Ons pleidooi voor gratis toegankelijke provinciale musea dan toch gehoord?

FOMU, het fotomuseum van Antwerpen

FOMU, het fotomuseum van Antwerpen

In het kader van de begrotingsbesprekingen hield ik op 7 december, bij de bespreking van het departement Cultuur, een interpellatie met als onderwerp ‘Cultuur populariseren door (bijna) gratis toegankelijkheid van onze musea’. In eerste instantie kwam er geen positief antwoord van gedeputeerde Luk Lemmens (N-VA). Maar bij de afsluiting van de begrotingsmarathon zegde hij dat hij ideeën had gehoord om over na te denken zoals… de toegankelijkheid van onze provinciale musea (het Fotomuseum FOMU, het Modemuseum MoMu en het toekomstige Diva-museum (diamant, zilver, juwelen). Inzicht of communicatieadvies? We zien wel. Of het wat wordt, en hoeveel, van wat ik in onderstaande tussenkomst verdedigde, blijft inderdaad afwachten. Maar wie weet? De aanhouder wint en er voor blijven strijden doen we sowieso.

Voorzitter,
Collega’s

In de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, goedgekeurd door de VN in 1948 lezen we in Artikel 27, par. 1. “Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan.” Neemt 66 jaar later in Europa, in ons land, in onze provincie iedereen vrijelijk deel aan het culturele leven? Het antwoord is duidelijk neen. Ik weet niet of onze dienst cultuur beschikt over cijfers van de algemene participatie aan culturele evenementen in onze provincie. In dit boek ‘Culture Capital, The rise and fall of Creative Britain’ vond ik er wel over Groot-Brittannië. Ik lees daarin, van de hand van Chris Smith, de nieuwe minister van cultuur van New Labour over de toestand in 1999: “Vijftig procent van onze mannen en vrouwen zetten, in de loop van het jaar, nooit een voet in een culturele instelling. Zij bezoeken geen enkel kunstevenement.” Er werd toen, onder de naam ‘Creative Britain’ een heel programma opgezet om dat te veranderen. Een van de doelen was het aantal bezoekers van de nationale musea te verhogen door de toegang stapsgewijze gratis te maken, voor de kinderen in 1999, voor de 60-plussers in 2000 en vanaf 1 december 2001 voor iedereen. Al wie London bezocht weet het: sindsdien kan je inderdaad het British Museum, Tate Modern, The National Gallery en andere kunsttempels binnen zonder entreegeld te betalen.

In Londen en de UK kan het wél

Heeft die gratis maatregel geholpen om de omslag te maken van kunst voor ‘Just the few, not the many’ (voor enkelen en niet voor velen) naar kunst voor ‘the many, not just the few’, voor ‘de velen, niet enkel voor de weinigen, voor de happy few’. Het antwoord is: ja, op een significante manier, zij het niet op een beslissende manier. Waarom geen echte ommekeer? Omdat de wezenlijke verbetering van de toegang tot cultuur op de eerste plaats een kwestie is van inkomen, door een eerlijker verdeling van de rijkdom, een kwestie van onderwijs en opvoeding en een kwestie van financiering, vooral dan door de overheid. Maar de financiële toegankelijkheid speelt, in tweede orde, een betekenisvolle rol. En daarom pleit ik hier voor een gratis of bijna gratis beleid in wat voorlopig nog onze musea zijn. Enkele cijfers over wat het effect kan, vanuit de ervaring in de UK, geplukt uit het rapport van het studiebureau Mori ‘The Impact of Free Entry to Museums’

musea-gratis-uk-1

(Besluit uit bovenstaande dia): Totaal stijging van het percentage bezoekers bij de hele bevolking boven de 15 jaar: + 10% (een derde meer), bijna x 2 in categorie 55 plus (brug)gepensioneerden, zelfs + 5% bij ongeschoolde arbeiders, en + 10% bij geschoolden.

Het meest markante succes werd geboekt door Tate Modern, ingericht in een oude elektriciteitscentrale op de rechteroever van de Thames. Het opende in 2000 en was in dat jaar, 5.250.000 bezoekers het populairste museum van de wereld. Uit de jaarlijkse statistische review ‘Taking Part’ leren we ook dat tussen 2005/2006 en 2012/2013 het percentage mensen dat in de UK een museum of galerij bezocht steeg tot 53 procent, dus nog eens 10 procent in zeven jaar.

musea-gratis-uk-2

Besluit uit deze dia (Chart 5, blz. 6): ook invloed op frequentie bezoeken: van 56% mensen op de hoogte van free entry bezochten 15% veel vaker musea.

