Medio mei kondigde Inga Verhaert, provinciale gedeputeerde onderwijs (sp.a), paginabreed in vele kranten haar ‘hoofddoekenbocht’ aan. Ze mocht dan in april nog het voorstel van de PVDA verworpen hebben om het hoofddoekenverbod in de schoolreglementen van het provinciaal onderwijs te schrappen, vanaf nu zou ze het roer omgooien. Het was ‘tijd om dit verbod af te schaffen’. Tot eerste gedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) haar tot de orde riep. Lemmens en zijn partij verkondigen immers, zowel publiek als privé: “Zolang wij hier aan de macht zijn wordt dat hoofddoekenverbod in het Provinciaal Onderwijs Antwepen (POA) nooit afgeschaft”. En toen Lemmens in de provincieraad van 24 mei namens de voltallige deputatie de handhaving van het hoofddoekenverbod bevestigde, applaussideerden Inga Verhaert en de aanwezigen van haar sp.a-fractie. Naar buiten beweerden zowel Verhaert als Lemmens dat er over de zaak nog wel in de stedelijke onderwijsraad werd ‘gesproken’. Hieronder de tekst van mijn interpellatie met vragen over die ‘gesprekken’ en het een-tweetje tussen N-VA en sp.a om zich te onttrekken aan de wettelijke verplichting om hier op antwoorden te geven.
Dit artikel bevat, verderop, de tekst van de interpellatie die ik op donderdag 28 juni tot mevrouw Verhaert, gedeputeerde onderwijs van de sp.a, gericht heb. Hoewel zij en de aanwezigen van haar fractie op 24 mei plat op de buik gingen voor de N-VA die met klem de handhaving van het hoofddoekenverbod herbevestigde (verslag alhier), voedt ze de illusie dat ze via de stedelijke onderwijsraad toch aan de afschaffing van het verbod zou werken. Vandaar dat ik al op 16 juni, twaalf dagen voor de provincieraad van 28 juni, een interpellatie bezorgde met als titel ‘Welk stappenplan volgde en volgt gedeputeerde Verhaert om, zowel in de onderwijsraad als in de deputatie, de afschaffing van het hoofddoekenverbod in het POA snel te doen vooruitgaan?’.
Dienstreis naar Bahrein als voorwendsel
Een dag vóór de zitting, op 27 juni, ontving ik toevallig – door een automatisch antwoord/automatic reply op een berichtje van mij aan Inga Verhaert – dat zij tot 1 juli op dienstreis is naar het UNESCO-Worldheritage-congres in Bahrein om daar de nominatie van de voormalige daklozenkolonies van Merksplas en Wortel te gaan bepleiten. Zonder dit berichtje was ik niet eens op de hoogte geweest dat in dat geval een ander lid van de deputatie op mijn interpellatie moest/zou antwoorden. Men had het gewoon verzwegen. In werkelijkheid was er tussen sp.a en N-VA afgesproken dat er gewoon niet zou geantwoord worden. En daar heeft men zich aan gehouden, ook toen men wist dat ik op de hoogte was van haar afwezigheid. Luk Lemmens (N-VA) die in haar naam antwoordde beperkte zich tot twee zinnen: “We antwoorden hier NIET op. Het debat heeft vorige maand al plaats gehad”. En dat hoewel ik op zijn minst drie nieuwe concrete thema’s en vragen had voorgelegd:
– Geef bewijzen van gesprekken en initiatieven binnen de onderwijsraad
– De meerderheid van de middelbare scholen van provinciaal onderwijs Antwerpen (POA) zijn niet gevat door de stedelijke onderwijsraad Antwerpen (ORA ) want die liggen buiten de stad (PTS Boom, PTS Mechelen en PTI Stabroek). Daar kan de provincie volledig autonoom handelen. (Overigens ook in Antwerpen waar het katholieke net dat al doet).
– Waarom kan in provinciaal onderwijs Antwerpen niet wat in Provinciaal Onderwijs Oost-Vlaanderen al lang verworven is (geen hoofddoekenverbod)? Op al deze en andere vragen en argumenten uit onderstaande interpellatie diende dus niet geantwoord te worden.
