6 miljoen euro voor een museum of voor stadskas van Bart De Wever?

bouwblokgildekamerstraat3web(1)Tijdens de provincieraad van 24 oktober verzetten de PVDA+ en de andere partijen van de oppositie zich tegen de aankoop door de provincie van een pandencomplex gelegen achter het stadhuis van Antwerpen. Het gaat om de gebouwen van het vroegere Etnografisch Museum (Suikerrui 17-19) en Volkskundemuseum (Gildekamerstraat 2-3-4-5-6) en de panden van Kaasstraat 7-9-11. Niet alleen het hiermee gemoeide hoge bedrag – 6 miljoen euro om te beginnen – zette kwaad bloed, ook de manier waarop de deputatie van de provincie, zonder overleg en debat vooraf, de gegevens en motivering voor de aankoop slechts 3 dagen op voorhand meedeelde. En dat zowel aan de leden van haar eigen meerderheid als aan de oppositie. Hieronder de toespraak waarmee ik de tegenstem van de PVDA+ toelichtte, aangevuld met enkele gegevens die sindsdien aan het licht kwamen. Hoewel de deputatie (N-VA, CD&V, sp.a) de beslissing doordrukte, lijkt deze affaire allesbehalve afgehandeld.

“Geachte collega’s,

Net als de vorige intervenanten kom ook ik voor dit punt naar het spreekgestoelte. Een beslissing van 6 miljoen euro, die wellicht zal oplopen tot meer dan het dubbele, verdient dat. Er werd hier al voor minder naar voor gekomen.

Het vroegere Etnografisch Museum op de Suikerrui: sinds 2007 geen kandidaat kopers...

Het vroegere Etnografisch Museum op de Suikerrui: sinds 2007 geen kandidaat kopers…

Onze fractie gaat, in de huidige omstandigheden stemmen tegen deze aankoop van dit pandencomplex bestaande uit de gebouwen van het vroegere Etnografisch Museum (Suikerrui 17-19) en Volkskundemuseum (Gildekamerstraat 2-3-4-5-6) en de gebouwen aan de Kaasstraat 7-9-11. We hebben daarvoor vijf redenen.

1) Het gaat hier om een belangrijk bedrag, 6 miljoen euro om te beginnen, een uitgave die niet is afgewogen tegenover andere grote noden. Denken we alleen maar aan de dramatische situatie bij het Gouverneur Kinsbergencentrum (dat hulp biedt aan kinderen en jongeren met ontwikkelingsstoornissen zoals autisme), de mogelijke stopzetting van het festival Mano Mundo enzovoort.

2) Het ontbreekt bij dit besluit aan een globale beleidsvisie inzake cultureel en museaal beleid.

3) Dit besluit heeft meer van doen met een financiële vriendendienst voor burgemeester De Wever en zijn college. Men helpt de stad Antwerpen om af te geraken van gebouwen die zij al jaren niet verkocht kregen.

4) De financiering gaat ondermeer gebeuren met de verkoop op de immobiliënmarkt van het vroegere Dominicanerklooster in de Kievitwijk waarvan beloofd was het opnieuw een sociale bestemming te geven.

5) De wijze waarop de provincieraad, zowel de raadsleden van de meerderheid als van de oppositie, bij de totstandkoming van dit besluit buiten spel zijn gezet is een onaanvaardbaar staaltje van oude politieke cultuur.

Vijf redenen om tegen te stemmen

Ik verklaar onze vijf bezwaren nader.

Ten eerste, de kostprijs, 6 miljoen euro. Dat is bijna evenveel als het Antwerpse aandeel in de onverwachte en niet overlegde bijkomende besparing die de Vlaamse regering op 11 oktober aan de provincies oplegde en die, als ze doorgaat, tot bijkomende pijnlijke ingrepen gaat leiden in diverse domeinen. In die omstandigheden, zonder grondig debat, 6 miljoen investeren in de betwistbare aankoop van een museumgebouw is onverantwoord. Ondermeer omdat er geen voorafgaande afweging gebeurd is tegenover andere schreeuwende noden en problemen in onze provincie. Dan denk ik in de eerste plaats aan de redding van het Gouverneur Kinsbergencentrum, waar nog geen begin van oplossing is en waar de situatie nog veel dramatischer is dan ik ze in mijn interpellatie van vorige maand schetste. Verder is er het voornemen om een formeel engagement ten aanzien van een ander vitaal cultureel project, het festival Mano Mundo, te verbreken. Daarover interpelleer ik straks. Er is de toestand in het APB Sport, door ex-gedeputeerde Cory Masson bestempeld als ‘de verwoeste gewesten’, de schrapping van de vakantieopvang in de Schranshoeve voor kinderen van het personeel, en zo kunnen we nog wel een paar departementen aflopen.
Bovendien zal, zo vernamen we van gedeputeerde Ludwig Caluwé (CD&V), de aanpassing van de aan te kopen gebouwen aan de zogenaamde moderne museale normen minstens nog eens een vergelijkbaar bedrag vragen. Waardoor we uitkomen op 12 miljoen euro of meer. (In de loop van de zitting zou aan het licht komen dat het bedrag kan oplopen tot 20 miljoen euro. Zie hieronder in de epiloog. km)

