Zo besloot ik op 25 september mijn hieronder gepubliceerde tussenkomst tegen het nieuwe voorstel van Huishoudelijk Reglement. De twee voornaamste wijzigingen waren exclusief tegen de PVDA+ gericht: de invoering van een voorheen niet bestaande tijdsbeperking voor interpellaties tot een armzalige tien minuten en een beperking van het aantal commissiezittingen waarvoor Nicole Naert en ik tot nu toe presentievergoedingen ontvingen. De meerderheidspartijen (N-VA, CD&V en sp.a) stemden voor de wijziging. Bij de oppositiepartijen stemden PVDA+ en VB tegen terwijl Open VLD en ook Groen zich onthielden.
Hieronder vind je mijn tussenkomst tegen de wijziging van het Huishoudelijk Reglement. Voor de geïnteresseerden heb ik ze in eindnoten, voorzien van bijkomende uitleg, die overbodig was voor de provincieraadsleden die met de materie vertrouwd zijn.
Voorzitter,
Geachte collega’s,
De PVDA+ gaat tegen deze wijziging van het Huishoudelijk Reglement stemmen.
Omdat ze gericht is tegen onze partij in het bijzonder en tegen de slagkracht van de oppositie in het algemeen. Ons voornaamste bezwaar is dat het hier gaat om een ernstige afbraak van het democratisch spreekrecht van de verkozenen.
Dat gebeurt door de toevoeging van volgende bepaling aan artikel 49 over de interpellaties. “De uiteenzetting van een interpellatie mag niet langer dan 10 minuten duren.” Daar waar voorheen het reglement, wat interpellaties betrof, geen enkele beperking van de spreektijd voorzag. Van geen beperking tot amper tien minuten voor een interpellatie, ook over zware dossiers: dit is een onaanvaardbare aantasting van de parlementaire democratie op provinciaal vlak. Het is een poging om elke harde en inhoudelijke oppositie in belangrijke mate te muilkorven en te bemoeilijken.

Aan de voorzitterstafel, naast de provinciegriffier (links): Ronny Cuyt (sp.a, ondervoorzitter van de provincieraad), Kris Geysen (N-VA, voorzitter) en Lilly Stevens (CD&V, ondervoorzitter). De meerderheidspartijen willen harde oppositie bemoeilijken.
Interpellatie maximum tien minuten
Collega’s,
We moeten mekaar geen Liesbeth noemen. Deze ondemocratisch wijziging, die in principe het spreekrecht van alle raadsleden kan en zal treffen, viseert in dit geval toch vooral de PVDA+. (1)
Dit voorstel stond al eens op de agenda van de provincieraad van februari maar is toen afgevoerd. De aanleiding was toen mijn gedocumenteerde interpellatie, in januari, over de onverdedigbare 2 miljoen euro subsidie aan de superrijken van Tomorrowland voor een kunstbrug van Arne Quinze. Tijdens mijn tussenkomst is er toen publiek aangekondigd dat men het huishoudelijk reglement zou veranderen om mijn spreektijd te beperken. (2)
In februari heb ik gesteld dat, indien deze wijziging van het Huishoudelijk Reglement op de agenda bleef staan, wij verplicht zouden zijn dit aan te klagen als een poging om onze partij te muilkorven. Het agendapunt werd toen afgevoerd en over de verkiezingen getild. Men zou dan zien of er een wijziging van het reglement nodig was. En zo ja, te zoeken naar het beste en meest democratische uit de al bestaande reglementen van parlementen en steden in ons land. Zodat het een vooruitgang zou zijn. (3) Het nieuwe reglement dat nu voorligt realiseert het tegenovergestelde.
Ook het handhaven, in artikel 33, van de povere tien minuten spreektijd bij tussenkomsten over het budget, bij themaraden en andere zogenaamde bijzondere aangelegenheden is allesbehalve een democratische vooruitgang.
Je kan immers op tien minuten, moeilijk of onmogelijk een gedocumenteerde en goed geargumenteerde interpellatie of tussenkomst houden over belangrijke zaken zoals hier al aan de orde waren. Denk bijvoorbeeld aan de budgetbesprekingen, debatten over de extra besparingen van provinciebestuur en de Vlaamse regering, over het dossier van het Gouverneur Kinsbergencentrum, de megasubsidie voor Tomorrowland, de aankoop van de bouwblok achter het stadhuis voor een nieuw Zilver- en Diamantmuseurm enzovoort.
De wijziging van het huishoudelijk reglement bevestigt ook de bevoordeling van de meerderheid. Hoewel deze bij monde van haar gedeputeerden al meer dan ruim aan bod komt, krijgt zij nog altijd vijf minuten spreektijd meer voor haar tussenkomsten dan de oppositiepartijen.
Geen overvloed aan interpellaties
De beperking van de spreektijd voor interpellaties is overigens overbodig. Het is niet dat onze vergaderingen nodeloos uitlopen, of inefficiënt zouden zijn, door een te veel aan interpellaties en tussenkomsten zoals blijkt uit deze tabel.

Aantal interpellaties per fractie in de voorbije dertien maanden: slechts vier van de 38 kwamen van de meerderheid.
Volgens dit overzicht telden we in 13 zittingsmaanden, van december 2012 tot juni 2014, in totaal 37 interpellaties. Daarbij reken ik ook de als interpellaties ingediende tussenkomsten die bij een agendapunt werden gehouden. (4) U kan zelf uw conclusies trekken uit deze tabel van het aantal interpellaties dat elke fractie hield. Globaal genomen is er, qua interpellaties en het daarmee gepaard gaande democratisch debat, echt geen overvloed geweest. Alvast niet vanuit de meerderheidspartijen. Verder is onze fractie akkoord om zo efficiënt mogelijk te vergaderen en wil ze daar best een grotere inspanning voor leveren. (5) Maar men mag ons inhoudelijk niet kortwieken. En dat was en is de bedoeling.(6)
Ja, er zijn een paar mini-wijzigingen in het Huishoudelijk Reglement waar we niets tegen hebben zoals de bepaling van artikel 33. Daardoor zal men nu binnen de oppositiegroep voor tussenkomsten voorrang geven aan de fractie die eerst het woord vraagt.” Voorheen was dat ‘aan de numeriek sterkste politieke fractie’. OK, maar we gaan dan wel moeten oppassen dat het hier geen aflevering van Blokken wordt met om het eerste afslaan. Positief is ook dat de interpellaties voortaan gaan behandeld worden in chronologische volgorde van indiening en niet meer volgens de grootte van de partijen.
‘Presentie’gelden in vizier
Ons tweede minder gewichtig bezwaar geldt de wijziging van artikel 19. Die bepaalt dat provincieraadsleden die, als lid met raadgevende stem in een raadscommissie zetelen recht hebben op presentiegeld maar voortaan slechts met een maximum van 3 vergoedingen per zitting van de provincieraad.(7) Daar waar er voorheen geen maximum was. Deze bepaling is alleen van toepassing voor onze fractie en dus ook tegen ons gericht. Volgens het systeem D’Hondt dat de grotere partijen bevoordeligt, kan de PVDA+ met twee raadsleden de commissies immers slechts met raadgevende stem bijwonen. (8) Om ons werk in de raad voor te bereiden – en dat is maar normaal en correct – laat men ons wel toe om, per raad, in principe alle 12 commissies met een vertegenwoordiger bij te wonen, dat betekent dus 6 commissies voor collega Naert en 6 voor mij. In de praktijk gebeurt het maar zelden dat we die effectief allemaal bijwonen. Als er commissies zijn met belangrijke onderwerpen kiezen wij alleen die. Of, als een commissie, die begint om 16 u 30 uitloopt, blijven we die volgen en laten we de daaropvolgende commissie van 17 u 30 vallen. Wij hebben ons overigens al lang akkoord verklaard met een voorstel van de fractieleidster van CD&V om slechts een commissie per avond te houden. Of om, zoals Koen Helsen van Open VLD voorstelde, het aantal commissies te halveren tot zes, een per gedeputeerde, zoals dat het geval is in de provincie Oost-Vlaanderen.
Ja, ik had ook al bemerkt dat de raadsleden van andere partijen meestal maar 3 commissies bijwonen (en vergoed krijgen) bij N-VA en sp.a en twee commissies bij CD&V, Open VLD, Groen en VB.
En ja het kan dus voorgekomen zijn dat wij al eens gedurende een maand voor het bijwonen van 4, 5 en uitzonderlijk zelfs 6 commissies vergoed zijn geweest. Of liever dat ik daarvoor vergoed ben.
Nicole Naert: 30 niet vergoede zittingen
Want collega Naert heeft vorig jaar, vooral wegens het bijna driedubbel aantal raadszittingen over de begrotingen – er is ons twee maal een belangrijke begrotingswijziging opgedrongen – al vanaf de maand mei 2013 op alle provincieraden en commissies die zij nog heeft bijgewoond niet meer voor aanwezig getekend en dus afgezien van presentiegeld. Dit omdat zij, als gepensioneerd ambtenaar die nog geen 65 is, slechts een goede 7000 euro bruto per jaar mag bijverdienen als zij haar pensioen wil behouden. Zij heeft dus voor meer dan 30 bijgewoonde raden en commissies geen zitpenning ontvangen. Dit jaar zal zij vanaf de maand september hetzelfde moeten doen. De 4.600 euro netto die zij wel in 2013 ontving (bruto ging het om 6900 €) heeft zij, zoals bepaald in onze statuten, integraal aan de partijkas gestort. Hetzelfde deed ik met de 16.000 euro netto (22.000 bruto) die ik in 2013 ontving voor mijn werk in de provincieraad. Maar het gros daarvan kwam niet van de commissiezittingen wel van de vele provincieraadszittingen in 2013, van de dubbele zitpenningen die alle fractievoorzitters ontvangen voor hun deelname aan het vast bureau en van mijn vergoede mandaten in de raden van bestuur van Campus Vesta, APB Sport en – tot in maart – ook Plantijn Hogeschool.
Omdat we het geld aan PVDA storten
Maar blijkbaar is het dat wat steekt. Dat wij het geld niet voor ons zelf houden maar, vrijwillig, geven aan onze partij om daarmee te werken aan structurele maatschappelijke veranderingen, voor een rechtvaardige en betere wereld voor iedereen.
Deze bepaling in de statuten van onze partij, over de financiële voordelen die voortvloeien uit een mandaat als verkozene, kreeg door de verkiezingscampagne vorig jaar meer aandacht. De PVDA herbevestigde toen dat, als zij parlementaire verkozenen zou behalen, deze blijven leven aan een gemiddeld werkersinkomen. Om te illustreren dat dit geen loze beloften waren interviewde de redactie van de pvda-website mij over de 16.000 euro die ik in 2013 aan de partijkas had gestort. Men nam mij als voorbeeld omdat ik tot dan toe de verkozene was die het meest verdiende met zijn mandaat. Nu we twee Kamerleden hebben, twee verkozenen in het Waals parlement en vier in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zal dat natuurlijk veranderen. Hoe dan ook het is dus dit artikel (zie foto hierboven, km) dat de aandacht trok van mensen uit andere partijen op mijn verdiensten.
Daar stonden ook foto’s bij van de drie overschrijvingen waarmee ik het bedrag had overgemaakt en waarvan u er hier een ziet.

… maar het is vooral de afdracht van dat geld aan de partijkas (een van de stortingen hier in fac-simile) die steekt en de meerderheidspartijen aanzette om daar wat van af te pitsen.
Bij enkele politieke tegenstanders, zo kon ik ook op mijn FB-pagina lezen, wekten deze verdiensten wrevel. Vooral omdat ze naar de PVDA+ gaan. Die wil men dus financieel treffen met deze maatregel waaraan voorheen nooit behoefte heeft bestaan. Dat is kleintjes. We klagen het aan maar gaan er geen groot spel van maken. We willen niet dat men de indruk heeft dat wij een ongelijke behandeling van de mandatarissen zouden voorstaan. Wij zijn overigens voorstander van een heel grondige hervorming van de vergoeding der politici in de richting van het gemiddelde inkomen. Volgens mij zou dat kunnen door meer bescheiden en grotendeels forfaitaire vergoedingen, gekoppeld aan voorwaarden inzake inzet en activiteit.
Overigens wil ik er de aandacht op trekken dat die paar commissies die men mij extra betaald heeft de benadeling van onze kleine partij, ook in de provinciale partijfinanciering, op verre na niet rechttrekt. Die wordt immers grotendeels toegekend op basis van het aantal zetels. En zoals u weet benadeelt het kiessysteem D’Hondt voor de verdeling van zetels de kleinste partij.
Er zijn er die verandering snel voelden
Voor de rest hoop ik dat iedereen evenveel openheid geeft over alle verdiensten uit zijn mandaten als wij. Heel wat raadsleden van de meerderheid genieten, vanuit die positie, dubbele zitpenningen als voorzitters van commissies, of andere voordelen. Zo krijgt de Antwerpse N-VA-voorzitter van de provincieraad, bovenop zijn zitpenningen, een geleasede Mercedeswagen ter beschikking én ook nog een jaarlijkse belastingvrije representatievergoeding van 10.000 euro. Even checken op de site cumuleo.be leert ons dat leden van de meerderheid ook gul bedeeld worden met vergoede mandaten in raden van bestuur en directiecomités, ondermeer van intercommunales.
Zo vond ik dit over een vooraanstaand raadslid van onze vergadering.

Bezoldigde en onbezoldigde mandaten en beroepen van een N-VA-provincieraadslid, tevens voorzitter van de Commissie Financiën…
De vergoede mandaten van deze collega stegen in 2013 van 2 naar 9.
Er zijn dus wel degelijk mensen die de kracht van verandering snel gevoeld hebben, en nog wel in een voor hen voordelige richting. (9) Heel wat collega’s cumuleren ook met mandaten als burgemeester, schepen, gemeente- en districtsraadslid. Dat is hun keuze. Zelf heb ik afgezien van mijn mandaat als verkozene in de districtsraad van Hoboken.
Maar, zoals gezegd, als ik u oproep om deze wijziging van het Huishoudelijk Reglement te verwerpen dan is het vooral omwille van de beperking van de spreektijd. Die heeft enkel als doel een harde inhoudelijke oppositie te bemoeilijken. Ik doe dus een beroep op uw democratische reflex en overtuiging om daar niet aan mee te werken.
Worden de betwiste wijzigingen toch doorgedrukt, wel dan zullen we het vanwege de ja-stemmers beschouwen als een, wellicht ongewild, compliment voor de kracht waarmee we oppositie voeren.”
Epiloog
In het debat na deze interpellatie stelde Groen-fractieleider Tom Caals dat, als er presentiegeld bestaat, dan ook elke presentie dient vergoed te worden. Groen kan niet akkoord gaan uitzonderingen op dit principe. Een goed en consequent standpunt. Toch zou Groen zich slechts onthouden bij de stemming over de wijziging van het reglement. Eigenaardig, gezien je zou verwachten dat ook de drastische beperking van de spreektijd, vooral dan voor de oppositie, vanuit democratisch oogpunt voor hen onaanvaardbaar is.
Frank Geudens (sp.a) stemt tegen eigen spreektijd
Op de provincieraad viel er, in verband met dit huishoudelijk reglement, overigens nog iets wonderlijks te beleven. Bij een vorig agendapunt provincies had sp.a-fractieleider Frank Geudens een gedegen tussenkomst gehouden over de afslanking van de provincies die… 35 minuten in beslag had genomen. Stemt hij toch wel even later vrolijk een wijziging van het huishoudelijk reglement dat dit soort tussenkomsten beperkt tot 10 minuten. En dat terwijl hij zelf een demonstratie had geleverd dat je voor belangrijke onderwerpen wel degelijk meer dan tien minuten kan nodig hebben. Consequent zijn is in de sp.a duidelijk nog niet voor morgen, zelfs niet voor de linkervleugel. Maar ja wat wil je, als je bij de gratie van de N-VA twee provinciale gedeputeerden mag behouden? Dan ga je niet alleen mee in hun hardvochtig asociaal beleid maar ook nog in hun afbraak van de parlementaire democratie. Hoe lang kan dit alles nog duren voor de linkse kameraden in de sp.a?
Eindnoten
(1) Toen deze aanvangszin van mijn tussenkomst enig gelach uitlokte, hernam ik prompt met: “Oh ja, u hebt gelijk. Misschien moeten we mekaar nu juist wél Liesbeth noemen, maar dan LIESBETH HOMANS. Haar partij is inderdaad de drijvende kracht achter dit voorstel.”
(2) Zie de tussenkomsten hierover van Kris Geysen (N-VA, voorzitter van de provincieraad) en Frank Geudens (fractieleider sp.a) genoteerd alhier, op de bladzijden 22, 23 en 24 van het Beknopt Verslag.
(3) Een onderzoek leerde dat het Vlaamse Parlement voor interpellaties ‘15 minuten toestaat tenzij anders is bepaald of tenzij de voorzitter een verlenging toestaat. (Zie Huishoudelijk reglement Vlaams Parlement)
In de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers staat het reglement de interpellant 10 minuten spreektijd toe. Maar, ‘bij toepassing van artikel 131, 3°, kan, op advies van de Conferentie van voorzitters, de voorzitter, mede gelet op het belang van het onderwerp van de interpellatie, de spreektijd verdubbelen (= 20 minuten), voor de categorie(ën) van sprekers die hij aanwijst.”
In de overeenkomen geest om een synthese te maken van het beste en meest democratische uit de regelementen van de diverse parlement deed de PVDA+ volgend voorstel: ‘Tenzij anders is bepaald of tenzij de voorzitter een verlenging toestaat, is de maximumspreektijd (voor interpellaties) 15 minuten…
Op advies van het Vast Bureau kan de voorzitter, mede gelet op het belang van het onderwerp van de interpellatie, de maximumspreektijd van de interpellant verlengen tot 25 minuten.’
(4) Opgesplitst per fractie gaf dat vanwege N-VA (27 raadsleden) twee interpellaties, vanwege CD&V (13 raadsleden) een interpellatie, vanwege sp.a (10 raadsleden) ook een. Vanuit de oppositie waren er van Groen (6 raadsleden) zes interpellaties, vanwege Open VLD (7 raadsleden) drie, vanuit het VB (7 raadsleden) zes en vanwege de PVDA+ (2 raadsleden) achtttien.
(5) In april had de PVDA+ bij de indiening van haar alternatief aan het bureau gemeld: “Onze fractie zal zich bij de goedkeuring van het verbeterde reglement expliciet engageren om elke overbodige langdradigheid te vermijden. Voor mensen, inclusief raadsleden, die onze gegevens en argumenten omtrent het dossier dieper willen doorgronden zullen wij aanvullende informatie ter beschikking stellen in de versie van de tussenkomst die wij op onze internetblog plaatsen.”
(6) Het beste bewijs dat men de PVDA+ inhoudelijk en politiek wil kortwieken is dat het probleem van mogelijks overbodig lange interpellaties niet is opgeworpen toen Jean Huybrechts van het VB de raad tot twee maal toe 20 minuten en langer heeft onderhouden over zaken in verband met de Volksrepubliek China, die niets of slechts in de verste verte iets te maken hadden met het provinciale beleid. Zie onder meer zijn interpellatie van 30 januari 2013, te vinden alhier op de bladzijden 157 tot en met 161 van het verslag.
(7) De Antwerpse provincieraad heeft 12 raadscommissies die doorgaan op drie avonden in de week voorafgaand aan de provincieraadszitting. Per avond worden, met een uur ertussen, telkens twee commissies voorzien, een die begint om 16 u 30 en een volgende om 17 u 30. Dit laatste had als doel de raadsleden toe te laten 2 commissies op dezelfde avond te volgen of ‘mee te pakken’. Per commissiezitting ontvangen ze een bruto zitpenning van 204 euro (124 euro netto).
(8)De PVDA+, is met haar 2 raadsleden, de enige partij onvoldoende raadsleden heeft om met stemrecht de commissies bij te wonen. Maar in de commissies is nog nooit gestemd. Ze vervullen louter een rol van voorbereiding van de raad en informatie over de activiteiten van de behandelde departementen.
(9) Eerder in dezelfde raadszitting had men ook Luc Lemmens (N-VA) een bijkomend mandaat bezorgd als bestuurder van de intercommunale watermaatschappij PIDPA bezorgde. “Indien zijn aanwezigheid in die raad van bestuur van PIDPA echt nodig is voor de belangen van de provincie”, had ik gezegd, “dan dient hij die functie zonder extra vergoeding op te nemen vermits hij als hoofdgedeputeerde al een hoge wedde en grote voordelen geniet. Bovendien zetelt er al een andere gedeputeerde, Rik Röttger van de sp.a, in de raad van bestuur van PIDPA evenals tal van andere provincieraadsleden uit de meerderheidspartijen.”
Festraets said
Van harte proficiat voor jullie pvda+ mensen die durven reageren met veel moed. Doe zo verder: “Den aanhouder wint”, ook al zal dit veel zweet en tranen kosten: ” hou vol, hou vol, hou vol; Succes toegewenst: Jean.