China 2010 versus 1970 (2) Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts

‘Hoogbouw bestaat niet in China’, noteerde ik in de Humo-reportage over mijn Chinareis van 1970. Maar er zijn sindsdien nog veel meer zaken in het stadsbeeld veranderd. De Chinese jeugd loopt net als bij ons met de gsm in de aanslag. En de Chinezen worden blijkbaar niet geboren met een baksteen in de maag, maar met twee. Verder ook een minder mooi verhaal over swingende vastgoedprijzen. Met dank aan Olivia Snykers en Katrien Demuynck voor de foto’s (op klikken voor détails).

1970, september.
“Hoe wonen de mensen? In Shanghai vallen de oude stadswijken een beetje tegen. Kleine huizen, oudere huizen ook. De nieuwbouw geschiedt in strenge binding met de productie: rond elke nieuwe fabriek worden meteen de nodige appartementen voor het personeel gebouwd – en ook een hospitaal, scholen, een kinderkribbe. De mensen die in de grote centra wonen, wijken langzamerhand uit naar de periferie. Alle huizen zijn uit steen en bedekt met pannen en hebben elektriciteit. Hoogbouw bestaat niet in China: de nieuwe appartementsgebouwen zijn zelden hoger dan vijf verdiepingen.” (Humo, 1971)
‘Hoogbouw bestaat niet in China.’ Het was een zin getekend door mijn primitief ontwakend ecologisch bewustzijn dat een eigen huis met een groen tuintje als zoveel idealer aanzag. Zonder er ook maar bij stil te staan hoeveel open ruimte er dan wel zou overblijven in een land met toen al 800 miljoen inwoners – en inmiddels zijn ze met 1,3 miljard.

Niet alleen in Shanghai (foto) maar in heel China kiest men in de steden voor hoogbouw. Foto Olivia Snykers.

Lin Pauwels, die hier in 1993-94 les gaf, bij het binnenrijden van Shanghai in 2010: 'Ik weet waar ik ben, maar ik herken niets meer'. Foto Eddy Hauman.

Urbanisering alom
2010
‘Hoogbouw bestaat niet in China’ was vooral een zin die als geen ander illustreert hoe er, op heel wat terreinen, een verschil van bijna dag en nacht bestaat tussen het China van 1970 en dat van nu. Bij onze aankomst zijn we dit jaar geland in Beijing. Zodra we het centrum binnenreden greep het mij bij de keel: ik had de indruk terechtgekomen te zijn in een bos van woontorens. Overal rondom je zie je tientallen, misschien wel honderden hoogbouwflats, meestal van 32 verdiepingen. Die zijn bestemd voor de huisvesting van gewone burgers. Ik werd er stil van, alleen al bij de gedachte hoe ze het klaarspelen om de huisvesting van die honderdduizenden en miljoenen mensen in immense torens min of meer behoorlijk te laten verlopen. Omdat ik zelf sinds 30 jaar in een sociale woonwijk in Antwerpen woon, met ondermeer drie torengebouwen van ocharme 16 verdiepingen weet ik een beetje wat daar allemaal aan problemen bij kan komen kijken. Verstopte afvoeren van afvalwater en toiletten, vuilnisschuiven die niet werken of kakkerlakken genereren, riolen en straten die overlopen bij hevige regenval, het netjes houden van de gemeenschappelijke delen, het verzekeren van onderhoud en herstellingen, van groenvoorzieningen en speeltuinen, problemen oplossen met en tussen huurders of eigenaars: het is bij ons al geen sinecure om dat allemaal te klaren, wat moet dat dan wel zijn in die Chinese hoogbouwwouden.

Het Shanghai World Finance Center - links, met een spits in vorm van flessenopener - is het 3de hoogste gebouw ter wereld. Foto Olivia Snykers.