Misprijzen voor parlementaire democratie

Inga Verhaert (in rood), gedeputeerde onderwijs, stak een een-tweetje in mekaar met eerste gedeputeerde Luk Lemmens van N-VA (eerste van links… op de foto) om niet te antwoorden op mijn interpellatie. Omwille van de gedepetudeerdenposten van Verhaert en Rik Röttger (achter haar) is sp.a al zes jaar lang de (welwillende) gegijzelde van de conservatief-rechtse N-VA.
En wat dan met de verplichting van een gedeputeerde om op vragenen van verkozenen te antwoorden? Och, parlementaire democratie dat is toch een lachertje. “Wij zijn hier de baas hé.” En wat vindt de sp.a-fractie, waarvan steeds minder leden opdagen, daarvan? Die applaudisseert daar voor. Inmiddels ‘bekritiseert’ de sp.a op het niveau van de stad wel de autocratisch-keizerlijke bestuursmethodes van De Wever. Maar ja, daar zitten ze niet in de meerderheid. Wie gelooft die mensen nog?
Ziehier de tekst van mijn interpellatie waarop men, op onwettelijke wijze, niet geantwoord heeft. Met onderaan nog wat conclusies voor de velen die echt vinden dat de tijd rijp is om de democratische eis van de vrijheid om al dan niet een hoofddoek te dragen door te drukken.
“Voorzitter, collega’s,
In de raad van 24 mei hield collega Diederik Vandendriessche een interpellatie onder de titel ‘In verband met het verbod op het dragen van kledij met een religieuze boodschap in provinciale scholen: graag een duidelijk standpunt van de gedeputeerde voor Onderwijs en de voltallige deputatie’. Namens de volledige deputatie antwoordde dhr. Luk Lemmens hierop: “Het standpunt van de deputatie blijft zoals opgenomen in de reglementen die vorige maand werden goedgekeurd. De deputatie weet dat er momenteel gesprekken gevoerd worden binnen de onderwijsraad. Indien de onderwijsraad een standpunt zal innemen zal dit binnen de deputatie opnieuw besproken worden, maar blijven ondertussen de vorige maand goedgekeurde reglementen gelden.”
Namens de sp.a betuigde fractievoorzitter Frank Geudens steun aan deze herbevestiging, door de voltallige deputatie, van het hoofddoekenverbod in het POA. Nochtans had gedeputeerde Verhaert op 11 mei paginabreed in de kranten van Mediahuis (Gazet van Antwerpen, De Standaard en Het Nieuwsblad) verklaard: “Vandaag is het tijd om het hoofddoekenverbod te schrappen. Er loopt veel talent rond in Antwerpen, maar ze mogen niet voor de klas staan omdat ze een hoofddoek dragen. De scholen merken dat ze zo veel talentvolle leerkrachten aan zich voorbij laten gaan, terwijl we ze echt wel nodig hebben. Liefst laat ik het verbod vallen in alle Antwerpse scholen maar desnoods doen we dat alleen in het provinciaal onderwijs.”. Duidelijke taal die de dagen erna ook nog in andere media werd herhaald. Dat verheugde ons, op de eerste plaats omwille van de inhoud van het standpunt maar ook omdat deze ‘hoofddoekenbocht’ – zo bestempelde de pers het – het gevolg was van het voorstel dat de PVDA in de zitting van april deed om het hoofddoekenverbod uit het schoolreglement te schrappen.
Des te meer waren we ontgoocheld in de provincieraadszitting van mei te moeten vaststellen dat de hoofddoekenbocht van mevrouw Verhaert er in feite geen was. Niet alleen applaudisseerde ze voor de herbevestiging van het hoofddoekenverbod door de deputatie.
