Met bovenstaande titel vatte ik onze commentaar samen op de zoveelste besparingsbegroting van het Antwerpse provinciebestuur (N-VA, CD&V en sp.a). Hieronder de verantwoording waarom de PVDA tegenstemde en welke alternatieven wij daar tegenover stelden. We onthulden ook hoe de cijfers fraaier ogen omdat de indexsprong toeliet het personeel voor maar liefst 1,6 miljoen euro te bestelen. Foto’s illustreren de hoofdthema’s (te vergroten door er op te klikken).
Op de eerste dag van de begrotingsbesprekingen geven de fractievoorzitters van de verschillende partijen hun algemeen oordeel over de voorgelegde begroting voor 2016. Namens de PVDA+ legde ik in deze toespraak uit waarom we tegen zouden stemmen en waar er wél geld kan gevonden worden. Om in plaats van aan sociale afbraak opnieuw aan opbouw te doen. Ik illustreerde de toespraak met dia’s waarvan ik er enkele bij dit artikel afdruk. Dank aan Michel Van de Wiele voor de foto’s genomen tijdens mijn speech in de raadszitting van 8 december 2015.

Onze aanklacht tegen de ‘neverending story’ van besparingen geprojecteerd in de provincieraad. Het diasjabloon toont ook de nieuwe PVDA-kleuren.
“Collega’s,
Over de begroting voor 2016 en het daaraan gekoppelde Meerjarenplan 2016-2019 zijn slechts twee zaken de moeite om te onderstrepen.:
1) Wie dacht de Vlaamse regering ooit zou ophouden met haar beleid van besparingen en afbraak ten aanzien van de provincies had het totaal mis voor. Deze begroting bewijst: het houdt gewoon niet op, en, met de voorgenomen afslanking van de provincies, zal het nog erger worden.
2) Al wie echte positieve verandering wil moet dringend breken met de rechtse besparingslogica en opkomen voor alternatieven die de superrijken doen betalen zoals de miljonairstaks.
Ik licht deze twee punten nader toe.
Bourgeois-Homans weten van geen ophouden
Een. Er komt geen einde aan de besparingsgolf. De neerwaartse spiraal in de werking van onze provincie zet zich voort. Dat ligt in aan de hardvochtige, blinde neoliberale bespaarders die het Vlaamse en federale regeringsroer in handen hebben.
We begrijpen niet dat er niet meer verzet is van de lokale bestuurders. Zij zijn ook de dupe. Ook bij hen hoorden we sommigen deze keer zuchten: ‘We hadden gedacht dat er nu opnieuw een beetje ruimte zou komen om een paar nieuwe zaken te doen, maar…’. Inderdaad ‘maar’… De veranderaars Bourgeois I, Homans en consoorten hebben er alweer een stokje voor gestoken. Zij verbraken het ‘fiscaal pact’ van 2008 waarbij men de gemeenten en provincies compenseerde voor het verlies aan opcentiemen als gevolg van de afschaffing door Vlaanderen van de onroerende voorheffing op nieuwe uitrusting (outillage) in bedrijven.
De stopzetting van deze compensatie verplicht onze provincie tot een nieuwe besparing van 5,8 miljoen euro. Dat alles bovenop de besparingen van de voorbije drie jaar. U weet wel:
– in 2013 onze eigen zeer Antwerpse en sterk N-VA-gekleurde 3-5-8-procent-besparing
– in 2014 zeven miljoen onverwachte besparingen op het Provinciefonds
– in 2015 nog eens negen miljoen door de totale liquidatie van dit fonds
Ik herinner me nog hoe, toen de besparingsgolf in 2013 startte, sommigen lacherig zegden: ‘Ach, die min 3-5-8% dat lukt wel, met de kaasschaaf’.
Inmiddels is de kaasschaaf een hakbijl geworden.
Van kaasschaaf naar hakbijl
Toch probeerde onze hoofdgedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) de nieuwe aderlating te minimaliseren. Bij de APB’s was er volgens hem nog marge, ‘omdat zij’, zo staat het in zijn toelichting; ‘minder dan de interne diensten beïnvloed zijn door het strenge beleid.” Toen ik dat op een commissie citeerde reageerden betrokkenen van de APB’s prompt: ‘Wat? Wij minder getroffen door het strenge beleid?’.
Van een hoofdgedeputeerde zou je nochtans verwachten dat hij weet hoe er in de APB’s Sport, Campus Vesta, De Warande, Zilvermeer, Gouverneur Kinsbergencentrum (GKC), Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen (PCMA), Modemuseum, Docatlas, en andere wél al gesnoeid was.
