Jaarlijks budgetritueel: alles al beslist, geen oren naar goede voorstellen

Hieronder de algemene toespraak die ik in de provincieraad hield bij de voorstelling van de begroting voor 2018. Met de woorden van een Nederlandse journalist-observator gewaagde ik van ‘het jaarlijkse budgetritueel’. Vijgen na Pasen waarvoor ik een alternatief voorstelde: dit debat vervroegen naar mei, als de rapporten over het voorbije jaar voorgesteld worden. Dan kan je op basis daarvan voorstellen formuleren waarmee nog kan rekening gehouden worden bij de budgettaire keuzes waaraan vanaf juni wordt gewerkt. Voorts begonnen we positief met een overzicht van al de goede voorstellen die we al vijf jaar doen en de vraag waarom daar zo bitter weinig van wordt overgenomen. En natuurlijk felicitaties voor al het goede werk dat doorging, ondanks de druk van besparingen en de ontwrichtende en asociale ‘afslanking’ van de provincies. Op het einde, als afsluiter, onze eis voor een Miljonairstaks in het Nederlands en… het Latijn.
(De foto’s kan je vergroten door er dubbel op te klikken).

Collega’s,

Het is het vijfde jaar dat ik namens onze fractie een algemene tussenkomst doe over de begroting.
Het heeft geen zin dat ik onze nauwelijks gewijzigde kritieken en beschouwingen hierover in detail herhaal.
Wel wil ik deze keer een duidelijk antwoord op tal van constructieve alternatieven die we voorstelden van bij onze komst in de raad, zowel tijdens maar ook buiten de begrotingsbesprekingen.

Hier richt ik mij tot de toppolitici van de meerderheid (N-VA, CD&V en sp.a). Over hun verantwoordelijkheid voor 5 jaar pijnlijke besparingen en het doorduwen of ondergaan van een chaotische en asociale provincie’hervorming’.

Ons concrete alternatief

Ik beperk me tot onze voornaamste.
– Vergroot de middelen voor sociale en culturele initiatieven i.p.v. die te verminderen.
– Stop met cadeaus aan superrijken die het niet nodig hebben
– Behoud de volledige werkgelegenheid bij de provincie in plaats van ze in belangrijke mate af te breken. Er is bij de overheid, hier en elders nood aan vele nuttige oude en nieuwe jobs. Creëer ze zelf ook, zeker voor laaggeschoolden. Bied hen meer concrete hulp voor toeleiding tot de arbeidsmarkt
– Doe meer voor het milieu. Maak van de omgevingsvergunningen (OV’s) en de omgevingsberoepen OB’s) een democratisch besluitvormingsproces. Een zaak van de hele provincieraad en niet alleen van de deputatie. Laat de betrokkenen en het publiek meer participeren en controleren.
Maak de toegang tot onze musea (Momu, FOMU, DIVA-diamant) gratis naar Brits model. Dat had gekund nog voor we ze zogezegd overdroegen aan de stad Antwerpen.
– Maak ons budget, de uitgaven- en inkomstenstaat, en al onze rekeningen, transparant. Door digitale toegang voor verkozenen en publiek, op zijn minst tot op het niveau van belangrijke afzonderlijke posten. Wat hebt u ondernomen tegen de georganiseerde digitale intransparantie van het BBC-systeem, de Beleids- en Beheerscyclus opgelegd door de Vlaamse regering?
– Doe meer voor mobiliteit dan vooral fietsostrades en mobiscans (van het woon-werkverkeer bij het personeel van bedrijven). Met het gigantisch budget voor mobiliteit met voorlopig een lage benuttingsgraad kan op ook andere domeinen veel gedaan worden om urgente noden op te lossen. Zowel in grote steden als A – denk aan de afwerking van de twee metrostations op de Turnhoutse baan – als in de rest van de provincie.

Op 4 december werd de hal van het provinciehuis een uur lang vrij gemaakt voor het beroep tegen het hoogbouwproject ‘Z Waanzin’ op een ongeschikte plaats in Hoboken. Dank zij actie van de buurtbewoners. Naast de verdediging van het project door de ontwikkelaar en de stad, werden ook hun bezwaren aangehoord. Maar finaal beslissen 6 gedeputeerden, niet de provincieraad.