Op een vraag van collega Diederik VANDENDRIESSCHE ‘waarom zij ‘deze sereniteit heeft doorbroken door het geven van een interview’, antwoordde mevrouw Verhaert:
“Ik heb dit niet gezocht en heb achteloos de telefoon opgenomen, maar dat is nooit mijn wens geweest zoals ik publiekelijk op de radio heb verklaard.” Haar fractieleider suggereerde bovendien dat haar woorden en goede bedoelingen verdraaid zijn geweest. Stuk voor stuk uitspraken die de in de pers gemelde hoofddoekenbocht op zijn minst fel afzwakten.
Sinds oktober 2013 is sp.a voor afschaffing… in woorden
Wat er ook van zij, we dienen ons af te vragen of de gedeputeerde zich nog gebonden voelt door volgende twee punten uit het sp.a-programma van 2014 (resultaat van stemmingen op het congres van oktober 2013):
“punt 1097. Godsdienstvrijheid geldt ook voor overheidsambtenaren. sp.a laat ambtenaren die geen functiekledij dragen toe om religieuze en levensbeschouwelijke tekenen op de werkvloer te dragen. Wanneer wel gekozen wordt voor functiekledij kan er, afhankelijk van de aard van de functie en in overleg met het personeel, rekening gehouden worden met de persoonlijke voorkeuren van de betrokken werknemers. In tegenstelling tot gebouwen kan men personen immers niet neutraliseren. Het zogenaamde ‘vermoeden van partijdigheid’ berust op vooroordelen waaraan de overheid niet mag toegeven. De beste remedie tegen wederzijdse vooroordelen is een correcte dienstverlening, door een ambtenarenkorps dat zichtbaar de diversiteit binnen onze samenleving weerspiegelt
Punt 1098. Principieel zijn we voorstander dat leerlingen zelf in alle vrijheid kunnen kiezen om binnen de school al dan niet religieuze of levensbeschouwelijke tekenen te dragen.”
Bron: sp.a-verkiezingsprogramma 2014, (blz. 244-245)
‘Technische’ bezwaren? Niet in provinciaal onderwijs Oost-Vlaanderen

In de provinciale scholen van Oost-Vlaanderen is het hoofddoekenverbod al geruime tijd geschrapt uit de reglementen. Er wordt enkel vermeld dat bepaalde stageverleners kunnen vragen geen hoofddoek te dragen. Maar niet de school zelf dus. (Foto, 2de graad Handel TSO PHTI Gent).
In de vorige raadszitting voerde gedeputeerde mevr. Verhaert technische bezwaren aan die volgens haar een snelle doorvoering van de afschaffing van het hoofddoekenverbod onmogelijk maken. Welnu het provinciaal onderwijs van Oost-Vlaanderen toont ons dat dit niet klopt. Zoals ik hier al eerder aanhaalde is het hoofddoekenverbod daar, onder druk van organisaties uit het middenveld, al geruime tijd geschrapt uit de schoolreglementen. Ik citeer voor u de paragraaf betreffende kledingvoorschriften in het reglement van het PHTI Gent , het provinciaal handels- en technisch instituut:
3.4.2 Jullie dragen een verzorgde kleding en hebben een net voorkomen in overeenstemming met de algemeen aanvaardbare fatsoensnormen. Deze “fatsoensnormen” worden bepaald door de directie, eventueel in overleg. Jullie mogen niet vergeten dat jullie naar school komen om te studeren. Bij de studies hoort ook de voorbereiding op het latere beroepsleven. Ook daar zullen jullie je moeten houden aan kledingnormen die verschillen van de vrijetijdsnormen. De directeur zal de normen bekend maken wanneer er aanleiding toe is (bv. bij warm weer). Ook bij stages kunnen kledingnormen opgelegd worden. Zo kan er ook gevraagd worden om de hoofddoek niet te dragen tijdens de stage.
Dit toont meteen dat er wel degelijk al formules in werking zijn die een oplossing bieden voor de zogenaamde enorme ‘technische’ problemen die mevrouw Verhaert inroept, onder meer het verzekeren van stagemogelijkheden voor de leerlingen.
Mevrouw Verhaert antwoordde op 24 mei dat zij vooraf overeenstemming in de stedelijke onderwijsraad wenst. Anderzijds laat het antwoord van de deputatie bij monde van Luc Lemmens, in theorie, de mogelijkheid open dat, na wijziging van het standpunt in de onderwijsraad, ook het provinciebestuur haar schoolreglement voor het POA wijzigt.