Hoeveel procent besparing er precies van de APB’s geëist zou worden verzweeg hij ook zedig, geen cijfer. Maar al bij de eerste bespreking van een APB-budget, zagen we het cijfer van ‘min 2% dotatie’ in elke presentatie defileren. Zo goed als alle APB’s hebben in extremis nog 30.000, 70.000 of meer euro’s in hun uitgaven moeten schrappen.

De gedeputeerden Lemmens (N-VA), Caluwé (CD&V) en Verhaert (sp.a) tijdens mijn toespraak. Ludwig Caluwé probeerde de besparingen te verdoezelen. Positief was wel zijn perstribune in GVA tegen de afslanking van de provincies. Volgens hem jagen Liesbeth Homans en Cie daarmee op een ‘besparingstrofee’.
In de vorige raad had gedeputeerde Caluwé een lumineus ideetje: die min 2 procent was eigenlijk geen besparing maar een technische aanpassing aan de negatieve inflatie in 2015. Maar een beetje googelaar vindt hier grafieken die dat meteen doorprikken.
Deze toont dat de inflatie in 2015 in de eerste drie maanden inderdaad licht negatief was maar daarna klom om eind november al opnieuw 1,5% te bereiken op jaarbasis.
Als je dan op deze grafiek de inflatie van de laatste 10 jaar bekijkt dan zie je dat de uitzonderlijke jaren waarin die rond de 0,5 % lag vaak afgewisseld werden met jaren waar de inflatie 3% of zelfs 4% bedroeg. Heeft de deputatie toen voorgesteld de dotaties dan ook maar 4 in plaats van 2% te laten stijgen? Neen.
In de meerjarenplanning een jaarlijkse indexering van gemiddeld 2% voorzien voor de dotaties aan de APB’s was en is dus zeer realistisch.
Ik zou dus zeggen: Ludwig (Caluwé), goed geprobeerd met dat inflatie-excuus, maar de departementshoofden en directeurs hadden wel degelijk begrepen dat van hen een vulgaire extra besparing werd gevraagd en benoemden dat dan ook zo in hun slides
Die departementshoofden en directeurs weten bovendien 1) dat er nooit enige objectieve spilindex is afgesproken en vastgelegd voor het al dan niet indexeren van dotaties, en 2) dat de index van wat zij extra moeten betalen aan taksen en facturen voor geleverde diensten, zowel van privé- als publieke partners met veel meer dan 2 procent stijgt. Zo moet het APB Recreatiedomein Zilvermeer aan de gemeente Mol in plaats van 100.000 euro toeristentaks per jaar voortaan 220.000 euro betalen, een inflatie van 120%. Ook al als gevolg van de drooglegging van de gemeenten door, alweer, diezelfde Vlaamse regering.
Indexsprong: 1,6 miljoen gestolen bij personeel
Collega’s,
Al drie jaar is ‘besparen, besparen en nog eens besparen’ hier al wat de klok luidt.
Een belangrijk aspect daarvan bleef tot nu toe verborgen: de grote impact van de indexsprong die aan het personeel is opgelegd. Die indexsprong was beslist door premier Michel en schaduwpremier De Wever. Als gevolg daarvan heeft het provinciebestuur in juni van dit jaar, bij het overschrijden van de spilindex, de lonen en wedden van het personeel niet verhoogd met de voorziene wettelijke 2 procent. Dat grote bedrag hebben ze, net zoals de patroons in de privé, voor eeuwig en altijd achtergehouden. Een werknemer gaat daardoor tot aan zijn dood in totaal gemiddeld 30.000 euro of meer verliezen. Aan alle personeelsleden van de provincie samen, statutairen en contractuelen van zowel binnendiensten als buitendiensten (APB’s), kost die indexsprong maar liefst 1 miljoen 650.000 euro per jaar. Daardoor konden zowel voor de begroting 2015 als die van volgend jaar de personeelskosten met telkens 825.000 euro gedrukt worden in vergelijking met het MJP.
Het personeel betaalt dus drie keren voor de besparingen: met verlies van jobs, met verhoogde werkdruk maar ook nog eens met 1,6 miljoen loonverlies. Dat laatste wordt vanaf nu elk jaar ‘ongemerkt’ herhaald. De mensen zeggen dikwijls: ‘Ze gaan het altijd bij dezelfde halen, bij de kleintjes’. Wel, dat geldt ook in onze provincie. En nog meer dan vroeger.Want de kracht van verandering is de kracht van vermindering geworden. Voor iedereen, behalve voor de superrijken.