– Voer voor al de mandaten all-in vergoedingen in die nauwer aansluiten bij de mediane inkomens van onze bevolking. Schaf de forfaitaire onkostenvergoedingen af en kies voor bescheiden dienstwagens. Schaf privileges af zoals de dienstwagen voor onze provincieraadsvoorzitter à 15.000 euro per jaar.(dit bestaat alleen in 2 provincies en kostte ons, leasing en brandstof samen 15.000 euro in 2015 en meer dan 11.000 euro in 2016. Per jaar dus. ‘Voor die prijs heb ik mijn auto gekocht, die tien jaar moet meegaan’ reageerde gisteren iemand aan wie ik het vertelde.
– Zorg voor transparantie en regels voor de toekenning van gratis tickets (o a voor evenementen in het Sportpaleis schijnt dat nog altijd door te gaan, althans voor wie de weg kent). Breek met de toekenning van dure gratis tickets die belangenvermenging kunnen stimuleren zoals in het geval van Tomorrowland.
– Zorg voor meer rechtvaardige en gemoduleerde belastingen. Geef voorrang op de inschakeling van sociale assistenten om mensen met betalingsmoeilijkheden op het goede budgettaire pad te helpen boven kostelijke, nauwelijks renderende deurwaardersdémarches die mensen vaak nog meer in de problemen brengen. (Jaarlijks geeft de provincie 700.000 euro uit aan een deurwaarderskantoor om niet betaalde provinciebelastingen te vorderen. Dat levert finaal 800.000 euro op, of 100.000 euro baten per jaar).
Mijn eerste vraag is dus: “Waarom worden deze en andere positieve voorstellen, als was het maar gedeeltelijk, niet vertaald in het nieuwe budget 2018 ” Voor sommige punten, die later in de week apart aan bod komen kan u ook dan antwoorden.

Bravo voor goede werk dat overeind bleef

Dan nu over de budgettaire en beleidskeuzes voor 2018 die voorliggen.
Vooraf herhaal ik onze waardering en steun aan alle positieve initiatieven die in onze provincie nog overeind gebleven zijn en de inzet die vaak zeer bekwame medewerkers daarvoor aan de dag leggen. Daarbij valt het op dat vooral goed omlijnde werkingen die al in de voorbije decennia werden opgebouwd, dus in vorige legislaturen, sterk blijven presteren. Zeker als zij min of meer buiten het vizier konden blijven van de interne staatsverrommelingen en van de besparingen: de groendomeinen, diverse diensten van onderwijs, milieu en waterbeleid, de fietsostrades, de meeste infrastructuurprojecten en bijhorende logistieke ondersteuning, verschillende welzijnsbevoegdheden die grondgebonden gaan blijven en tot voor kort ook heel wat culturele instellingen en activiteiten. Al de mensen die daar, en ook in andere diensten, hun best doen, en de mandatarissen die hen steunen of proberen te steunen, kregen en krijgen bij elke positieve realisatie onze steun. Dat verschillende van die zaken in de huidige legislatuur verder werden uitgebouwd is een verdienste maar tegelijk ook niet meer dan een plicht.

Helaas zijn twee essentiële veranderingen die deze legislatuur hebben gekenmerkt overwegend negatief, zelfs zeer negatief.
Het gaat dan om: 1) de budgettaire keuze voor neoliberale besparingen en 2) de operatie afslanking van de provincies, zonder visie, voorbereiding noch overleg. Deze 2 veranderingen hebben in de voorbije vijf jaren het werk in de provincies gedomineerd en verstoord. Ze hebben het verder uitbouwen van positieve realisaties, zwaar bemoeilijkt en soms zelfs doen beëindigen. Ik vergeet nooit het beeld van een departementshoofd die, in het tweede jaar van de legislatuur na een commissie over de zoveelste bijkomende besparing tegenover mij in de lift zuchtte: “Dat heb ik hier in twintig jaar nog niet meegemaakt.” Eerst hadden we de lineaire min 3, 5 en 8 procent op drie jaren tijd in alle departementen gehad, vervolgens het volledig wegvallen van het Provinciefonds en toen de extra min 2 procent voor alle Autonome Provinciebedrijven.