Statuten onderwijsraad laten autonoom optreden toe
Wat de mogelijkheden betreft om desnoods snel alleen al in het provinciaal onderwijs, als trendsetter, het hoofddoekenverbod af te schaffen, dit kan perfect conform de statuten van de in 2011 opgerichte Onderwijsraad (ORA). Onder artikel 4. Bijeenkomsten en consensusmodel, lezen we daar in §2: ‘Als er geen consensus is, kunnen de onderwijsverstrekkers er elk voor kiezen om toch door te gaan met het thema, maar kan geen enkele onderwijsverstrekker uit naam van de onderwijsraad spreken’. Meer algemeen, blijkt uit die statuten ook dat de Antwerpse Onderwijsraad geen beslissingen kan opleggen aan de netten of aan de scholen, het is een overlegorgaan, met adviserende bevoegdheid. Het is u voldoende bekend dat het katholiek onderwijs de in 2001 gemaakte afspraak in verband met kledij met een religieuze of levensbeschouwelijke boodschap nooit vertaald heeft in een ondubbelzinnig hoofddoekenverbod in zijn scholen. Die afspraak binnen het bureau van de Antwerpse Onderwijsraad is dus zeker juridisch ook voor het provinciaal onderwijs niet bindend. Overigens hebben de adviezen en afspraken binnen de ORA enkel betrekking op de scholen in de stad Antwerpen. Voor het provinciaal onderwijs slaan ze, wat de afspraak van 2011 in verband met de hoofddoek betreft, dus enkel op de afdelingen van Avant (het vroegere Sint Godelieve) en de middelbare onderwijsrichtingen van de PIVA. De ORA heeft niets te zien met de meerderheid van onze middelbare scholen die gelegen zijn buiten de stad Antwerpen, met name het PTS Boom, PTS Mechelen en PTI Stabroek. Het argument dat een voorafgaande consensus in de ORA wenselijk is, gaat voor hen alvast niet op.
Vijf concrete vragen niet beantwoord
Vandaar stel ik volgende vragen aan mevr. Verhaert:
1) Welke stappen hebt u sinds oktober 2013 ondernomen, zowel in de onderwijsraad als in de deputatie, om de door uw partij gewenste afschaffing van het hoofddoekenverbod te agenderen en te doen bespreken? Welke resultaten hebt u daarbij behaald?
2) Hebt u, sinds uw verklaringen van medio mei, extra initiatieven genomen om de zaak in de onderwijsraad te laten vooruitgaan in de door u aangekondigde en wenselijk geachte richting? Welke maatregelen neemt u om, nog vóór het begin van het volgende schooljaar, een doorbraak te bekomen in de zaak van de vrijheid voor leerlingen en leerkrachten om zowel de hoofddoek wel als niet te dragen? <
3) U had aangekondigd dat het POA desnoods alleen het hoofddoekenverbod zou afschaffen? Bent u bereid dit daadwerkelijk uit te voeren indien er op korte termijn geen akkoord hierover bereikt wordt in de onderwijsraad? Artikel 4 van de statuten van de Onderwijsraad (ORA) – ‘de onderwijsverstrekkers kunnen er elk voor kiezen om toch door te gaan met een thema’ – geeft u daartoe de volledige vrijheid.
4) De meerderheid van de provinciale scholen, die buiten de stad Antwerpen liggen, is op geen enkele wijze gevat door de onderwijsraad. Waarom schrapt u daar al niet meteen het hoofddoekenverbod uit het schoolreglement?
5) Waarom zouden u en het provinciebestuur van Antwerpen niet meteen kunnen realiseren wat in het provinciaal onderwijs van Oost-Vlaanderen al geruime tijd bestaat en werkt?” (Einde interpellatie).