160 jobs weg = sluiting KMO
Hoe diep er in het vlees gesneden werd en wordt was op vele commissies bijna lijfelijk voelbaar. We zagen bezorgde departementshoofden, en ook bestuurders, vaak in een sombere stemming verslag doen over verdergaand verlies van jobs, over hun eindeloos zoeken naar constructies, over het uitputtende oplapwerk om ondanks de besparingen toch nog goed werk te leveren. We hoorden rapporten over burn-outs en langdurige afwezigheden (ook van leidinggevenden) en over workload die onhoudbaar wordt.
Dat de besparingspolitiek catastrofale gevolgen heeft voor de werkgelegenheid en de arbeidsomstandigheden, daar zal collega Nicole Naert volgende dinsdag dieper op ingaan. Hier toch al twee van haar hoofdpunten.
De niet-vervanging van gepensioneerden, vertrekkers en langdurig zieken, zo hoorden we, is in de voorbije jaren meer de regel geweest dan de uitzondering. Als je alle APB’s meerekent werden er in de voorbije drie jaren meer dan 160 VTE’s weggesaneerd. In koppen uitgedrukt zullen we niet ver van de 200 personeelsleden zitten. Dat komt overeen met de sluiting van een middelgrote fabriek. Hoe kan men dan nog volhouden dat dit heilloze besparingsbeleid is ingegeven door de zorg voor ‘jobs, jobs en nog eens jobs’ en het veilig stellen van de toekomst van de jeugd? In heel wat toelichtingen was er sprake van toenemende stress of andere mankementen in de functionering der diensten.
Onderstaande SWOT-analyse bij Campus Vesta over de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen bij Campus Vesta toont wie de hoofdschuldige is. Bij de T van threads of bedreigingen lezen we letterlijk: “de druk die uitgaat van de besparingspolitiek bij de diverse overheden”. Zo is het overal.
Afslanking: Homans negeert adviezen
Collega’s
We staan aan de vooravond van 2016, het jaar waarin minister Homans haar niet overlegde, chaotische afslanking van de provincies wil doordrukken. Deze afslanking wordt dit jaar onze hoofdzorg. Indien die afslanking zou doorgaan zal er immers nog een lang vervolg komen aan onze never ending story. Ze wordt dan gegarandeerd het startschot van opnieuw vele jaren besparingsmiserie.
Gelukkig is er nu al verzet tegen wat bekend is. Nicole Naert zal uitleggen waarom ACOD maar ook onze eigen VVP (Vereniging van Vlaamse Provincies) op 21 oktober weigerden om het protocol van het overleg over ontwerpdecreet op de afslanking te tekenen en waarom ACV en VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten) slechts tekenden onder voorbehoud.

Op 21 oktober manifesteerden vakbondsmilitanten van het provincie- en gemeentepersoneel aan het ambtsgebouw van Geert Bourgeois. Nicole Naert en ik waren er bij.
Maar dan is er alles wat nog niet bekend is over die afslanking.
Het is duidelijk dat de Vlaamse regering geen jota wil wijzigen aan haar ontwerpdecreet van 17 juli. Nochtans hebben vele Vlaamse adviescommies zoals die voor Jeugd, Sport, Welzijn en andere zeer kritische en zelfs negatieve adviezen geformuleerd. Niks daarvan heeft de regering zelf overgenomen. Ze heeft haar ontwerpdecreet ongewijzigd overgemaakt aan de Raad van State met de adviezen in bijlage, louter voor juridisch toetsing. De inhoudelijke veranderingen die de adviesraden wilden zijn al op voorhand verticaal geklasseerd.
We hoorden van een gedeputeerde een zaak die, zo mogelijk, nog alarmerender is. Voor het bepalen van het geld dat de provincies, samen met de persoonsgebonden materies, aan Vlaanderen moeten overdragen zouden sommige ministers willen uitgaan van het bedrag dat aan Welzijn, Cultuur, G-Sport, Jeugd… werd uitgegeven toen het provinciale budget op zijn hoogtepunt stond. Voor onze provincie dus het budget van vóór de eigen 3-5-8-procent besparingen. Is dit waar? Zo ja, dan mogen ook de departementen van de grondgebonden materies, die bij de provincies blijven, zich extra zorgen maken. Sommige personeelsleden vragen nu hun overstap naar die departementen aan, in de hoop meer zekerheid te hebben. Dat zij en die departementen safe zouden zitten staat niet vast. Ook al omdat het lang niet zeker is dat de toekomstige dotatie voor de provincies, die de huidige provinciale opcentiemen zal vervangen, even hoog zal zijn. Ik ben dan ook blij dat onze vrienden en kameraden van de vakbonden zich, met Limburg en Vlaams-Brabant op kop, schrap zetten om dit onheil door gezamenlijke acties af te weren.
