Provinciebudget 2017: littekens van vier jaar besparingen en blijvende onzekerheid

Al 4 jaar stevig tussenkomen tegen asociaal beleid.

Al 4 jaar stevig tussenkomen tegen asociaal beleid.

 

Bij de bespreking van de begroting 2017 en het Meerjarenplan (MJP) 2017-19 hield ik namens de PVDA onderstaande toespraak. Een verhaal over hoe in de voorbij 4 jaar veel moois werd afgebroken (sociaal, cultureel, werkgelegenheid) en hoe wij het verzet daartegen volop blijven steunen. Ook een relaas over de voortdurende onzekerheid voor het provinciepersoneel betrokken bij de ‘afslanking’. En over privileges allerhande voor de politieke top en de superrijken.
Kracht van verandering? Alleen aan de onderkant en daar in negatieve zin.

Voorzitter,
Collega’s,
Onze partij is het niet eens met de rooskleurige commentaar van de hoofdgedeputeerde over het voorliggende B2017 en MJP 2017-2019.

Om drie redenen:
1) dit budget en dit MJP dragen de littekens van de voorbije besparingen;
2) ze verbergen de reeds zichtbare maar ook nog te verwachten negatieve gevolgen van een slecht aangepakte en mislukte hervorming van de provincies.
3) men verwerpt de kansen en voorstellen om het nog beschikbare geld beter en socialer te besteden;

Eerste punt. Dit budget 2017 en Meerjarenplan 2017-19 blijven de littekens dragen van de voorbije besparingen.
Natuurlijk worden met dit budget nog heel wat mooie dingen gedaan o.l.v deskundige, gemotiveerde en verdienstelijke verantwoordelijken. Zo hoort het ook als je, als bestuur, beschikt over een belangrijk budget van 253 miljoen euro. Onze fractie steunt van harte al die goede projecten, en de medewerkers en bestuurders die ze dragen. Nicole Naert en ik proberen dat te tonen, niet alleen door tussenkomsten op de commissies en in de raad maar ook door, zoveel als met ons tweetjes mogelijk is, mee ter plaatse te gaan.
We doen gelukkig nog mooie dingen maar het is beslist niet meer wat het voorheen was. Er zou zoveel meer en beters kunnen gedaan worden indien er in de voorbije 4 jaren niet zo ongenadig en asociaal in het budget gehakt was. Ik som even op: de door ons eigen bestuur meteen opgelegde 3-5-8-procentbesparing, de afschaffing door Vlaanderen in twee tijden van de resterende tweederden van het Provinciefonds, de 1,7 procent lineaire besparing bij de Autonome Provinciebedrijven (APB’s) als gevolg van het niet meer compenseren van de daling der opcentiemen op onroerende voorheffing op de outillage (uitrusting) van de bedrijven.
Dit alles laat diepe littekens na, tot in het huidige budget en MJP.
Dia’s uit de toelichtingspresentaties in diverse commissies belichtten dat, zwart op wit. Ik toon er hier een. Jullie lezen er letterlijk:
“Moeilijke context:
•onzekerheid door Vlaams regeerakkoord;
•effecten vorige besparingsrondes op personeelssterkte
•geen ruimte voor uitbreiding of projecten met financiële meerkosten
•Geen nieuwe beleidsdoelstellingen, actieplannen, acties.”

Dit socio-culturele slagveld kon vermeden worden

Zo kom ik bij mijn tweede kritiek. Het bestuur blijft de kansen en voorstellen verwerpen om het nog beschikbare geld beter en socialer te besteden Had men de goede sociale en culturele initiatieven kunnen uitbreiden en niet, zoals nu is gebeurd is, ze schrappen of afbouwen? Ja! Al die afbraak was niet nodig geweest. Denk aan de afbouw in het Gouverneur Kinsbergencentrum (het GKC, dat hulp biedt aan kinderen met ontwikkelingsstoornissen en autisme), aan de sluiting van MODEM (het communicatiehulpmiddelencentrum voor gehandicapten), aan de moeilijkheden bij het PCMA (Provinciaal Centrum voor opsporing van Metabole Aandoeningen, o.a. via de hielprik bij baby’s), aan de schrapping van het Q-vitproject (het vroegere Dominicanenklooster in de Kievitstraat in Antwerpen, nabij de Zoo, een socio-culturele bestemming geven), aan de afgevoerde projecten bij APB Sport (overdekking BMX-piste), aan de schrapping van Mano Mundo en van heel wat subsidies bij cultuur… Ja, dit alles had niet gehoefd mits men gekozen had voor een sociaal beleid. Had men het verlies van meer dan 100 jobs bij het personeel kunnen vermijden en de arbeidsdruk die daarvoor op heel wat plaatsen kritisch is geworden? Ja. Nu hebben we, helaas, globaal 10% jobs verloren, in het APB Cultuurcentrum De Warande in Turnhout zelfs bijna 20%. Vertrokken met 58 VTE’s (voltijdse eenheden) in 2013 moeten ze het daar nu doen met 48 VTE’s. Collega Naert zal daar grondiger op terugkomen.
Inderdaad, het had anders en beter kunnen zijn. Vooral indien onze parlementen zouden ingegaan zijn op onze en andere voorstellen voor fiscale hervormingen waardoor de superrijken betalen, met meer middelen als gevolg ook voor de lokale overheden. Maar, zelfs met het ten onrechte gekorte budget van de provincie had men nog altijd bovengenoemde initiatieven en plannen niet alleen kunnen behouden maar zelfs versterken. Of nieuwe zaken realiseren zoals ons voorstel voor gratis toegang tot de musea. Daarvoor had men kunnen besparen op het vele geld dat men wel nog uitgeeft voor prestigeprojecten zoals het nieuwe diamant- en zilvermuseum ‘Diva’ (in totaal al meer dan 13 miljoen alleen vanuit onze provinciekas). Er was de overbodige 2 miljoen euro subsidie voor de kunstbrug van Arne Quinze en ID§T (firma achter Tomorrowland) op De Schorre.

Gedeputeerden die tot 190.000 euro verdienen: niet normaal

Ook wordt er ten onrechte nog altijd niet bespaard op privileges. Bij de begrotingsbespreking van 2013 plaatste ik er een paar op een dia. Inmiddels dien je de bedragen op zijn minst wel te indexeren.
Dia privileges 2013
Zo is het nog altijd zo dat de gedeputeerden bovenop hun al royale wedde van 127.000 euro bruto per jaar tot 50% mogen ‘bijverdienen’ in raden van bestuur en directiecomités van Intercommunales, dus tot 190.000 euro per jaar. Met daarbovenop nog een belastingvrije onkostenvergoeding van meer dan 2000 euro per maand. Is dat normaal? Neen.
Is er inmiddels al iets gedaan aan de te luxueuze en te dure dienstwagens? Neen.
Is inmiddels het privilege afgeschaft dat alleen in de provincie Antwerpen bestaat, namelijk een dienstwagen voor de provincieraadsvoorzitter? Kostprijs van de leasing: 15.000 euro per jaar, en dat bovenop zijn representatievergoeding van 15.000 euro per jaar naast zijn dubbele zitpenning per provincieraadszitting (402 euro)? Neen.

2017-budget-3

De N-VA handhaaft, voor een partijgenoot, in Antwerpen een privilege dat in geen enkele andere provincie bestaat: een dienstwagen Mercedes voor de provincieraadsvoorzitter (15.000 euro extra per jaar).

Ik haal deze zaken niet aan om personen te viseren, wel om principes van politieke ethiek te verdedigen. De afschaffing van privileges, zoals de hierboven genoemde, is nodig, zeker in een tijd waarin politici de gewone man en vrouw doen inleveren. Als de levensomstandigheden van de politici nauwer aanleunen bij die van de gewone vrouw en man, zal de politiek wel geloofwaardigheid en morele autoriteit hebben..
Ik hoorde onlangs dhr. Marius Meremans van N-VA in het Vlaams Parlement uitroepen: “De afslanking van de provincies is het bewijs dat we als politici durven snijden in het eigen vlees”. In bovenstaande provinciale privileges werd er in elk geval nog niet gesneden. Wat weerhoudt u ervan om het zelf te doen? Bijvoorbeeld, genoegen nemen met de al hoge basiswedde van gedeputeerde en af te zien van vergoedingen voor andere mandaten? Indien niet zullen wij daar in mei zelf concrete voorstellen voor voorleggen.

Provinciehervorming: ‘besparen’ op… democratische controle

Via de daarnet geciteerde mijnheer Meremans en het Vlaams parlement kom ik zo bij mijn derde en belangrijkste punt: de gevolgen van de nu besliste afslanking van de provincies. Veel meer dan het door onze hoofdgedeputeerde bejubelde ‘evenwicht van de meerjarenbegroting’ gaat die ‘hervorming’ in de komende jaren bepalend zijn voor de situatie in de provinciebesturen en al wie er van afhangt..
Onze hoofdgedeputeerde heeft vorige zaterdag, op het colloquium van de VVP (Vereniging van Vlaamse Provincies) een door velen opgemerkte uitspraak gedaan. Ik citeer: “Laten we de woede en de onzekerheid achter ons laten en de provincies opnieuw uitvinden”. Ik vond ze ook straf, maar dan wel zonder leedvermaak. Er zat een stuk eerlijkheid in, een bekentenis ingegeven door aanwezigheid op het terrein. Mooi, maar dat neemt niet weg dat u, en dat is normaal voor een politicus, finaal vooral zal afgerekend worden op uw daden in dit dossier, in dit geval het mee doorduwen van die slechte hervorming.
‘DE PROVINCIES HERUITVINDEN’! Inderdaad, als onze hoofdgedeputeerde Luk Lemmens (N-VA) dit, als nieuwe VVP-voorzitter, moet zeggen aan het einde van het traject is dat een erkenning dat deze ‘hervorming’ in 2014 inderdaad werd opgelegd zonder visie en voorbereiding. En dat ze is uitgelopen op een miskleun. Iets wat overigens nu quasi overal erkend én luidop gezegd wordt, ook door politici en leden van CD&V en Open VLD, wiens parlementairen ze op 22 oktober mee stemden. Op het colloquium fulmineerde CD&V-gedeputeerde Naeyaerts van West-Vlaanderen dat de halvering van het aantal provincieraadsleden ‘knettergek’ is. En gelijk heeft hij. Want N-VA mag in haar pamfletten dan al de indruk geven dat er op de provincies 46% gaat bespaard worden, de cijfers leren ons wel wat anders.

2017-budget-d

N-VA-pamflet geeft de indruk dat er 46% gaat bespaard worden door de afslanking van de provincies. In werkelijkheid bespaart men met de halvering van de provincieraadsleden
niet eens 0,1 procent 

Die -46% hier slaat enkel op de presentiegelden van de raadsleden. Welnu hoeveel bedragen die in Antwerpen? In het laatste document waarin ik ze nog gemakkelijk kon terugvinden was dat circa 550.000 €. Min 46% betekent een minderuitgave van 235.000 €. Op een begroting met 253 miljoen euro vertegenwoordigt dat niet eens 0,1 procent, of nog geen duizendste. Als je dat de provincies goedkoper maken noemt… Komaan, en ondertussen niets doen aan privileges, cumuls, posten in intercommunales, cadeaus aan superrijken die het niet nodig hebben, wat alles samen zoveel meer kost.
Neen die -46% op de raadsleden is vooral een besparing op de democratische controle. Een Limburgs raadslid zegde mij: ‘We gaan nu voor de hele provincie Limburg minder raadsleden hebben dan Sint-Truiden gemeenteraadsleden heeft’.

Standplaats en functie ‘overgedragen’ personeelsleden: ???

Nog erger zijn de gevolgen voor de mensen op het provinciale terrein. Van diverse zijden hoor ik, van geëngageerde en bekwame verantwoordelijken: “Zo goed als iedereen van ons is ontevreden over wat uit de bus is gekomen en ongerust over de finale afloop.” En ook nog, vooral dan in instellingen en verenigingen die afhangen van de provincie: “De zekerheid die de provincie ons bood, ook al door haar nabijheid, zijn we kwijt”.
De feiten bevestigen, helaas, wat ik hier al in september 2014 stelde: dit afslankingplan is een neoliberale besparingsoperatie zonder visie, zonder voorbereiding en zonder overleg. Deze kaduke hervorming zal nog voor meer sociale en culturele afbraak leiden, voor meer bestuurlijke verrommeling in plaats van minder. Onze kritiek op deze hervorming én ons alternatief – want het bovenlokale bestuursniveau is inderdaad aan hertekening toe – formuleerde ik al uitvoerig in vorige tussenkomsten zoals deze.
‘Laat ons de onzekerheid achter ons laten’, zei de VVP-voorzitter zaterdag ll. op het colloquium. Maar zelf weet hij dat die niet voorbij is. De meeste personeelsleden, betrokken bij de transitie, zullen pas in het voorjaar weten wat hun standplaats en functie gaat worden, of ze al dan niet nog enige band gaan hebben met de provincie en hun huidige werkterreinen.
Ondertussen blijven, door de onzekerheid, vele waardevolle medewerkers opstappen uit diensten betrokken bij de transitie naar een andere job binnen en ook vaak buiten de provincie. Er is geen enkele garantie dat de ontvangende Vlaamse agentschappen of gemeenten de jobs en functies van de verlaters integraal opnieuw gaan invullen. Zo wordt de transitie vanzelf een zware besparing op jobs. Wat trouwens voor de initiatiefnemers van meet af aan een van de hoofdbedoelingen was.
Bovendien is het nog niet gedaan.
Kijk naar wat VP-lid Marius Meremans zegde tijdens het bijzonder magere debat in het Vlaams Parlement (VP) voor de stemming van het afslankingsdecreet:

2017-budget-f

Tussenkomst van Meremans bij stemming decreet ‘Afslanking provincies’ ( 22 oktober 2016)

De afslanking is beslist maar de onzekerheid en ontwrichting zijn niet voorbij. Voor onze diensten en mensen zal dat in het volgende jaar de hoofdzorg zijn. Ook na 1 januari 2018 gaan we van hen, die meegaan in de transitie, nog veel noodkreten horen. Zij zullen steun en die van hun vakbonden, meer dan nodig hebben. Op onze partij mogen ze daarvoor rekenen, hier, en vanaf 2019 hopelijk ook in het Vlaams Parlement.

Collega’s,

De voorbije 4 jaar hebben we mensen van de provincie, op alle niveaus, vaak horen zuchten ‘Dit hebben we in heel onze carrière nog niet meegemaakt’.
En inderdaad. De voorbije 4 jaren en de komende 2 jaar van dit provinciebestuur zal men zich niet herinneren als ‘les six glorieuses’, de zes glorierijke jaren (naar analogie met ‘les trente glorieuses’ waarmee de Fransen de dertig jaar vooruitgang in hun land tussen 1945 en 1974 benoemden). De periode 2013-2018 zal meer weg gehad hebben van een annus horribilis, maar dan een dat zes jaar lang heeft verder geduurd.
Nochtans had het anders gekund.

Ik toon u hier een dia: de rijkdom die we jaarlijks in ons land produceren is, in de laatste 40 jaren met maar liefst 2,5 maal toegenomen.

bbp-ivm-1970-maal-2-5

Het Bruto Binnenlands Product van België steeg sinds 1970 met bijna 150 procent. Alleen werd de verdeling véél slechter

De middelen zijn er dus, ze moeten alleen rechtvaardiger en efficiënter verdeeld worden.

Beetje geschiedenisles over 1947-1979 (‘De grote voorspoed’)

Kan dat? Ja. De recente geschiedenis heeft ons geleerd. En daarvoor baseer ik mij op twee grafieken die op 4/11/2011 gepubliceerd werden in de New York Times (dus niet afkomstig uit Solidair of de vroegere Rode Vaan).

1947-tot-79-en-ommekeer-nyt-2

‘Grote voorspoed’ tussen 1947 en 1979 maar sinds 1980 wordt kloof tussen kapitaal en arbeid weer groter door neoliberaal beleid.

Waarom was de kloof in die periode 1945-1979 kleiner? Waarom betaalden ook de grote bedrijven veel meer belasting dan de 2% die velen nu nog ophoesten, en dat zonder dat ze toen failliet gingen? Omdat toen de krachtsverhoudingen in de maatschappij anders lagen. Toen was er een sterke, strijdbare linkse beweging, niet in het minst onder invloed van krachtige communistische, socialistische en syndicale bewegingen. Er was de schrik dat het alternatief dat bestond in de socialistische landen – ondanks alle mankementen van dit eerste experiment – zou overslaan naar West-Europa. Dat dwong de grote kapitalisten en hun politici tot belangrijke toegevingen en hervormingen.

1947-tot-79-en-ommekeer-nyt-3

Van 1947 tot 1979 lieten gunstige krachtsverhoudingen (vooral de communistische en syndicale invloed) toe om de kloof tussen de 1% superrijken en de rest met bijna 2/3de te verkleinen. Deze krachtsverhoudingen heropbouwen is de oplossing.

Maar vanaf de jaren 80 verschenen Thatcher en Reagan op het toneel met hun neoliberaal beleid van deregulering, privatisering en cadeaus aan de superrijken. Zij werden nageaapt door sociaal- democratische leiders als Blair, Schröder en anderen. Het resultaat is dat we de kloof opnieuw geweldig zien stijgen.

Ik doe een oproep aan alle sociale mensen hier: laat ons doorheen eensgezind verzet tegen de schreeuwende ongelijkheid en onrechtvaardigheid krachtsverhoudingen opbouwen die de kloof tussen rijk en arm opnieuw wezenlijk verkleinen. Dan zal een sociaal beleid opnieuw mogelijk zijn. Onder meer via de invoering van miljonairstaks en andere gelijkaardige maatregelen. Deze grafiek toont dat er, mits sociale actie en eenheid, wel een alternatief is voor de rampzalige neoliberale mantra’s van ‘er is geen geld’ en ‘we kunnen niet anders’.

Het kan dus wél anders. Het geld en de middelen zijn er. Nu nog de politieke wil en die dwingen we af door steun aan de vele sociale bewegingen.

Plaats een reactie