Welke conclusies kunnen we trekken uit de, hierboven al gemelde, botte en onwettelijke weigering van Lemmens en Verhaert om op al deze concrete vragen te antwoorden? Een. Zowel mevr. Verhaert als Luk Lemmens toonden, door niets te antwoorden, hun misprijzen voor de prerogatieven van de verkozenen in een parlementaire democratie.Zij vegen de vloer aan met de verplichting van de bestuurders om te antwoorden op de vragen van verkozenen. In geval van afwezigheid is een gedeputeerde die ondervraagd wordt verplicht, om zelf en/of samen met zijn/haar kabinet, het antwoord voor te bereiden dat de gedeputeerde die hem/haar vervangt zal voorlezen. Zo gebeurt het ook wanneer een minister in het parlement zelf niet kan antwoorden. Mevrouw Verhaert en haar kabinet lappen ook dit, met de zegen van de deputatie, aan hun laars. Nochtans wordt ze voor die opdrachten rijkelijk betaald.
De politiek (uit)vlucht naar Bahrein
Twee, en dit is het voornaamste. Heel de verwijzing naar ‘gesprekken in de onderwijsraad’ zij niet meer dan een uitvlucht om alles bij het oude te laten. Op mijn vraag om data, agendapunten en verslagen van de onderwijsraad te tonen die bewijzen dat er echt aan de zaak van de afschaffing van het hoofddoekenverbod wordt gewerkt, kwam er nul antwoord. De vlucht naar Bahrein werd in dit geval misbruikt als een voorwendsel. Het was een politieke vlucht om het debat over de werkelijke positie en optredens van mevr. Verhaert en sp.a met betrekking tot het hoofddoekenverbod te ontwijken. Het zich (zonder voorafgaande melding) verschuilen achter een dienstreis naar Bahrein om op onze concrete vragen hierover totaal niet te antwoorden toont dat de door Inga Verhaert breed aangekondigde ‘hoofddoekenbocht’ neerkomt op zand in de ogen strooien van de voor dit thema gevoelige achterban binnen de sp.a. Dat was al overduidelijk na de herbevestiging van het hoofddoekenverbod in het POA door de voltallige deputatie in de provincieraad van mei (onder applaus van mevr. Verhaert).
Op de lange baan schuiven en/of concentratiescholen stimuleren
En kijk, 4 dagen nadat ik de weigering van antwoorden op mijn vraag over wat er concreet in de stedelijke onderwijsraad Antwerpen gebeurde of gebeurt, meldt de voorzitter van die raad dat er… in september ‘een werkgroep diversiteit’ gaat opgericht worden waar ‘ook de hoofddoek’ ter sprake gaat komen. Op de lange baan schuiven dus en ondertussen niets wezenlijks veranderen, daarop komen al die grote beloften over een hoofddoekenbocht dus neer. Overigens zien we een vrij gelijkaardig scenario in Gent. Waar Groen-schepen Elke Decruyenaere eerst aankondigde dat het hoofddoekenverbod in alle scholen in de stad zou afgeschaft worden, werd ze door haar coalitiepartners (Open VLD, en ook sp.a) teruggefloten. Een dag later klonk het dat het niet de bedoeling was een algemene regel in te voeren die alle scholen tot afschaffing van het hoofddoekenverbod zou verplichten. Neen, het zou om ‘maatwerk per school’ gaan. Elke school zou dus vrij blijven al dan niet te verbieden. Weinig of geen verandering in vergelijking met de huidige toestand. En een beleid dat de vorming van concentratiescholen bevordert (waar het verbod niet geldt) in plaats van diversiteit en tolerantie in het hele scholennet. Inmiddels wordt wel duidelijk dat het klimaat, vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen, gunstiger is dan ooit om een algemene afschaffing van dit ondemocratische en anti-emancipatorische hoofddoekenverbod door te drukken. De de stem van de mensen met moslimachtergrond weegt in Antwerpen en andere steden steeds zwaarder. En ook het aantal van hen die de diversiteit erkennen als een realiteit en een pluspunt groeit daar met de dag. Laat ons dus samen doorzetten. Aan mistspuiters, die inmiddels manoeuvreren om alles bij het oude te laten, heeft onze beweging niets.
Geef een reactie