Welke musea willen we?

De gebouwen van het vroegere Volkskundemuseum in de Gildekamerstraat. De provincie wil er het Zilvermuseum hervestigen.

De gebouwen van het vroegere Volkskundemuseum in de Gildekamerstraat.

Ten tweede. Het ontbreekt bij dit besluit aan een globale beleidsvisie inzake cultureel en museaal beleid en nog meer aan discussie daarover. De deputatie zegt de gebouwen te willen gebruiken als nieuwe locatie voor het gesloten Zilvermuseum van het Sterckxhof in Deurne gekoppeld aan een diamantbelevingsmuseum. Maar is het dat wat we op dit gebied prioritair nodig hebben? Niemand zal betwisten dat de panden aan en rond de Suikerrui potentieel een toplocatie vormen voor een initiatief dat binnen- en buitenlandse toeristen kan aantrekken, wat een goede zaak kan zijn. Maar moet en kan dit met een Zilvermuseum? Kunnen de belangrijkste stukken van dit museum niet geïntegreerd worden in het Zilverpaviljoen van het MAS? Aan welk soort musea hebben deze provincie en stad nog het meeste behoefte? Richt men zich alleen op rijke toeristen of kiest men voor laagdrempelige musea die de gehele bevolking, jong en oud en van gelijk welke origine, uitnodigen om zoveel mogelijk cultuur en historische kennis op te doen? Hebben onze stad en provincie niet eerder nood aan een museum over de geschiedenis van de sociale strijd in onze regio? Over de bijdrage die in onze provincie geleverd is aan de verovering van de democratische en sociale rechten? Is het geen schande dat de arbeiders die eind van de 19de eeuw in Borgerhout in de strijd voor het algemeen stemrecht werden dood geschoten het moeten stellen met een onvindbare gedenkplaat op de Turnhoutse baan? Waar vind je een waardig museaal spoor van de strijd van de dokwerkers in 1936 die ons de eerste week betaald verlof opleverde? Van de stakingen van de scheepsbouwers van Cockerill Yards voor de vijfdagenweek? Van de stakingen bij Veille Montagne in Balen? Van de strijd van de diamantslijpers van Nijlen en omstreken? Van de strijd van de arbeiders der steenbakkerijen in de Rupelstreek. Men hoeft mij hierin niet te volgen, maar er dient wel een debat over mogelijk te zijn.
Zoals er, voor de musea die men wel wil behouden, gediscussieerd moet worden over hoe men tot de meest rationele samenwerking kan komen tussen de zovele niveaus die zich met het museumbeleid bemoeien (Vlaanderen, stad, provincie). Ik ben geen specialist maar we hadden wel verwacht, dat vóór een dergelijke gewichtige investering, de beleidsverantwoordelijke cultuur en zijn deskundige adviseurs hun visie over deze en andere vragen zouden voorleggen en laten bediscussiëren.

Al zes jaar wil niemand deze panden kopen

Achterzijde van de geklasseerde panden aan de Gildekamerstraat. Bouwvoorschriften zijn streng. De bijkomende renovatiekosten worden geschat tussen de 6 en 14 miljoen euro...

Achterzijde van de geklasseerde panden aan de Gildekamerstraat. Bouwvoorschriften zijn streng. De bijkomende renovatiekosten worden geschat tussen de 6 en 14 miljoen euro…

Ons derde bezwaar slaat er op dat de dure aankoop van deze gebouwen overduidelijk een financiële vriendendienst is aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen. Iedereen heeft kunnen vaststellen hoe de gebouwen aan de Suikerrui, Kaas- en Gildenkamerstraat al jaren niet verkocht geraken. Naar verluidt omdat ze historisch geklasseerd zijn en privé-ontwikkelaars opzien tegen de vele bouwkundige verplichtingen die hieraan verbonden zijn met betrekking tot aanpassingen zowel aan de buiten- als de binnenkant. De provincie levert het college van de stad Antwerpen nu een smak geld aan, die anderen niet wilden ophoesten. Zo kan het college van Bart De Wever eindelijk de verkoop van deze panden, reeds beslist door het vorige stadsbestuur in juni 2007, realiseren. De opbrengst ervan, die sinds 2008 in de begroting ter waarde van 7,4 miljoen voorzien was om de schulden voor het MAS te helpen afbetalen, kan voor 80 procent worden waargemaakt. Méér dan een meevaller als je weet dat we vandaag nog altijd op de site van het stedelijk vastgoedbedrijf AG VESPA kunnen lezen: ‘Door de bouw van het MAS (Museum aan de Stroom) en de verbouwing van Den Bell (centraal gebouw voor de stadsdiensten) kwamen een aantal stadseigendommen in het bouwblok Gildekamersstraat – Suikerrui – Kaasstraat leeg te staan. AG VESPA kreeg de opdracht om de eigendommen te verkopen. Het organiseerde hiertoe een openbare verkoop. De loten werden verkocht aan een minimumprijs van 7,6 miljoen euro. Tijdens de zitdag van donderdag 14 oktober 2010 werd geen bod uitgebracht op de eigendommen. De verkoop wordt momenteel herbekeken.’ Exact drie jaar later had dit herbekijken nog altijd geen verkoper opgeleverd tot het bevriende provinciebestuur – dat overal elders de besparingshakbijl hanteert – als reddende financiële engel opdook en 6 miljoen euro neertelt.

Bestemming Dominicanerklooster verraden

Ingang van het Dominicanerklooster in de Ploegstraat. Aan de achterzijde is er ook nog een kerk gebruikt voor culturele activiteiten.

Ingang van het Dominicanerklooster in de Ploegstraat. Aan de achterzijde is er ook nog een kerk gebruikt voor culturele activiteiten.


Het vierde bezwaar, dat voor ons nog het zwaarste weegt, is dat dat aankoop en de bijkomende kosten voor aanpassing voor een belangrijk deel gaan gefinancierd worden door de verkoop van het voormalige Domincanerklooster in de Ploegstraat. De opbrengst daarvan wordt geschat op meer dan 3 miljoen euro. Samen met in de begroting 2013 voorziene 4 miljoen voor herplaatsing van het Zilvermuseum en de verkoop van het huis van de arrondissementscommissaris zou men zo het financiële plaatje rond krijgen.
De verkoop van het Dominicanerklooster in de Kievitwijk is alweer een verrassende, totaal niet overlegde, verbreking van een formeel engagement. Een engagement dat ons in februari, naar aanleiding van de uitzetting van de krakers en jonge kunstenaars om veiligheidsredenen, nadrukkelijk in deze raad is herbevestigd door gedeputeerde Bellen. Dat kan men trouwens, tot op vandaag, zwart op wit lezen op de officiële site van de provincie in de rubriek Welzijn- ondernemen-sociale economie. Onder de titel ‘Project Dominicanenklooster – QVIT’ werd daar op 23 februari 2013, na de uitzetting van de daklozenwerking om veiligheidsredenen, dit gepost: ‘De provincie Antwerpen wenst de site van het voormalige Dominicanenklooster te herbestemmen naar een laagdrempelige, toegankelijke, intergenerationele en multifunctionele site: een ontmoetingsplaats en centrum voor sociale economie, armoede, diversiteit en wijkwerking.’
In de voorbereidende commissiezitting van eergisteren stelde ik dat ik mij meende te herinneren dat, volgens de in februari uitgezette Krakersbeweging Koevoet, de Dominicanen hun klooster in 2007 aan de provincie verkocht hadden aan een lagere prijs dan wat zij op de markt konden krijgen. Zij wilden op die wijze verzekeren dat het gebouw een sociale en wijkgerichte functie zou behouden. Dit laatste, zo stelde ik, zou zelfs als voorwaarde in de akte van verkoop zijn opgenomen. Op de commissie werd dit door sommigen op onheuse wijze weggelachen, maar men zou het nog voor de provincieraadszitting checken. En wat vernemen we in een mail van de dienst patrimonium die we onderweg naar deze zitting aankrijgen? Ik citeer: ‘Het Dominicanenklooster werd op 19 december 2007 aangekocht voor 1.650.000,00 EUR. De aankoop gebeurde onder last van de realisatie van een sociaal-cultureel project. Hierbij de bewuste passage uit het aankoopcontract. (zie fac-simile hieronder).

Bepaling uit de verkoopakte van 2007: 't Klooster moet een sociaal-culturele bestemming behouden.

Bepaling uit de verkoopakte van 2007: ’t Klooster moet een sociaal-culturele bestemming behouden.

In strijd met deze bepaling heeft het provinciebestuur nu een plan om dit voormalige klooster gewoon op de immobiliënmarkt te gooien. Dat verklaart waarom de opbrengst van de verkoop ook geschat wordt op meer dan 3 miljoen euro, de prijs die men er voor kan krijgen op de markt van projectontwikkelaars. Bijna het dubbele van wat men er in 2007 zelf voor betaalde aan de Dominicanen. Een bedrag dat uiteraard niet in het bereik richt van verenigingen die voor de sociaal-culturele invulling zouden kunnen zorgen, want die zuchten allemaal onder de besparingsdrift van de overheden, ook de provinciale. Neen dit is een prijs op maat van projectontwikkelaars. Het bos van chique kantoortorens, dat ’s avonds troosteloos verlaten is, zal verder oprukken in de Kievitwijk. De Alcatel-toren zal nog broertjes krijgen. Adieu mooie beloften van het provinciebestuur over sociale economie, projecten voor armoedebestrijding en wijkwerking. De woorden waarmee de leider van een CD&V-N-VA-kartel, de latere premier Leterme, ooit een verkiezing won ‘Wie gelooft die mensen nog?’ zijn helaas hier van toepassing.

Sinds 2010 bezetten krakers 't Klooster. Ze organiseerden er ook een Volxkeuken.  Na een brand, werden ze er in februari, 'om veiligheidsredenen' uitgezet.

Sinds 2010 bezetten krakers ’t Klooster. Ze organiseerden er ook een Volxkeuken. Na een brand, werden ze er in februari, ‘om veiligheidsredenen’ uitgezet.

Meerderheid = stemmachine

Ons vijfde en laatste bezwaar slaat op de wijze waarop de provincieraad bij dit besluit volledig buiten spel geplaatst is. Noch in de commissies cultuur en financiën-logistiek, noch in de raad zelf is er ook maar enig plan voorgelegd, laat staan bediscussieerd. In dit geval heeft het besluit van 2 blaadjes A4 meer weg van een notariële akte voor een vastgoedoperatie. Zoals gezegd zal men er vruchteloos een globale beleidsvisie in zoeken. In de ogen van het bestuur beperkt de rol van de provincieraad zich blijkbaar tot het stemmen voor of tegen besluiten die elders al bedisseld en genomen zijn. Van de leden van de meerderheid wordt verwacht dat ze genoegen nemen met een rol van gedweeë stemmachine, de oppositie mag eenmalig wat kritiek ventileren en achteraf wat proberen controleren. We worden gedegradeerd tot controleurs a posteriori.
Wij leggen ons niet neer bij deze rol. En wij kunnen niet geloven dat alle leden van de meerderheid zo maar zullen blijven berusten. Collega’s, wij hopen dat sommigen van u nu de moed zullen hebben om op te staan en te zeggen: neen, onze rol omvat meer dan alleen maar op het ja-stemknopje te duwen. Dat kan u doen door bij dit gewichtige punt, met verdragende consequenties, in de huidige omstandigheden samen met ons neen te stemmen.”

Epiloog. Dit krijgt nog een staart(je)