Het voorbeeld van Ada Colau

Burgemeester Ada Colau van Barcelona verlaagde haar wedde tot 2.200 euro netto per maand. Ook Manuela Carmena (Madrid) en Alexis Tsipras begonnen met te besparen bij zichzelf. Onze toppolitici hebben daar geen oren naar.
Verzet is nodig en gerechtvaardigd. Want dit is dan mijn tweede vaststelling: er is wel degelijk een alternatief mogelijk en nodig. Over de alternatieven die ook binnen de provinciale begroting mogelijk zijn, heb ik het hier al vroeger gehad. Helaas wordt er nog altijd niets aan gedaan. Bijvoorbeeld aan het veel te dure wagenpark.
Vraagje. Als de vers verkozen Griekse premier Alexis Tsipras meteen besliste zich te blijven verplaatsen met zijn eenvoudige Audi 4 waarom kunnen onze gedeputeerden en anderen dan niet afzien van hun dure bakken en ook genoegen nemen met goedkopere maar nog altijd comfortabele modellen?
Een andere tip. Barcelona en Madrid , steden met respectievelijk 1,6 en 3 miljoen inwoners, dus meer dan onze provincie, kregen dit jaar nieuwe echt linkse burgemeesters. Ada Colau, de burgemeester van Barcelona, verlaagde haar wedde van 110.000 euro naar 43.000 euro bruto per jaar (2.200 euro netto per maand) en Manuela Carmena in Madrid deed hetzelfde. Waarom kunnen onze gedeputeerden, parlementsleden en ministers, die besparingen zo onvermijdelijk vinden, dan ook niet zelf een voorbeeld geven? Voor mij hoeft het niet eens min 60% te zijn zoals bij Ada Colau, min 30% zou al mooi zijn. Met al hun onbelaste extra’s, kunnen ze dan nog altijd heel goed kunnen leven. (De bruto wedde van een gedeputeerde bedroeg in 2103 125.000 euro bruto per jaar. Per maand komt dat neer op 7.142 euro bruto wedde. Daarbovenop komt maandelijks 2.083 euro belastingvrije kostenvergoeding en een dienstwagen – geleased aan 1500 euro per maand – met chauffeur. Daarnaast mogen zij nog bijverdienen in Raden van Bestuur en directiecomités van intercommunales tot een maximum van 57.000 euro bruto per jaar, de helft van de maximum vergoeding voor een hooggeplaatste lokale bestuurder, km).
Andere vragen. Waarom moest ons provinciebestuur 2 miljoen geven voor de kunstbrug in Tomorrowland waarvan – zo ontdekten we dit jaar – alleen al 1,1 miljoen, finaal in de zakken van kunstenaar-poenpakker Arne Quinze terecht kwam? 700.000 euro meer dan voor zijn bijdrage voorzien was. Waarom zorgt onze armlastige provincie voor 12 van de 20 miljoen euro voor een nieuw Diamantmuseum, een onverantwoord cadeau voor Antwerp World Diamond Center?
Collega’s,
Toch wil ik deze keer de klemtoon leggen op de nationale alternatieven. En zeg nu niet opnieuw: Ja maar dat is federale en Vlaamse materie, hier gaat het over de provincie. Alle toelichtingen over onze budgetten zijn begonnen met: ‘Vlaanderen dwingt ons tot dit en dat’ of, zoals op campus Vesta, ‘federaal bespaart op dit en op dat, politieopleiding enzovoort’. Dus moet ook hier de discussie centraal staan over wat federaal en Vlaanderen kunnen en moeten doen om de lokale overheden uit het slop te helpen.
Onze boodschap over die grote nationale alternatieven is vooral bestemd voor de werkers en hun vakbonden. Door hen, door de kracht van de massa, kan het tij gekeerd worden. Maar ik geloof dat zij daarbij kunnen geholpen worden door mensen die hier zitten. Rondom ons zien wij heel wat collega’s en zelfs sommige bestuurders, die verbonden zijn met zowel loontrekkenden als zelfstandigen. Ook bij die collega’s groeit het gevoel dat het zo niet verder kan.
Zondag vernamen we op ATV dat in Boom een kind op drie moet opgroeien in armoede. Een verdubbeling op drie jaar tijd: van 16% van de baby’s naar 32%. Voor de hele stad Antwerpen bedraagt het kinderarmoedecijfer een op vijf. Het gaat om maar liefst 20.000 kinderen. Een schande als je dat afzet tegenover deze feiten:
De laatste 45 jaar werd de rijkdom die jaarlijks in ons land geproduceerd 2,5 maal groter. Waarom zouden onze gemeenten en provincies – dan nu niet meer kunnen doen voor de bevolking wat ze in de jaren 60 en 70 wel al konden? Waarom horen we hier nu niets anders dan ‘we moeten besparen’, we ‘moeten’ al die vele mooie en noodzakelijke dingen in het onderwijs, in de welzijns- en culturele sector, in de sociale zekerheid… afschaffen of de burger er meer voor doen betalen? Neen, collega’s, dat is geen onontkoombaar noodlot. Neen dat is geen wet van Meden en Perzen. Dat komt alleen omdat de in ons land en Europa sterk toegenomen rijkdom steeds ongelijker verdeeld is. Omdat de kloof tussen superrijken en de rest enorm is toegenomen.
Vorig jaar zijn er in België weer al eens 12.000 miljonairs bijgekomen.
Als we ons op de supertop van die ongeveer 100.000 euromiljonairs in ons land toespitsen, dan zien we dat de 25 rijkste families tussen 2000 en 2012 acht maal rijker zijn geworden. Ze bezitten nu samen zo’n 52 miljard euro. Die families verwerven een belangrijk deel van hun vermogen als grote aandeelhouders van grote bedrijven die steeds minder belastingen betalen.
De allergrootsten zoals AB Inbev, Arcelor Mital en Electrabel betalen zelfs nul euro, minder dan een poetsvrouw. Dat is ook het geval voor GBL, de holding van Albert Frère.
Van die topwinsten gaat 50 procenten naar dividenden en slechts 6,7% naar de gemeenschap onder de vorm van belastingen.
Als we ons beperken tot de grootste vijftig belastingontwijkers dan zien we dat zij nauwelijks 3,3% belasting betalen, terwijl ze wettelijk tien keer meer zouden moeten bijdragen, 33,99%. Het resultaat is dat onze overheid alleen al bij hen 6,5 miljard euro per jaar misloopt. Dat bedrag volstaat niet alleen om alle uitkeringen boven de armoedegrens op te trekken (dat kost maar 1,5 miljard). Maar men kan er ook opnieuw de btw op elektriciteit mee laten dalen naar 6% (kostprijs 700 miljoen), en het pensioen van één miljoen gepensioneerden in ons land maandelijks met 130 euro optrekken (kostprijs 1,5 miljard).
Dia cactusplan
Vorig jaar toonde ik jullie al ons cactusplan waarin de miljonairstaks centraal staat In de recente grote Knack-enquête toonde 84% van de Vlamingen zich voorstander van een miljonairstaks. Deze belasting van 1 à 3 procent op het deel van de fortuinen boven de 1 miljoen euro treft uitsluitend de 3 procent rijkste families. Hij brengt 8 miljard per jaar op. Dat geld kan besteed worden aan zorg, onderwijs, publieke jobs en dienstverlening (ook in de provincies), aan groene energie en openbaar vervoer.
Collega’s,

Het cactusplan van de PVDA met als eerste evidente centrale eis: een Miljonairstaks (opbrengst 8 miljard per jaar).
Diegenen onder u die zich de zaak van het volk aantrekken kunnen niet blind blijven voor al deze feiten en cijfers. Ik roep ook u op: breek met die neoliberale besparingslogica die zoveel mooie dingen stuk maakt. Veel van onze medemensen en medewerkers worden er echt ziek van, en ook sommigen onder ons. Want ik kan me niet inbeelden dat wij de enigen zijn die er, na het bijwonen van heel wat commissies, het hart van in zijn en aangedaan naar huis terugkeren.
En dat terwijl in dit rijke land zoveel anders en beter mogelijk is.
Het is tijd dat de superrijken betalen.
Daarvoor bestaan er maatregelen die niet eens revolutionair zijn, gewoon sociaal rechtvaardig.
Maak dit cactusplan ook tot het uwe. Zet er uw eigen logo onder, uw eigen naam.
Victor Hugo zei ooit: ‘Men kan een leger tegenhouden, en zelfs vele legers, maar niemand kan een idee tegenhouden waarvoor de juiste tijd gekomen is.’ Welnu de tijd voor dit plan is meer dan rijp.
Collega’s,
Er is in dit land genoeg voor iedereen.”
krismerckx said
Dit is op Kris Merckx – provincieraadslid PVDA+ herblogd.