Afbouw sociale instellingen (GKC, PCMA): smet op deze legislatuur

Sta me toe eerst nog eens te herinneren aan de voornaamste maatregelen van dat neoliberaal beleid van de voorbije 5 jaren want de gevolgen werken tot op vandaag door.
De financiële middelen voor de provincie werden, als gevolg van asociale besparingen zowel door het eigen provinciebestuur als door de Vlaamse regering, drastisch verminderd. Maar tegelijk is van de vrij belangrijke som provinciegeld die nog overbleef (240 miljoen € exploitatie uitgaven tot vorig jaar) er al die tijd, in verhouding nog meer dan vroeger, gegaan naar superrijken en een pak minder naar sociale noden en culturele initiatieven en naar jobs.
Voor de cadeaus aan hen die het niet nodig hebben, en waarvan de financiële gevolgen ook dit jaar nog doorwerken, staan als voorbeeld:
– de 2 maal 5 miljoen (in 2013 en 2014) voor de binnenrenovatie van het Sportpaleis, de helft van de totale kosten. Dat dus ten behoeve van ondernemers waarvan iedereen kan zien welke gigantische omzet en winsten zij realiseren. Waarmee ze al die werken perfect zelf hadden kunnen betalen.
– Denk ook aan de twee miljoen euro overbodige subsidie voor de kunstbrug van Tomorrowland en Arne Quinze.
– Aan de 11 miljoen die, quasi zonder tegenprestatie van eerste belanghebbende Antwerp World Diamond Center(AWDC), door de provincie al werd besteed aan DIVAn het nieuwe diamantmuseum: de veel te hoge prijs van 6 miljoen voor de aankoop van de gebouwen (een cadeau aan de stadskas van Bart De Wever) en de 7 miljoen voor renovatie en inrichting. ‘We moesten besparen bij ons aantreden’ zei hoofdgedeputeerde Luk Lemmens (N-VA)zonet. Blijkbaar moest er voor sommige dingen duidelijk niet bespaard worden, daar was er zelfs heel veel geld voor.
De posten waarop, zogezegd onvermijdelijk, wel bespaard moest worden waren, mooie sociale initiatieven. Denk aan het gratis festival Mano Mundo. En vooral aan de afbouw en ontwrichting bij het GKC (Gouverneur Kinsbergencentrum voor kinderen en jongeren met ontwikkelingsstoornissen zoals autisme). In het GKC verdwenen heel wat jobs en dienstverlening (onder meer na de sluiting van MODEM, het centrum voor communicatiehulpmiddelen voor gehandicapten. Verder was er het belangrijke verlies aan jobs en expertise bij het PCMA (Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen – de hielprik bij pasgeborenen). De afbouw en ontwrichting van GKC en PCMA zullen een smet zullen blijven op deze legislatuur. Ook al kon door actie en druk (niet in het minst vanuit onze fractie) en door de inzet van de directeur, het departementshoofd en zijn gedeputeerde de schade enigszins beperkt worden. Maar het was te weinig en dan ook maar op kortere termijn. Bij de geamputeerde diensten van het Oriëntatiecentrum van het GKC kunnen jongeren tussen 8 en 21 jaar al geruime tijd helemaal niet meer terecht, en dan nog zijn de wachttijden er niet verkort maar verlengd. Dit illustreert voldoende hoe hier aan sociale afbraak werd gedaan. En hoe wij niet alle financiële middelen aanwenden die wij, mits meer creativiteit, ook de volgende jaren nog zouden kunnen inzetten om dat te verhelpen.

Het Gouverneur Kinsbergencentrum: het communicatiehulpmiddelencentrum Modem werd er gesloten, jongeren met ontwikkelingsstoornissen tussen 8 en 21 kunnen er niet meer terecht.

Besparingen und kein Ende

In de cijfers van het budget 2018 zien we de voortzetting van het neoliberale besparingsbeleid:
– Sommige eerder besliste besparingen hebben pas nu effect onder de vorm van verder jobverlies. Zo wordt een laborant bij het PIH (Provinciaal Instituut Hygiëne) die pas nu op pensioen gaat niet vervangen. En zo zijn er nog een pak.
– Anderzijds is er voor verschillende initiatieven maar zekerheid voor twee jaar. Dat is zo voor De Warande en voor het Vredescentrum. Wat de orkesttornooien betreft staat nu al vast dat ze in de komende twee jaren niet meer kunnen doorgaan. Vlaanderen ondersteunt die evenementen (voorlopig?) niet meer.
– De provincies hebben voor de overgedragen persoonsgebonden een bedrag moeten verevenen naar Vlaanderen dat, volgens hun eigen berekening, meer dan 10 miljoen te veel bedraagt. Logischerwijze volgt daar uit dat ook de grondgebonden materies die bij de provincies blijven allesbehalve beschermd zijn tegen toekomstige besparingen. Ook gedeputeerde voor Financiën, Ludwig Caluwé, zei daarnet dat financiële onweren in de toekomst niet uitgesloten zijn.
Vertrek van noden van de mensen niet van verdeelsleutels
Onze partij pleit voor een echte verandering op het gebied van budgettaire keuzes. Laat ons vertrekken van de grote noden bij de bevolking, en dan zeker bij dat deel dat het moeilijk heeft.
Wat signaleren de mensen ons als hun grote problemen? Nr 1: jobs!
Dat was wat mijn jonge buur van allochtone origine zonder aarzelen op het formulier van onze grote bevraging als zijn eerste prioriteit invulde,: “gemakkelijker toegang tot arbeidsmarkt”. Vele jongeren van autochtone origine denken er overigens net zo over.
2de prioriteit die vaak voorkomt is: doe meer tegen de armoede,
3de doe iets aan de woonproblematiek,
4de zorg voor veiligheid, ook en vooral verkeersveiligheid…
Wel dit budget vertrekt niet of fel onvoldoende van die en andere prioritaire noden.
Men houdt zich aan de gecompartimenteerde budgetten volgens 5 jaar geleden tussen gedeputeerden afgesproken verdeelsleutels. In plaats daarvan zou men moeten vertrekken van een herbeoordeling van de noden en in functie daarvan verschuivingen beslissen in het algemeen belang.
Dus niet zoals de vorige raadszitting besliste: 400.000 euro bestemd voor wonen verschuiven naar gebiedsgericht beleid, ‘het prinsheerlijke project De Merode’ in de Kempen.

Prof. Redig: ‘Provincies brutaal geamputeerd’

Over de tweede bijzonder negatieve verandering die het werk van de provincies heeft ondermijnd – de provinciehervorming van Liesbeth Homans – kunnen we kort zijn. Op recente colloquium van ons eigenste VVP (Vlaamse Vereniging van Provincies) formuleerde prof. Guy Redig van de VUB het zo: “De provincies betuttelden vroeger soms de gemeenten. Maar in de voorbije drie decennia hadden ze zich in positieve zin hervormd. En juist nu zijn ze dan op een brutale en domme manier geamputeerd”. In nationale vakbondskringen, verantwoordelijk voor ‘transitie’ naar Vlaanderen van de personeelsleden uit de provincies, betrokken bij de persoonsgebonden materies (Cultuur, Welzijn, Jeugd en Sport), zegt men: “Bijna overal is het een rommeltje geworden”. Tot op vandaag wordt dat in onze provincie geïllustreerd met de pijnlijke crisis rond onze musea en de Arenbergschouwburg.

Op het recente VVP-colloquium haalde de voorzitter, dhr. Chris Staes, tevens CD&V-voorzitter van de provincieraad van Vlaams Brabant vernietigend uit over de provinciehervorming. Ik citeer hem: “We hebben nu nog meer verrommeling”.
Ja deze hervorming was vooral een demagogische politieke stunt met als bijbedoeling een neoliberale besparingsoperatie. Dat laatste is zowat het enige wat geslaagd is.

IMG_8322

Aan de zijde van PVDA-collega Nicole Naert, tijdens de begrotingsbespreking in de provincieraad. Snel wat nota’s intikken tijdens de tussenkomsten van andere fractieleiders. In voorbereiding van een repliek op foute beweringen en steun aan juiste bemerkingen van andere (punctuele frontvorming 🙂 ).

Transitie: 49 Antwerpse jobs geliquideerd

De cijfers uit onze eigen provincie spreken boekdelen. Bij het begin van transitie voorzag onze provincie dat ze voor 305 VTE’s (in mensen uitgedrukt gaat het nog om meer) een geschikte plaats zou moeten vinden bij de stad Antwerpen of Vlaanderen. Uiteindelijk heeft ze dit jaar maar 256 VTE’s moeten overdragen. 49 full-time jobs moesten, zelfs na noodzakelijke vervanging van vertrekkers, niet meer overgeheveld worden. Het toont hoeveel, vaak zeer bekwame mensen, omwille van de chaos en de onzekerheid, de provincie verlaten hebben, een job gezocht hebben in de privé of in diensten die nog wel bij de provincie bleven. Wie denkt dat de Vlaamse overheid die 49 verloren VTE’s, jobs, gaat herbemannen of herbevrouwen, gelooft nog in het heilig Trezeke, pardon het heilig Liesbetje van Wilrijk. Ik vraag aan onze hoofdgedeputeerde om ons als voorzitter van de VVP mee te delen hoeveel VTE’s, betrokken bij de transitie, in alle provincies finaal niet meer dienden overgedragen te worden wegens al die vertrekkers en vertreksters. Wat is het eindcijfer, mijnheer de hoofdgedeputeerde, van de jobs die gesneuveld zijn op het slagveld van uw N-VA-afslanking van de provincies?

Zoals we al vaak zegden. Ja er is, na al die eindeloze staatshervormingen – in feite staatsverdikkingskuren (althans aan de top) – echt een grondige herdenking nodig van de werking van ons politiek bestuur, van zowel de federale als de Vlaamse, de Waalse en de Brusselse bestuurlijke Big Mac’s. En ook van het intermediaire bovenlokale bestuursniveau, actueel, nog voor een deel, de provincies. Wij zijn voorstander om te gaan naar stads- en streekgewesten, maar dan op een overlegde, lang en grondig voorbereide manier. Waar ook en vooral de leidinggevende ambtenaren, en hun personeel, die dagelijks met hun neus op de problemen zitten, vrij hun mening kunnen zeggen. Zij weten het best welke structuren en maatregelen er nodig zijn om efficiënt te werken, hoe de versnippering en andere hinderpalen kunnen opgeruimd worden in plaats van verergerd zoals nu. Zo zouden wij die hervorming aanpakken. En ja, daarbij moeten we ook de recente academische pleidooien om toch te hervormen op basis van de bestaande provinciale structuren niet meteen wegzetten.

Voer het debat in het voorjaar

Tot slot, collega’s, wat ook aan herdenking toe is, is de opmaak en bespreking van de begroting. Ondanks beloften over verandering blijft men dit begrotingsdebat voorstellen als de ‘hoogmis’ van het politieke jaar. In werkelijkheid is het een ritueel. Een ritueel, ja zo noemde een Nederlandse journalist het, die hier en elders in België de begrotingsbesprekingen kwam aanschouwen. Het bestuur stelt ‘kort’ voor wat het zonder debat vooraf beslist heeft. Wie wil mag er wat commentaar op geven, maar er verandert toch niets meer.
Ik eindig met een concreet voorstel om het echt eens anders aan te pakken. Laat ons het grote debat houden in mei als de rapportering over het voorbije jaar plaats heeft. Dan kan elke partij, ook van de meerderheid, voorstellen doen om het jaar en de jaren erna zaken anders te doen of meer en beter. Het bestuur kan dan zeggen wat zij wel en niet wil meenemen. En in een veel korter begrotingsdebat kunnen we dan beoordelen wat al dan niet van onze voorstellen werd overgenomen en dat dan steunen of kritiseren.

Bij onze laatste begrotingsbespreking die er nog toe doet herhaal ik tot slot ook ons voorstel om het centrale probleem op te lossen: ‘Van waar moet het geld komen om een ander beter en sociaal beleid te voeren?”. Wel omdat Cicero de laatste dagen weer populair is zal ik het nog eens in zijn taal herhalen: “Ceterum censeo euronem decies habentibus vectigal imponendum esse”. ‘Voorts zijn wij van mening dat de miljonairstaks moet ingevoerd worden’. Het was al een tijdje geleden dat u het hier gehoord had, maar het blijft meer dan ooit actueel. En het krijgt gelukkig ook meer aanhangers.

Plaats een reactie