Het debat over deze dure aankoop verliep in een verhitte sfeer. De deputatie werd verplicht het dossier, dat de raadsleden niet hadden kunnen inzien, naar de raadszitting te laten brengen. Tijdens een schorsing konden we, bij een eerste vluchtige inkijk, alvast dit vaststellen:
1) De aangekochte gebouwen werden door landmeter-expert Jan De Wael in zijn verslag van 30/11/2009 in opdracht van de verkoper AG Vespa, opgemaakt op basis van een bezichtiging op 26/4/2007, geschat op een waarde van 7,4 miljoen euro. Een schattingsverslag van 25 juni 2013, in opdracht van de provincie, komt voor de helft van de gebouwen tot exact hetzelfde bedrag als dat verslag voor AG Vespa van… 6 jaar geleden. De provincie liet de overige gebouwen niet meer opnieuw schatten en besloot dat zij een ‘goede zaak’ deed door het geheel te verwerven voor 6 miljoen of 1,4 miljoen minder dan de in 2007 door Vespa gevraagde prijs. Wel merkwaardig dat een gebouwencomplex dat 6 jaar lang niet verkocht geraakt nog altijd voor 80% van de vraagprijs van 2007 van de hand kan gedaan worden. En dat niet voor de vestiging van commerciële functies die het Vespaverslag van 2007 vooropstelde (hotel, rusthuis, winkels op gelijkvloers) maar voor een museum van de overheid.
2) Het schattingsverslag raamt de bijkomende kosten voor renovatie van de gebouwen in functie van de inrichting van een museum, beantwoordend aan de moderne museale normen, tussen minimaal 6 miljoen euro en maximaal 14 miljoen euro. Samen met de prijs van de aankoop (6 miljoen) komt het totale kostenplaatje dus uit op 12 tot 20 miljoen. Laten we alles bij de minimale schatting houden. Zelfs ‘maar’ 12 miljoen dat staat gelijk aan 10 jaar het ‘structurele verlies’ dekken van het Gouverneur Kinsbergencentrum. Of 60 jaar lang de 200.000 euro subsidie per jaar blijven verzekeren waarmee Mano Mundo zou kunnen doorgaan. In dat geval zouden zelfs de kinderen van mijn kleinkinderen naar dit gratis festival kunnen gaan.
De hele zaak is helemaal nog niet rond, noch bestuurlijk noch financieel en notarieel. Onze PVDA-fractie werkt er zeker op door.
Bij de andere oppositiepartijen kondigde ondermeer fractieleider Tom Caals (Groen) aan klacht te zullen neerleggen bij de Vlaamse overheid over de onreglementaire manier waarop deze aankoop door het provinciebestuur is doorgedrukt.

Advertentie

2 reacties »

  1. Harry Schram said

    We mogen niet in de val trappen dat we onderwerpen zoals de sociale strijd of de uitbuiting van het zuiden of het racisme laten wegstoppen in aparte musea. Die verhalen verdienen mainstream aandacht en moeten bijgevolg aan bod komen in het bv. het MAS! (Misschien kunnen ze daar meteen ook eens een tentoonstelling doen over de integratie van gehandicapten en rolstoelgebruikers in de stad, en bij die gelegenheid dan ook maar eindelijk eens het volledige museum helemaal toegankelijk maken zonder dat rolstoelgebruikers er vernederende assistentie bij nodig hebben…). In het vroegere Diamantmuseum was er tenminste nog een (klein) beetje aandacht voor de ontginning van (bloed)diamanten – zal het leegroven van de zilvermijnen aandacht krijgen in het Zilvermuseum? Zal een nieuw diamantmuseum het ook durven hebben over de gigantische en voortdurende megafraude in de wereld van “het steentje”? Of wordt dat gewoon een duur met een nep-educatief sausje overgoten etalageproject voor cruise-toeristen die zelfs te lui zijn om tot in de diamantwijk te wandelen?

    Ook de omkadering van de wereldberoemde collectie Dora Janssen (precolumbiaanse kunst die eigenlijk maar toevallig in het MAS terecht is gekomen en daar – hoe mooi ook – als een tang op een varken past…) besteedt veel te weinig aandacht aan het leegroven van Zuid-Amerika. (Alleen in Antwerpen presteert men het om de hele precolumbiaanse geschiedenis te degraderen tot één verdieping in een museum dat eigenlijk over de geschiedenis van de stad gaat…)

    Er zou eigenlijk voor elk museum apart, én voor het totaal van de musea, een omkaderende visie moeten zijn met concrete doelstellingen op het vlak van zowel collectiebeleid als educatieve duiding. De doelgroepen moeten duidelijk omschreven worden en er moet een regelmatige evaluatie komen of men die ook effectief bereikt, en welke boodschap daarbij overkomt. Musea evalueren vereist kwalitatief bezoekersonderzoek (waarmee men in het MAS gelukkig wel begonnen is, en ik vermoed ook in het Red Star Line Museum), maar dat is iets helemaal anders dan marktonderzoek waarbij men alleen neuzen telt, of erger nog, bestedingen in de shop, in het cafetaria of in de hotels en restaurants van de stad. e evalueert je onderwijs toch ook niet alleen door te tellen hoeveel leerlingen er ingeschreven zijn, of door te turven hoeveel er choco dan wel fruitsap drinken?

  2. krismerckx said

    Over de hele lijn akkoord, Harry. Ik vroeg om een voorafgaand grondig debat over welk museaal beleid we willen. Dat dient te gaan over zaken zoals die welke jij aanhaalt.

RSS feed for comments on this post · TrackBack URI

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: