sommige onderdelen van de begroting zullen wij voor stemmen, eerder symbolisch, om te tonen welke domeinen wij bij voorrang willen beschermen en versterken. Enkel op de post fiscaliteit zullen wij ook nu al tegen stemmen omdat ook in de provinciale belastingen het principe van de progressiviteit, dat hoge inkomens meer doet betalen, grotendeels ontbreekt.

Vier vragen

Tot slot van dit begrotingsdebat zonder echt voorwerp wil ik aan de hoofdgedeputeerde toch volgende vragen stellen:

1. Erkent u dat u, met het verzwijgen in het bestuursakkoord van uw lineaire besparingsplannen, de provincieraadsleden belangrijke informatie onthouden hebt en de democratische besluitvorming hebt geschaad?
2. Wanneer hebt u voor het eerst de departementshoofden de opdracht gegeven om 3 procent te besparen? Was dat vóór of na uw mededeling aan de pers en de provincieraad op 8 januari? Uw antwoord hierop zal ons een indicatie geven of u goed dan wel slecht bestuurt.
3. Erkent u dat een goed bestuur eerst zelf een beleidsvisie moet uitwerken alvorens budgetwijzigingen op te leggen?
4. Erkent u dat een lineaire besparing sowieso onuitvoerbaar zal zijn?
5. Wanneer gaat u ons en de betrokkenen inlichten over uw concrete budgettaire keuzes? Zal dat deze keer voldoende op tijd gebeuren zodat een echt democratisch debat met inbreng van de oppositie en alle betrokken actoren mogelijk is?

Onze fractie verwacht hierop klare antwoorden en vooral andere beleidsopties.
De ‘verandering’ die wij tot nu toe zagen is er namelijk een die wij zo snel als mogelijk terug willen veranderen. Meer bepaald in sociale en democratische zin.

Ik dank u voor uw aandacht.

Nawoord

Als epiloog vermeld ik nog twee zaken uit het debat dat volgde op de tussenkomsten van de fractievoorzitters en de antwoorden hierop van van de hoofdgedeputeerde Luk Lemmens (N-VA).
Een. In de loop van het debat dienden we bij herhaling kritiek uit te brengen op de tot nu toe altijd wel zeer korte, louter technische, inleidingen en antwoorden van Luk Lemmens. Kritiek die toenemende steun kreeg en waar men duidelijk mee verveeld zit. Zo stelde ik de vraag: “Op de agenda van deze begrotingsdiscussie staat zwart op wit ‘Korte inleiding, 10 minuten, door hoofdgedeputeerde Lemmens’ en, na de tussenkomst van de fractievoorzitters ‘Kort antwoord van de hoofdgedeputeerde’. Wat zou N-VA ervan vinden indien op de agenda van het begrotingsdebat – belangrijkste debat van het jaar – in het federale parlement 2 maal een ‘korte’ tussenkomst van Di Rupo zou worden aangekondigd? Het kot zou te klein zijn om te roepen over ‘onbehoorlijk bestuur’,’misprijzen voor het parlement’.” Toen Luk Lemmens toch volhield dat het best ‘kort’ kon, vroeg ik hem: “Is het soms uw bedoeling provant.be te vervangen door provkort.be? Provkort, waar de hoofdgedeputeerde korte uitleg geeft, waar de raadsleden kort worden gehouden en waar gekort wordt op de subsidies voor sociale en culturele projecten?” De volgende dag had onze hoofdgedeputeerde toch al een presentatie, weliswaar nog altijd zonder veel inhoud en zonder visie. Toen ook Open VLD, nu in de oppositie dit kritiseerde, verdedigde hij zich: ‘Ik ben nog maar sinds 7 december in functie?’. Mijn repliek: “Uw verkiezing dateert wel al van 14 oktober, 2 maanden eerder. En uw voorakkoord van nog vroeger. Dat u aan de macht ging komen wist u al sinds juni 2010, dus tijd genoeg gehad om u voor te bereiden.”
Twee. Eerst probeerde Luk Lemmens (N-VA) nog te ontkennen dat hij in de commissiezitting van 8 januari gesproken had over een ‘lineaire’ besparing. Ik verwees naar persberichten waarin dit overgenomen was. Een ander raadslid stelde dat hij die term wel degelijk gebruikt had en dat de bandopname van de zitting kon bewijzen dat hij dus loog. Op de tweede dag van het begrotingsdebat corrigeerde Lemmens zich een beetje en gaf hij toe dat een lineaire besparing onuitvoerbaar is: “Noteer dat er geen sprake is van lineaire besparingsmaatregelen maar wij houden vast aan ons doel tot een totale besparing te komen van 3 procent dit jaar en uiteindelijk van 15 procent in de komende jaren.
Neoliberale besparingsdrift blijft dus de essentie van de door N-VA aangekondigde verandering.

Advertentie

1 reactie »

  1. Enrico De Simone said

    Mooie speech Kris, en je zet al (kleine) dingen in beweging. Dat belooft voor de rest van de legislatuur.
    En ook hier bekruipt me net als bij de OCMW raad en de Antwerpse gemeenteraad hetzelfde gevoel: het is dankzij de partij dat er eindelijk aan echte politiek gedaan wordt in de vertegenwoordigende lichamen.

RSS feed for comments on this post · TrackBack URI

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: