Bij het Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC), een provinciale instelling die verdienstelijk werk doet voor kinderen, jongeren en volwassenen met autisme of andere ontwikkelingsstoornissen, vielen al vijf naakte ontslagen. De halve of zelfs hele ontmanteling dreigt. Tijdelijke contracten worden niet hernieuwd, gepensioneerden en verlaters niet vervangen. Bij het APB (Autonoom provinciebedrijf) Sport is de liquidatie van 10 jobs aan de gang en worden tal van subsidies en plannen (o.a. overkapping Wielerbaan Wilrijk) geschrapt. Toch vindt het Antwerpse provinciebestuur (N-VA, CD&V, sp.a) dat het beslissingen, waar miljoenen mee gemoeid zijn, kan doorduwen zonder de provincieraad daar een zeg in te geven. Laatste exploot was het bij verrassing herbestemmen van de 4 miljoen reserves van het Rampenfonds. Daarbij stak provinciegouverneur Cathy Berx op ongeoorloofde wijze een handje toe. Hier de interpellatie die ik daarover vandaag in de provincieraad hield.
Geachte collega’s,
De PVDA+ wenst in deze interpellatie met klem te protesteren tegen het oneigenlijk gebruik van het Rampenfonds voor het vullen van een budgettair gat van 2,4 miljoen euro en tegen de wijze waarop de provincieraad bij deze belangrijke beslissing eens te meer compleet buiten spel is gezet.
Op 21 november is er, op uitnodiging van de voorzitter, gouverneur Cathy Berx, een in allerijl bijeen geroepen vergadering doorgegaan van de Algemene Vergadering van de vzw Rampenfonds voor de provincie Antwerpen. De Algemene Vergadering (AV) stemde in met het voorstel van de deputatie en de gouverneur om de statuten van de vzw te wijzigen en het grootste gedeelte van de gelden van het fonds, actueel 3,9 miljoen euro, een nieuwe bestemming te geven, te weten:
* 2,46 miljoen euro voor Campus Vesta ter compensatie van een vermindering van de provinciale dotatie aan deze instelling. (Campus Vesta is een complex, eigendom van de provincie Antwerpen, dat de politieschool van Antwerpen huisvest evenals opleidingen van brandweerkorpsen en Diensten Geneeskundige Hulp).
* 1,1 miljoen euro voor drie projecten van de gouverneur in verband met duurzame en onderbouwde veiligheidszorg,
Zeventien van de achttien aanwezige leden, tevens houders van 20 volmachten, stemden met dit voorstel in. Ik bracht, als fractievoorzitter van de PVDA+, de enige tegenstem uit.
Geachte collega’s provincieraadsleden, zowel van oppositie als meerderheid,
Ik denk dat er ook voor u voldoende redenen zijn om vragen te stellen bij de genomen beslissing en , in elk geval, de daarbij gevolgde procedure aan te vechten. Ik som ze op.
1. Dit is, in een maand tijd, al het tweede miljoenendossier waarbij de provincieraad buiten spel wordt gezet. Eind oktober werd, amper drie dagen nadat u van het besluit en de bijhorende documenten op de hoogte was gesteld, de aankoop, voor 6 miljoen, doorgeduwd van het gebouwencomplex van het Volkskunde- en Etnografisch Museum. Op 21 november werd, op een vergelijkbare wijze, op de AV van de vzw Rampenfonds een herbestemming geforceerd van de bijna 4 miljoen euro reserves in het fonds. Alleen uw fractievoorzitters waren zes dagen op voorhand van dit voorstel op de hoogte gebracht. De meesten van u hebben de beslissing allicht pas achteraf vernomen, misschien wel na de agendering van deze interpellatie.
Is dit ‘versterking van de rol van de provincieraad’?
De vzw Rampenfonds was en is nochtans een initiatief van het provinciebestuur en de provincieraad. Zowel de gouverneur, tevens voorzitter, als de zes gedeputeerden, de provinciegriffier en de zeven fractievoorzitters vertegenwoordigden deze organen in de AV. Het aan de AV van de vzw voorgelegde voorstel ging overigens uit van de deputatie die hiertoe besliste in haar zitting van 14 november.
Een belangrijke beslissing zoals de mogelijke herbestemming van de belangrijke reserves van het fonds diende bijgevolg eerst in de provincieraad voorgelegd en gestemd te worden. Door de provincieraad volledig buiten de beslissing te houden veegden de deputatie en de gouverneur de vloer aan met de opdracht hen toebedeeld door het provinciedecreet, te weten ‘de versterking van de beleidsbepalende rol van de verkozen raad, als emanatie van de bevolking’.
Opdracht die in de memorie van toelichting bij het nieuwe provinciedecreet alsvolgt gepreciseerd werd: ‘Wat de provinciale organen betreft wordt de verhouding tussen de provincieraad, de deputatie, de gouverneur en de administratie hertaald, waarbij resoluut gekozen wordt voor een versterking van de provincieraad en van de positie van de verkozen raadsleden.’
Deze intentieverklaringen voor een nieuw en beter Vlaanderen blijken ook in dit geval holle frasen. Dit is geen is geen verandering. Dit is oude politieke cultuur: het beleid wordt beslist in de achterkamers, de verkozenen worden niet betrokken bij de voorbereiding en gedegradeerd tot stemmachines.
Ter aanvulling: in de verantwoording voor de statutenwijziging werd expliciet gesteld dat het doel is ‘de vzw nog verder te laten dienen als vehikel voor de gouverneur maar tegelijk de betrokkenheid vanuit de provinciale politiek en administratie te schrappen’. Of, hoe u, buiten uw medeweten, ook op dit terrein al bent geschrapt.
Natuurrampen en… budgettaire
Bezwaar 2. De beslissing van een in allerijl bijeengeroepen AV van de vzw is louter ingegeven door de hoogdringende budgettaire behoeften en geenszins door de doelstellingen van het Rampenfonds.
Ja, de Interne Vlaamse Staatshervorming, de bijkomende vermindering van het Provinciefonds met 26,7 miljoen en de neoliberale besparingsdrift van ons nieuw provinciebestuur, zorgen voor een budgettaire ramp. Maar voor dit soort ramp voorzagen de statuten van de vzw Rampenfonds geen tussenkomst. Althans niet tot de coup de théâtre van vorige week.
De gouverneur en de deputatie deden nauwelijks moeite om het budgettair karakter van hun ingreep te verbergen. Als voornaamste reden voor de bijeenroeping van de AV vermeldde de convocatie immers – ik citeer – ‘de budgetopmaak en het meerjarenplan (MJP) 2014-2019, waarin de dotatie aan Campus Vesta verminderd is’. Zo konden de leden van de vzw alvast één maatregel van de MJP vernemen, alweer vóór u die MJP gisteren kon inzien.
Om tegemoet te komen aan de hoge budgettaire nood is de AV van de vzw dit jaar zelfs vervroegd bijeengeroepen. En dat in strijd met art. 16 van de statuten van de vzw die stellen: ‘De AV moet tenminste éénmaal per jaar worden bijeengeroepen, in de loop van de maand december.’ De vervroegde bijeenroeping in november kan dus worden aangevochten als niet-statutair. Om tegen de Verenigde Raadscommissies van 27/11 een MJP ‘in evenwicht’ te kunnen presenteren, zijn dus ook statutaire regels opzij geschoven.
Gedreven door de urgentie van de begrotingsimperatieven heeft het bestuur van de vzw Rampenfonds onzorgvuldig haastwerk afgeleverd, in strijd met de regels van behoorlijk bestuur en administratie. De drie eerste bladzijden waarmee de wijziging van de statuten en van de bestemming van de gelden van de vzw Rampenfonds aan de leden van de AV werden toegelicht hebben meer weg van een kladje. Dit ‘document’ mist elk officieel karakter. Het heeft geen titel, vermeldt geen auteur noch politieke verantwoordelijke en geeft onduidelijke en tegenstrijdige omschrijvingen van de statutenwijziging.
Geen Rampenfonds meer nodig?
Bezwaar 3. Er is in de provincieraad, maar ook op de AV van de vzw, geen enkele inhoudelijke discussie geweest over het nut en de rol van het Rampenfonds, nu en in de toekomst.
Ondermeer volgende essentiële vragen zijn niet aan bod gekomen:
Vraag 1. Waarom werd in de voorbije jaren nog zo weinig beroep gedaan op het provinciale Rampenfonds?
Volstaat de uitleg dat alle schade van de slachtoffers voortaan voldoende gedekt is door de verplichte woningverzekering en het nationale Rampenfonds? De gouverneur sprak op dit punt zichzelf tegen door, op de vergadering, een in de voorliggende tekst niet vermeld argument voor haar eigen mini-Rampenfonds uit haar mouw te toveren: een deel van de voor haar projecten voorziene 1,1 miljoen zou kunnen gebruikt worden om, in het geval van een treinramp zoals in Wetteren, slachtoffers die lang op hun vergoedingen moeten wachten al tijdelijk voort te helpen.
Aansluitende vragen zijn:
Werden de specifieke steunmogelijkheden van het provinciale rampenfonds goed in het licht gesteld op de provant-pagina’s van de gouverneur? Naar mijn gevoel niet.
Hadden sommige slachtoffers van natuurrampen in onze provincie niet meer en beter, al dan niet tijdelijk, kunnen geholpen worden? Daarvan had een balans moeten voorliggen. Ondermeer van wat al dan niet gedaan is bij de geregistreerde en erkende natuurrampen in onze provincie. De laatste zeven jaar, sinds 2006, waren dat er 34, waaronder 1 tornado, 5 hevige winden of windhozen, 4 gevallen van overvloedige sneeuw en 24 van overvloedige regen en/of hagelval. Waren landbouwers en anderen in al die gevallen op de hoogte van hun mogelijke aanspraken, ook naar het provinciale fonds toe?
Vraag 2. Is het echt zo dat er in de toekomst geen enkele behoefte meer zal zijn aan een provinciaal Rampenfonds, onder meer voor tijdelijke hulp? Is het verantwoord de bestemming van de gelden te zomaar spoorslags te wijzigen nu door de klimaatopwarming zich ook in onze streken nieuwe natuurfenomenen voordoen?
Hebben wij bijvoorbeeld ook niet de plicht om, in het kader van onze provinciale Noord-Zuid werking, bij een ramp als de tyfoon in de Filippijnen een meer substantiële bijdrage te leveren? Groter dan de heroriëntering van een kredietje van 15.000 euro zoals we nu doen.
En dienden, indien nodig, de statuten niet in die richting aangepast te worden?
Prioriteiten afwegen
Vraag 3, en dit is niet de minst belangrijke. Indien een deel of het geheel van de gelden van ons Rampenfonds, na onderzoek, dan toch beter elders kan besteed worden voor welke noden moeten we dan prioritair kiezen? Het personeel van ons Gouverneur Kinsbergencentrum slaat op haar internetsite een alarmkreet over de dreigende ontmanteling: ‘Er komt zo een zwarte vlek op de sociale kaart en een voedingsbodem voor ziekte, werkloosheid, schoolse drop-out, criminaliteit,..’ Zijn dat soms ook geen menselijke rampen? Kan en dient het eventueel vrijgekomen geld niet eerder of evenzeer daarvoor gebruikt te worden?
Over dit alles, geachte collega’s, bent u 0,0 bevraagd en zelfs 0,0 vooraf geïnformeerd. Deputatie en gouverneur hebben alles in uw plaats beslist en doorgeduwd.
Gouverneur partijdig
Bezwaar 4. Onze fractie kritiseert de gouverneur dat zij in deze zaak uit haar rol is getreden van hogere aangestelde die zich politiek neutraal en boven de partijen moet proberen opstellen.
In plaats van de onafhankelijkheid aan de dag te leggen die van een zogenaamde ‘magistraat van de administratieve orde’ verwacht wordt, heeft zij, als voorzitter van de vzw Rampenfonds, actief meegewerkt aan ingrepen waarbij de gedeputeerden van de meerderheidspartijen beslag leggen op de reserves voor het vullen van budgettaire putten.
Aanleiding was allicht de beslissing van 12 september van de Vlaamse regering om, zonder overleg, het Provinciefonds met een extra 26,7 miljoen te verminderen. Een maand later, op 18 oktober, verstuurde de gouverneur-voorzitter immers een uitnodiging voor een vervroegde Algemene Vergadering van de vzw Rampenfonds ‘waar een statutenwijziging zal worden voorgesteld’. De inhoud van de voorgestelde statutenwijziging, en de budgettaire beweegredenen, vernemen de leden van de AV pas een maand later, op 15 november, zes dagen voor de vergadering. Vroeger kon ook niet want de deputatie keurde het voorgelegde besluit slechts een dag eerder goed, op 14 november.
Mag ik de gouverneur er aan herinneren dat het bureau van de Vereniging van Vlaamse Provincies, mét steun van onze Antwerpse vertegenwoordigers, in een motie van 21 oktober de bijkomende 26 miljoen besparingen opgelegd door de Vlaamse regering scherp heeft aangeklaagd? ‘De Vlaamse regering’, zo heette het in die motie, ‘verwezenlijkt haar begroting in evenwicht op de rug van de provincies’. Is het in die omstandigheden dan niet ongepast om, als provinciegouverneur, de Vlaamse meerderheidspartijen uit de wind te helpen zetten door een deel van de door hen geslagen begrotingsput te dempen met gelden van ons Rampenfonds?
Tot slot, formuleer ik namens de PVDA+ twee vragen aan het adres van de deputatie en het bureau van onze raad.
1) Agendeer op de zitting van 11 december, voorafgaand aan de globale begrotingsbespreking, eerst een debat en stemming over de toekomst van het Rampenfonds en zijn gelden. Zelf had ik verzocht om dit nog te doen op deze zitting, na deze interpellatie, maar er is mij meegedeeld dat dit niet meer kon en mocht.
2) Verzeker dat de provincieraadsleden voortaan ook betrokken worden in de voorbereidingsfase van de grote beslissingen. Dat zij daarover, ruim op voorhand, ingelicht worden en er over kunnen debatteren, zowel in de commissies als in de raadszittingen.
Geachte collega’s,
Ik hoop dat u mijn kritiek op wat er gebeurd is bij de vzw Rampenfonds en mijn voorstel ter zake zal bijtreden.
Respect voor het mandaat dat uw kiezers u gegeven hebben en een dosis zelfrespect, kunnen u daar alvast toe aanzetten.
Geef een reactie