Waarom ook in onze musea?

Is een gelijkaardig beleid bij ons ook nodig en mogelijk. Volgens de PVDA wel.

1) Is het nodig en nuttig? – Daarover kunnen we beter oordelen als ons departement cultuur ons volgende cijfers verstrekt (meteen wat al voorhanden is, de rest later)
* welk % van de bezoekers van onze musea komt uit onze provincie, uit Vlaanderen, uit België, uit het buitenland?
* welk % vertegenwoordigen de bezoekers uit onze provincie aan de provinciale musea op de totale bevolking van 15-plussers in onze provincie?
* wat is de invloed op het aantal bezoekers aan de kathedraal sinds ons bestuur de vrije toegang heeft bekomen voor de inwoners van onze provincie?
* Heeft men een idee van de sociale samenstelling en, eventueel, de diversiteit van het bezoekerspubliek? * wat is in het algemeen de participatiegraad aan kunstevenementen in musea, theater, opera, concertzalen, kunstgalerijen…

Het financiële plaatje oogt goed

2) Is ons voorstel Financieel haalbaar? Volgens ons wel.
* Vooreerst is er het algemene gegeven dat er in ons rijke land beslist meer geld te halen is voor cultuur als men het geld durft en wil gaan halen waar het zit.
* Tweedens. Zelfs binnen het huidige door neoliberalen gekortwiekt budget, is het haalbaar.

musea-gratis-uk-3

Slechts 13 à 14% van budget komt van eigen inkomsten (1,4 van de 10,2 miljoen uitgaven); de ticketverkoop is daar zelf ook maar een fractie van. (Indien het departement ons de precieze getallen kan geven van de opbrengst van de ticketverkoop kunnen we nog preciezer het exacte percentage geven dat die vertegenwoordigt in het totale budget.
* Als wij zien dat onze provincie het toekomstige DIVA-museum (diamant, zilver, juwelen) nu al voor meer dan 13 miljoen financiert – aankoop gebouwen, renovatie en inrichting – dan had een verschuiving van een à 2 miljoen van dit project al voor verschillende jaren een gratis of bijna gratis toegansbeleid mogelijk gemaakt.
En hoeveel hadden we op dit terrein kunnen verwezenlijken met de overbodige 2 miljoen subsidie voor de kunstbrug van de superrijken Arne Quinze en ID&T op De Schorre?
* Het geciteerde rapport Mori toont ook aan hoe de vrije toegang andere inkomsten van musea substantieel verhoogt: meer verkoop van catalogi, gidsen en andere shopproducten, horecaverbruik in de museumgebouwen, huur van audioguides,…

musea-gratis-uk-4
Besluit uit deze dia: Zie het belang van heel intensieve bekendmaking van de gratispolitiek (40% van de Britten weet nog altijd niet dat de toegang tot de nationale musea gratis is).

Veel mensen lopen graag eens ergens binnen, als het uitkomt, maar als de toegangsprijs te hoog is, passen ze daarvoor. In geval van gratis valt die drempel valt. Bezoekers die een tentoonstelling knap vonden, gaan dan ook vaker eens terugkeren. Dit alles verhoogt de inkomstengenererende activiteiten.
* Gratis toegang kan, zoals in Engeland, gecombineerd worden met een vrije bijdrage via de donationbox. Je bent vrij om bij het vertrekken een bijdrage te geven, wat psychologisch natuurlijk anders werkt: je kan dan iets steunen, ‚deel zijn van’, vanuit je eigen appreciatie en financiële mogelijkheden. Verder: mits een groot deel van de vaste of andere collectie gratis te zien is, sluiten we een entreegeld voor speciale dure tentoonstellingen niet uit.

Extra-kosten aan personeel?