En dan zijn er de echte wolkenkrabbers die ruim boven deze flatgebouwen uitstijgen. Zij huisvesten meestal kantoren van bedrijven of overheidsdiensten. Shanghai steekt op dat vlak iedereen in China naar de kroon. Vooral dan in de nieuwe administratieve wijk Pudong op de rechteroever van de Pu-rivier. Veertig, en zelfs twintig jaar geleden, zag je van op De Bund, de grote boulevard op de linkeroever (het oude Shanghai), aan de overkant alleen eindeloze landbouwvlakten. Met ’s avonds op de rivier op de voorgrond een paar traditionele vissersloepen met vooraan aan de boeg een zwak verlichte lampion. Vandaag kan de skyline van Pudong, met dertig of meer reuzenbuildings in zeer verschillende stijlen, wedijveren met die van New York. ‘Amazing’, geweldig, vindt een jonge Amerikaanse van Chinese origine die, op een avond naast mij van op de Bund de overkant bewondert. Akkoord, hoewel ik zelf minder enthousiast ben dan zij over de kitscherige verlichting van sommige gevels en toeristenboten op de rivier. Nu ja, Amerikanen en smaak daar scheelt soms wel wat aan.

Het nieuwe Shanghai by night (Pudong) met de televisiemast Oriental Pearl Tower. Foto Katrien Demuynck.

De Oriental Pearl Television Tower (met tien rode bollen van verschillende grootte over de hele lengte) en de Jin Mao Building karakteriseren al enkele jaren het panorama van dit nieuwe Shanghai. Met hun respectievelijk 468 en 421 meter overvleugelden ze al de Empire State Building (381 m) en de Eifeltoren (324 m). Recent kregen ze er een nieuwe buur bij: de SWFC-building van het Shanghai World Finance Center. Zijn top, in de vorm van een flessenopener, reikt met 492 meter nog hoger in de wolken. Als 3de hoogste gebouw ter wereld moet hij alleen de Taipei 101 in Taiwan laten voorgaan (509 m) en natuurlijk de Burj Dubai ook nog Burg Khalif genoemd . Deze ‘Toren van Dubai’ in het gelijknamige olie-emiraat haalt 828 meter. De Sky Walk 100 in het SWFC-Observatory, op de 100ste verdieping, is met zijn 474 meter boven de grond wel de hoogste skywalk ter wereld. Op die verdieping zijn er in de vloer, net boven de vide in de ‘flessenopener’, twee rijen glazen doorkijktegels waarmee je de onder jou liggende gebouwen en straten uit de omgeving kan zien. Auto’s op de grond kan je met het blote oog nog herkennen, mensen niet. Vanuit die Sky Walk kan je zien hoe tussen de kantoorgebouwen ook in Pudong nog flink voor gewone huisvesting is gezorgd. Als vlekken zie je grote groepen appartementsgebouwen met zes verdiepingen (in China tellen ze het gelijkvloers als 1ste verdieping). Per wijk zijn de platte daken van die flatgebouwen rood, groen of blauw gekleurd. Waarom tellen die gebouwen maar zes verdiepingen? Omdat het in China tot op die hoogte niet verplicht is om een lift te installeren.

De SWFC-toren in Shanghai (492 m.) heeft de hoogste skywalk ter wereld. De vloer boven het gat in de flessenopener-spits bevat rijen glazen tegels.

Avondlijk zicht vanuit het SWFC op de 'kleinere' kantoorgebouwen van Pudong met daartussen woonflats van zes verdiepingen.

Twee bakstenen in de maag?

Ook in het oude Shanghai vind je tussen de kolossen door nog meer kleine huizen dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. Het gaat dan meestal om delen van wijken die aan de bouwwoede konden weerstaan en waar de oude huizen meestal gerestaureerd werden. Ook door de nauwe straatjes behouden zij nog wat het karakter van vroeger. Iets gelijkaardigs zie je in Beijing. Vooral in de buurt van de Verboden Stad, zijn daar de vroegere Hutongs – met hun kleine huizen gegroepeerd rond een binnenkoer – min of meer in de oorspronkelijke vorm gerestaureerd. Vermelden we nog dat men einde jaren 90 even gestopt is met wolkenkrabbers in Shanghai. Er waren berichten dat de stad in haar geheel al drie centimeter aan het verzakken was. Dat bleek uiteindelijk niet waar te zijn.