3) Verhoogt dit de personeelskosten? Dat is niet noodzakelijk zo maar laten we er vanuit gaan: wellicht wel. Wat dan?
*Vooreerst heeft een beschaafde staat wat over voor cultuur en de popularisering ervan en ook voor de werkgelegenheid. Vervolgens hoeft dit voorstel geen handenvol extra geld te kosten: * er is immers de vermelde toename van de niet-ticketinkomsten
* Er kan aan het personeel en vakbonden voorgelegd worden welke capaciteit bezoekers men aankan met welk personeelsbestand. Wellicht gaat het niet om een enorme toename. Met 75.000 bezoekers per jaar ontvangt het Fotomuseum actueel er ongeveer 250 per openingsdag. In een dergelijk groot gebouw is wellicht heel wat meer mogelijk, mits enige ondersteuning en goede aanpak. In Gent zijn het MSK en het SMAK voor Gentenaars gratis op zondagvoormiddag. Dat vraagt daar geen extra personeel.
* Bij gratis toegang is er geen of veel minder personeel nodig voor de ticketverkoop – en controle (controle van de bezoekersaantallen kan automatisch).
* Gratis leidt, behoudens bij te voorziene gelegenheden, ook niet perse tot een onbeheersbare toeloop. Als dat wel in enige mate het geval is kan men nog altijd werken met een maximum aantal bezoekers werken, aangepast aan de capaciteit van gebouw en omkadering. Dat kan door onlinebestelling of plaatselijke reservering (zoals bij betalende succesmusea) of je vraagt de mensen te wachten tot er anderen vertrokken zijn (MOMA New York doet dat bij succestentoonstellingen).
* Er zijn in ons land steden, die ook geen financiële overschotten hebben, maar die toch iets grotere inspanningen doen dan wij. Gent in het SMAK en MSK maar ook Charleroi, waar het Fotomuseum elke eerste zondag van de maand gratis toegankelijk is voor de vaste collecties en aan sterk verminderd tarief voor de tijdelijke tentoonstellingen Waarom denken wij nog niet eens aan gelijkwaardige gedeeltelijke maatregelen zoals deze, op bepaalde dagen of uren, onder meer de kalmere uren in de voormiddag?

Ook voor kunst geldt: onbekend is onbemind

Over de band tussen financieringswijze en participatie van de bevolking wil ik nog dit zeggen. Onze huidige cultuurministers en andere verantwoordelijken beweren dat zij, ondanks hun besparingen, toch de participatie kunnen verhogen, . Dat zij meer mensen kunnen aantrekken om met kunst en cultuur bezig te zijn. En wel via aankoopovereenkomsten met privéverzamelaars en via sponsoring. Maar dat zijn dikwijls verdienmodellen. Het zijn financiële stimulansen waarmee je bovendien vooral die mensen erbij betrekt die al veel geld hebben. Zo duw je de sector nog meer in de handen van de upperclass en van een rijkere middenklasse. De opendeuren-politiek, die wij voorstaan, is een andere strategie, om ook andere en meer mensen in contact te brengen met kunst en cultuur. En ook dat kan op termijn een duw geven aan het zakelijke plaatje. Want door kunst en cultuur terug in de geesten van de mensen te brengen, gaan ze die zelf ook meer opzoeken. Het probleem bij veel van (onze) kunst en cultuur is: onbekend en daarom onbemind. Er zijn heel wat prachtige theatervoorstellingen en tentoonstellingen waar nog altijd te weinig volk naartoe komt. Als je meer mensen de kans geeft die eens bij te wonen, dan slaat de liefde voor theater en kunst aan en willen terugkomen om meer te ontdekken.

Sven Gatz vindt dat toegangsprijzen…. hoger kunnen !

Ons voorstel vertrekt ook vanuit volgende vaststelling, gedocumenteerd in dit boek Buy Buy Art, van Robrecht Vanderbeken, cultuurfilosoof en nieuwe vakbondssecretaris van ACOD-cultuur. Daarin schrijft hij: “De oprukkende vermarkting van de cultuursector gaat ook samen met het verdwijnen van democratische prijzen. Alleen de jongste vijf jaar al werden volgens de FOD Economie de entrees voor theater, bioscoop en concerten 16 procent duurder. Vooral bij commerciële instellingen liggen de prijzen hoog en stijgen ze snel. De festivalprijzen zijn daar het beste voorbeeld van. Ook de prijsdifferentiatie zit in stijgende lijn, in combinatie met allerlei nieuwe vip-formules zoals Lady’s nights, superior category en goodiebags. Wie in het Antwerpse Sportpaleis een plaats wil aan de voeten van Madonna, plus een ‘exclusief’ cadeau, betaalt 310 euro. Wie onder het dak wil zitten, betaalt ‘slechts’ 51 euro. Een eersterangsticket in de Munstschouwburg, een vlaggenschip van de ‘hoge cultuur’, kost 130 euro. Er komen steeds meer variaties op de vaste basisprijs: weekendprijzen, premières of blockbuster-tentoonstellingen krijgen aparte tarieven. Een goedkoop tarief is vaker een sociale en voorwaardelijke uitzondering. Een pretext ook, die de schijn moet hooghouden dat men wel enigszins wil vasthouden aan een democratisch aanbod. Maar volgens minister Gatz moeten de prijzen aan de kassa hoger: ‘De entreeprijzen zijn best laag, ook daar wil ik het met de sector zeker over hebben.’”

Diversiteit en cultuurparticipatie

Deze keuze van de Vlaamse overheid is fout. Laat ons op zijn minst met provincie of stad, die dichter bij de bevolking willen staan, daar niet aan mee doen maar een andere weg inslaan. Dat onze provincie en maatschappij steeds meer diverser worden is een bijkomende reden. Gegevens bewijzen dat, onder meer omdat de toegangsprijzen omhoog gaan, kunst meer en meer een zaak is van de blanke elite. De participatie van andere bevolkingsgroepen, meer diversiteit, is een groot knelpunt, een prioritair agendapunt voor de minister en alle cultuurverantwoordelijken. Ook naar die groepen toe kunnen de cijfers inzake participatie gerust een duwtje gebruiken.

Collega’s,

Zoals gesteld, ons voorstel is niet het wondermiddel om de hele bevolking toegang te geven tot cultuur, met alle positieve gevolgen vandien voor de maatschappelijke samenhang. Maar het is wel een belangrijke hefboom. Het is u bekend dat onze partij sterk is ingeplant in buurten waar veel mensen weinig of geen toegang hebben tot culturele evenementen. Niet zelden ook of vooral om financiële redenen. Zelf konden Nicole en ik, als provincieraadsleden, al gratis vernissages van diverse tentoonstellingen bijwonen. Regelmatig was onze reflex: daar zouden we terug naar toe kunnen komen met leden en sympathisanten waarvan velen wellicht nog nooit in het FoMu, MoMu, MuKHA enz. geweest zijn. Nochtans zouden ook zij heel veel kunnen hebben aan zo’n tentoonstelling als die van het FoMu over de Arabische revolutie, of over de Panamapapers. En zelfs aan een tentoonstelling in het MoMu zoals ‘BIRDS OF PARADISE. Pluimen & veren in de mode’, of een van diamanten kroonjuwelen al dan niet van tsaren. Ook al omdat het kan dienen voor bewustmaking over sociale ongelijkheid, uitbuiting, stuitende luxe van de upperclass en de essentiële maatschappelijke rol van de gewone vakmensen die al dat schoons produceren.

Beste gedeputeerden, Bent u bereid ons voorstel te overwegen en uit te voeren?

 

5 reacties »

  1. Bonjour. Hélas, je ne parle que le français. Voici une réflexion sur les différentes gratuités des musées belges http://www.consoloisirs.be/musees/autresgratuits.html Et une réflexion sur les musées qui sont gratuits le premier dimanche du mois. Depuis l’écriture de ce texte, cette gratuité se développe : on en est en 2017 à plus de 150 musées qui la pratiquent. Et, très important, cette gratuité est médiatisée chaque mois. Il ne suffit pas d’être gratuit, il faut que le public le sache! http://www.rtbf.be/info/opinions/detail_musees-les-premiers-dimanches-gratuits-ont-le-vent-en-poupe?id=7177763

  2. […] en plannen niet alleen kunnen behouden maar zelfs versterken. Of nieuwe zaken realiseren zoals ons voorstel voor gratis toegang tot de musea. Daarvoor had men kunnen besparen op het vele geld dat men wel nog uitgeeft voor prestigeprojecten […]

  3. krismerckx said

    Merci Hennebert Bernard pour votre réaction et le lien vers votre site et l’Opinion sur le site rtbf. Kris Merckx

  4. […] de hele bevolking. Voor zo’n volkse oriëntatie hebben wij al bij herhaling gepleit. Zie o.a. ons voorstel voor gratis toegang zoals bij de Britse openbare musea. Tegelijk waarschuwden we dat er, ook op het vlak van de […]

  5. […] van de deputatie. Laat de betrokkenen en het publiek meer participeren en controleren. – Maak de toegang tot onze musea (Momu, FOMU, DIVA-diamant) gratis naar Brits model. Dat had gekund nog voor we ze zogezegd overdroegen aan de stad Antwerpen. – Maak ons budget, […]

RSS feed for comments on this post · TrackBack URI

Plaats een reactie