Hoogbouw is dus troef in China. En met 1,3 miljard inwoners –er komen er elk jaar nog 10 miljoen bij – kan het gewoon niet anders. De grootste steden tellen stuk voor stuk meer inwoners dan België: Chongqing 32 miljoen, Shanghai 19 miljoen, Beijing 16 miljoen. Voor Shanghai en Beijing mag je daar nog een kwart bijtellen voor de niet officieel geregistreerde migrantenarbeiders. Maar ook ‘kleinere’ steden dienen miljoenen mensen te huisvesten: Hangzhou telt 7 miljoen inwoners, Zhengzhou (provincie Henan) 6 miljoen. Dat los je niet op met rijtjeshuizen ‘op zijn Hollands’. Tegelijk dient gezegd dat de hoogbouw in vele gevallen fantasierijker is dan bij ons. Op heel wat plaatsen zag ik verdienstelijke pogingen om die grote flatgebouwen architecturaal een Chinees tintje mee te geven. Door er een dak op te zetten met traditionele golfpannen of iets dat op de punt van een pagodetoren gelijkt. Ook bij de bouw van nieuwe individuele huizen zie je dat regelmatig.

Inzake hoogbouw vermeld ik nog mijn bijzondere ‘Zhengzhou-gevoel’. Zhengzhou is de hoofdstad van Henan. Met 100 miljoen inwoners, meer dan Duitsland, is het de dichtst bevolkte provincie van China. Tot voor kort liep de economische en sociale ontwikkeling er achterop. Hoezeer dat verandert merk je ook hier aan de stadsuitbreiding. Bij het uitrijden van het oude Zhengzhou werd ik overweldigd door de uitgestrekte gloednieuwe wijken die aan beide zijden van de autoweg oprijzen. Zo ver je kon zien overal nieuwe hoge flatgebouwen van 25 tot 30 verdiepingen. De brede lanen die de wijken doorsnijden zijn goed onderhouden. Zowel op de zij- als middenbermen zijn er overal mooie groenpartijen aangebracht. Meestal hagen met groene, gele en bruine kleuren door elkaar gemengd en picco bello gesnoeid. Gemillimeterd zeg maar. Het doet me wat. Vooral omdat we het laatste jaar in Antwerpen bij herhaling strijd moesten voeren tegen de verschraling en het slechte onderhoud van de groenvoorzieningen, vooral dan in de volkswijken.

Gemillitimeterde hagen, bloemperken en groenpartijen. Je ziet het vaak tussen de hoogbouwflats. Als je dat bekijkt met in het achterhoofd de verwaarlozing van de groenvoorzieningen in Antwerpen... 😦 Foto Frans Meul.

Die aaneenrijging van wijken met hoogbouw heeft mij het meest verrast. Vooral omdat het zo veralgemeend is in het hele land. Voor mijn reis wist ik, van foto’s, wel dat delen van Shanghai en Beijing op Manhattan begonnen te lijken. Maar ik had er geen besef van dat ook in alle andere grote en kleine steden de hoogbouw zo’n vlucht heeft genomen. Nu let ik er op hoe je dat zelfs kan merken bij elke tv-reportage over natuurrampen gelijk waar in China. Maar daarvoor was dat nog niet tot mij doorgedrongen. Je leest regelmatig in de kranten over het risico van ‘oververhitting’ in de bouwsector in China. Nu kan ik me daar wel wat bij voorstellen. Het is het eerste en meest opvallende fenomeen dat je, als gewone toerist, laat aanvoelen welke vooruitgang er de laatste dertig jaar geboekt is. ‘Amazing’, ‘duizelingwekkend’, je hoort het niet alleen van al dan niet Amerikaanse toeristen. Het welt spontaan bij iedereen op.

Ook in de centraal gelegen oude keizerlijke hoofdstad Xi'an is het flaneren op lanen met hoogbouw. Hier met partner Annemie. Rechts onze studentinnen-gidsen Ren en Xu

Meer dan eens maakte ik me de bedenking: Ze zeggen dat de Belg geboren wordt met een baksteen in zijn maag, wel de Chinezen dan met twee bakstenen in hun maag. Dat geldt ook voor het platteland, zo mogelijk nog meer. Misschien lag het aan de tijd van het jaar en onze reisroute, maar ik heb daar meer mensen met truwelen, cementmolens en kranen bezig gezien dan met landbouwwerktuigen. En die boeren zien het groots. In de streek rond Hangzhou was de streefnorm 80 m2 woonoppervlakte per… persoon. Drie verdiepingen leek er heel gewoon.

Alarm over vastgoedprijzen

Toch komen precies in deze boomende sector van woningenbouw vrij scherp de problemen aan het licht die gepaard gaan met China’s keuze voor een ontwikkeling waarin kapitalistische elementen ruim meespelen. Zo goed als overal kregen we het te horen: de vastgoedprijzen swingen de pan uit. Al naar gelang van de stad had men het over prijzen van 1000 tot 3000 € per m2 voor de aankoop van een appartement. De eerste commentaar die onze ongetrouwde gids in Hanghzou, ‘Joe’ (29 jaar), ons ten beste gaf klonk zo: “Je moet als jongen om te kunnen trouwen tegenwoordig een appartement of huis hebben en een bruidschat van circa 10.000 euro. Dat is heel moeilijk want je betaalt tot 20.000 yuan per m2 voor een appartement. (1) Voor 80 m2 is dat dus 1.600.000 yuan of 190.000 euro. Gelukkig heeft de regering drie maanden geleden een maatregel genomen om de aankoop van een tweede of derde appartement te bemoeilijken. Maar er zijn geruchten dat men die maatregel terug ongedaan wil maken.” De maatregel, waarnaar ‘Joe’ verwees, bestaat er in dat degene die een tweede of derde huis of appartement koopt, tot ongeveer 60 procent van het bedrag zelf op tafel moet kunnen leggen. Hij of zij kan dus maar weinig lenen. De bedoeling is de speculatie tegen te gaan. De maatregel wordt als vrij essentieel aangezien. Er wordt inderdaad over gespeculeerd dat hij zou ingetrokken worden als de immobiliënmarkt in elkaar stort en geen andere maatregelen helpen.

Ook in Zhengzhou had een andere gids, bij het passeren van de hierboven beschreven nieuwe wijken, zijn beklag gedaan dat de prijs van die appartementen daar ook al op loopt tot 80.000 euro of meer. Niet of nauwelijks nog in het bereik van de gewone werkende Chinees wiens maandloon tussen 120 en, in het beste geval, 600 euro per maand schommelt. Zelfs al bedragen de prijzen van producten voor dagdagelijks gebruik vaak maar een derde van bij ons.

Vastgoedspeculatie heeft inderdaad volop zijn intrede gedaan. Rijke en welgestelde Chinezen investeren in appartementen in de hoop dat ze, door de enorme vraag, snel in waarde stijgen. Op heel wat plaatsen zit de vlam in de vastgoedprijzen. Als gevolg daarvan zouden al hele torengebouwen leeg staan. Een vastgoedbubbel die uiteenspat is niet denkbeeldig. Maar de overheden zouden er zich van bewust zijn en grijpen in om het niet zo ver te laten komen als in de VS.

GSM’s en minishorts

1970.
“Een wandeling in Shanghai. Gezellige roezemoezende drukte van enorme golven wandelaars die naar de winkels kijken en appels, peren en thee kopen aan de vele stalletjes. Een vrij uniforme maar geen eentonig menigte. De Chinezen gaan eenvoudig, maar degelijk gekleed. De basiskleding bestaat uit een blauwe, grijze of kaki linnen broek, een wit of gekleurd hemd of blouse. De snit is voor iedereen dezelfde: maar er is een grote variëteit in kleuren. Wisselende modetendensen bestaan niet.” (Humo, 1971)

1970. Blauwe, grijze of groene katoenen pakjes en witte hemden. De kledij van volwassen was vrij egaal, die van de kids vaak kleuriger.

Dat het straatbeeld bepaald werd door mensen die, op de kleurig uitgedoste kinderen na, ongeveer eenders gekleed waren, hadden we toen zelfs niet hoeven te vermelden in Humo. Het was al lang een gemeenplaats in België. Ik zou het, als veronderstelde maoïst, nog minstens tien jaar lang mogen horen: “Willen jullie dat we hier ook allemaal met hetzelfde grijze of blauwe Mao-pakje rondlopen?”. Mijn geruststellende woorden dat dit zelfs toen nooit onze bedoeling was geweest werden niet altijd geloofd.

1970. Diep op het platteland liep bijna iedereen eenders gekleed. En blanke bezoekers waren ze nog niet gewoon.

2010

Qua kleding en andere attributen zijn de mensen in het straatbeeld enorm veranderd.
In alle bezochte steden zie je bijna geen verschil meer met bij ons. Jongeren met flashy gsm’s in aanslag in de hand. Niet zelden gaat het om betere versies met touch-screens. Meisjes met minirokjes of minishorts en T-shirts met bijna exclusief opschriften in het Engels. China is ‘de fabriek van de wereld’ geworden. Blijkbaar verkopen ze wat ze maken in een moeite ook aan de eigen bevolking. En dat is maar goed ook. Misschien sluit dat wel aan bij het officiële beleid om voor verdere vooruitgang meer te mikken op binnenlandse consumptie dan vooral op export.

Hoge hakken en minishort, heel gewoon in het China van 2010. Foto Olivia Snykers.

Officieel rekent China zichzelf nog altijd bij de Derde Wereld. En de statistieken van zowel China als de Verenigde Naties over de economie en de indexen inzake Human Development plaatsen China nog altijd bij de ontwikkelingslanden. Maar wat de uiterlijke tekenen van levensniveau betreft hebben wij, in en rond de bezochte steden, niet zoveel Derde Wereld meer gezien. Alvast niet de schrijnende ellende die je in vele sloppenwijken in India nog tegenkomt. In de centra van de steden zelf, ook in provinciesteden als Zhenzhou en Luoyang, heb je overal grote winkelstraten. Zowat alle grote Westerse kleding- en schoenenmerken zijn present met chique filialen maar worden duidelijk minder bezocht. Maar ook de winkels die door de modale Chinees overrompeld worden, kunnen de vergelijking met die van bij ons doorstaan. Verschillende winkelboulevards waren zo groots dat ik dacht: als die mensen van hier gaan shoppen in Antwerpen in de Abdijstraat (Kiel) of de Bredabaan (Merksem), of zelfs op de Meir, dan zullen ze dat maar aan de simpele kant vinden.

Dansen in plaats van Tai Chi

Iets wat ik wel miste in het Chinese straatbeeld in vergelijking met 1970 waren de grote groepen mensen die van ’s ochtends vroeg op straat of in de parken Tai Chi beoefenden. Deze softe vorm van gevechtskunst, voluit Tai Chi Chuan en meestal uitgevoerd met langzame bewegingen, is duidelijk minder populair geworden. Je ziet het nog wel maar lang niet meer zo massaal. De jachtigheid van het moderne leven zal er misschien voor iets tussen zitten, hoewel het daar misschien juist nuttig voor kan zijn. Nu, er is alvast een andere vorm van beweging in de plaats geworden: het sociale straatdansen. Dat is bijzonder in. Vooral ’s avonds, zowel in parken als op pleintjes of gewoon op het trottoir, maar soms ook al in de vroege ochtend. Op muziek die schalt vanuit een draagbare audio-installatie voeren grote groepen dezelfde danspasjes uit, vaak op disco- of latinoritmes. Je ziet ook traditionele dansen op eigen Chinese muziek of koppels die klassieke westerse dansfiguren (van wals tot tango en rock-and-roll) inoefenen of showen. Allemaal gewoon op straat.

Voetnoot
(1) 1 euro = 8,4 yuan of 1 yuan = 1,2 euro, 10 yuan = 1,2 euro enz. (wisselkoersen juli 2010)

Vorige aflevering, klik op:
Deel 1: Waarom onze HADIMAO-serie in HUMO van 1971 heropdiepen? En wie is er nu nog boer in China?

Advertentie

8 reacties »

  1. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  2. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  3. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  4. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  5. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  6. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  7. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

  8. […] Deel 2: Wouden van hoogbouw, flashy gsm’s en minishorts […]

RSS feed for comments on this post · TrackBack URI

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: